Lisanne van Aert schreef Een fanbriefroman. Een egodocument oorspronkelijk als theatermonoloog. Voor hard//hoofd bewerkte ze de monoloog tot acht afzonderlijke delen, geïllustreerd door Joost Dekkers. Acht weken lang, iedere zondag een deel. Acht eerlijke fanbrieven, die samen een ontroerend egodocument vormen.
VI.
Mensen kijken me altijd raar aan als ik zeg dat ik niet per se fan ben, maar dat het verder gaat, dat het gaat om een diepe vorm van begrip. Ik vind dat niet erg. Het klinkt ook raar als iemand zegt dat ze beste vrienden zou kunnen zijn met Louis Paul Boon. Of dat ze best een kamer met Patti Smith in het Chelsea Hotel had kunnen delen, dat ze dan boeken aan elkaar hadden kunnen uitlenen. Of dat ze backstage met Marilyn Manson niet aan seks en drugs zou toekomen, omdat er teveel te bepraten was. Ik bedoel het niet hautain of als grap.
Voor mij is het hetzelfde principe als een gewone vriendschap met iemand beginnen: het is dat je op een feestje bent waar je door ondefinieerbare somberte geen zin in hebt, dat het niet lukt enthousiasme te faken als je een oude kennis tegenkomt. Dat je een vreemde in een gesprek met een ander precies de woorden hoort zeggen waar je zelf al de hele avond naar zoekt. Dat je tegen de kennis zegt dat je naar het toilet moet en dat je met de deur op slot probeert de woorden te reproduceren, naar een manier zoekt om het contact met de vreemde te forceren. Dat je besluit twee biertjes en knabbelstengels te halen. Naast de vreemde gaat staan. Iets onhandigs doet met je lijf, lacht. En dat je dan begint met bouwen, en dat dat goed gaat, en dat je de volgende ochtend koffie met elkaar gaat drinken, en dat je ook maar meteen luncht en avondeet en borrelt.
Met kunst gaat dat net zo. Dat raken, op een moment dat je denkt dat niks je nog bewogen kan maken. Voor mij is dat belangrijk.
Het liefste wil ik nu toevoegen dat ik niet goed ben op feestjes, maar ze zeggen dat ik niet zo hard voor mezelf moet zijn. Daar word je ook hard voor anderen van.
Er bestaan vriendschappen waarin geen vieze woorden bestaan. Waar je kan janken en het snot aan de mouw van de ander afvegen. Er is ook altijd wel een vreemde op straat die een goeie dag heeft, en tijd. Een oude man op het station wiens oren gaan gloeien als er überhaupt iemand tegen hem praat. Er zijn kunstenaars die met liefde plaatsvervangend voor je door het slijk gaan. Je hoeft niet alles in je eentje te voelen. Er is geen reden om alles kapot te redeneren. Alle clichés zijn waar.
Illustratie: Joost Dekkers
--
Lisanne van Aert is schrijfster van pamflet, ode en bouquetreeksroman. In haar werk probeert ze naast pulp en poëzie ook cultuurkritiek te verschaffen.
Joost Dekkers is illustrator. Zijn tekenwerk verraadt een voorkeur voor het analoge en onaffe.