Terwijl ik dromerig uit het raam staarde en naar het geluid van de waterkoker luisterde, voelde ik pijn in mijn onderbuik, een spanningsgevoel. Ik wist precies wat dit betekende. Voorzichtig liep ik de trap op, richting de badkamer. Toen ik daar eenmaal verward aankwam, deed ik de deur op slot. Ik voelde schaamte, walging en onbegrip voor wat er met mijn lichaam gebeurde, maar er was niemand die het zag. Langzaam trok ik mijn bebloede pyjamabroek omlaag. Het begrip van ruimte en tijd veranderde opeens, er was niks lineairs aan deze gebeurtenis.
Ik ging snel op het toilet zitten en het bloed stroomde naar beneden, als een waterval. Het enige verschil was dat deze waterval niet over een buitengewone schoonheid beschikte, maar in teken stond van bevrijding. Er lagen meerdere bloeddruppels op de grond, die niet op menstruatiebloed leken. Met trillende vingers zocht ik in mijn bebloede pyjamabroek naar mijn telefoon om hem te sturen dat het voorbij was, het ongelukje. Ook mijn onderlip trilde. Vanaf nu zou ik terug mezelf zijn, of worden; de persoon die ik altijd wilde zijn, die ik misschien zelfs al was. Ik zou mijn dromen en ambities opnieuw nastreven, zoals ik hiervoor altijd had gedaan.
Mijn lichaam reageerde alsof ik iets verloren was, terwijl mijn hoofd het niet als verlies zag.
Ik wist niet zo goed wat ik moest doen. De dokter zei dat het bloeden zou meevallen. Ongeduldig staarde ik naar mijn telefoon, wachtend op een reactie van hem. Op mijn arm zat ook bloed, maar ik wist niet hoe het daar terecht was gekomen. Tranen van opluchting en verdriet rolden over mijn gezicht. Dit was mijn keuze, ook al voelde het dubbel. Mijn lichaam reageerde alsof ik iets verloren was, terwijl mijn hoofd het niet als verlies zag. Ik maakte mezelf wijs dat dit gevoel erbij hoorde. Nadat de vinkjes op WhatsApp blauw waren geworden belde hij me op.
‘Het komt allemaal goed,’ zei hij. ‘Je bent sterk genoeg om hier doorheen te komen.’
‘Het stopt niet met bloeden,’ zei ik huilend. Hoewel zijn stem vertrouwd aanvoelde, sloeg de paniek verder toe. ‘Ik weet niet of dit normaal is. In de abortuskliniek hebben ze niet gezegd hoeveel bloed ik zou verliezen. Wat moet ik doen?’
‘Probeer te kalmeren en luister naar mijn stem. Adem in, adem uit.’
‘Je bent niet hier,’ zei ik.
‘Ik ben hier.’
‘Simon, ik heb nog nooit zo veel bloed gezien,’ zei ik. Mijn stem was onherkenbaar. Terwijl ik de telefoon tegen mijn oor aanhield, probeerde ik met mijn andere hand wat wc-papier af te scheuren. Er gingen enkele minuten voorbij, maar ze voelden als uren. Ik bleef huilen. Er kwam geen woord of geluid uit mijn mond. Het maakte niet uit dat ik niks tegen hem zei. Hij hoorde mijn ademhaling via de telefoon, dat was het enige dat hij moest horen.
Dertig minuten lang belden we met elkaar, in stilte en zonder woorden. Het voelde onnatuurlijk aan omdat we normaal gesproken altijd veel aan elkaar vertelden. ‘Ik denk dat ik ga ophangen,’ zei ik. ‘Ik voel me duizelig, dus misschien moet ik beter even iets eten of drinken.’
‘Ben je zeker?’
‘Ja, het komt goed. Het is voorbij.’
‘Ik bel je straks terug,’ zei hij.
‘Oké.’
Hij had me natuurlijk die dag niet meer teruggebeld, terwijl ik rekende op zijn steun. Heel de avond lag ik met pijnlijke krampen in bed. Urenlang staarde ik naar het witte plafond en probeerde ik te begrijpen wat er de afgelopen zes weken met mijn lichaam en identiteit was gebeurd. Zijn carrière kreeg die dag voorrang en ik gunde het hem. Hij, een befaamde journalist, moest een interview afleggen met een Franse acteur. Een kans die hij niet kon laten schieten. Daarom had ik hem laten weten dat hij niet op de dag van de abortus aanwezig moest zijn. Het was een oneerlijke uitspraak van mij, want ik wilde niets liever dan zijn aanwezigheid. Bellen was onze middenweg. Een kinderwens, dat komt later wel, dit was slechts een ongelukje.
Toch voelde ik me alleen in deze gebeurtenis en de pijn was ondraaglijk. Tegelijkertijd voelde ik me opgelucht en werd de wereld weer groter. Hij lag niet naast mij, dus probeerde ik mezelf te omhelzen. Mijn handen lagen op mijn buik en ik dacht terug aan ons telefoongesprek. Misschien hoopte ik op een zachte omhelzing of fysieke geruststelling van hem, zonder erom te vragen. Met een paar pillen is alles weg te werken. Dat wat zes weken in me groeide voelde geen seconde of dag goed aan. Ik kon er niet vreugdevol over praten, zoals mensen die graag zwanger willen worden. Het maakte me bang en onzeker. Ik wilde net als hij ook carrière gaan maken, ooit, binnenkort. Daarom koos ik ervoor om het niet te houden.
Het was onze angst om onze dromen en ambities te verliezen door een liefdevolle of ongelukkige samensmelting van een ei- en zaadcel.
Toen ik alleen in bed lag realiseerde ik me dat onze liefde was gestopt. De liefde die we jarenlang in kleine studentenkamers hadden gecreëerd. Ik dacht terug aan het moment dat we urenlang in bed lagen en we over elkaar heen rolden, zo onschuldig. We hielden tot in de late uren van de nacht conversaties over het oneindige bestaan, over de grote schrijvers en over hoe de wereld zich in schoonheid verder ontplooide, zoals de binnenkant van een bloem. Een ongelukje zoals dit kwam nooit in ons op. Het was onze angst om onze dromen en ambities te verliezen door een liefdevolle of ongelukkige samensmelting van een ei- en zaadcel. We verloren elkaar uit het oog omdat we niet wisten hoe we met dit ongelukje moesten omgaan. Onze kwetsbaarheden werden aan de kant gezet, dat was een grote vergissing.
Ondertussen werd het buiten donker en de straatverlichting ging aan. Het nietszeggende plafond werd voor één dag mijn beste vriend. Ik dacht aan het verhaal van Peter Pan, die voor altijd gevangen zat in zijn eigen jeugdigheid. Leven in Niemandsland, dat is de plek waar verloren zielen ronddwalen. Gooi die verloren zielen in het water en laat ze een paar uur dobberen, zodat ze weten wat echte angst is. Angst om je identiteit te verliezen door een keuze die je wel of niet kan maken. Een vlaag van vermoeidheid viel over me heen.
Vanaf dat moment keek ik anders naar de wereld, die zich in mijn gedachten verder uitstrekte. Een klein ongelukje met een grote impact, dat was het. Ergens hoopte ik dat deze gebeurtenis onze liefde zou versterken, maar we slaagden er niet in om onze diepste gevoelens en emoties tegen elkaar uit te spreken. Een buitengewone opluchting ging gepaard met verdriet en gemis naar een onbekend terrein.
Na een halfuur begon de pijnstiller die ik had ingenomen te werken. Ik wilde deze dag achter me laten. Terwijl ik op mijn telefoon naar het tijdstip keek, zag ik dat Simon een bericht had gestuurd: ‘Het spijt me dat ik er vandaag niet was.’