Hardhoofd liet de afgelopen weken zien hoe lastig het is uit te leggen wat een stad ‘duurzaam’ maakt of wat ‘duurzame ontwikkeling’ is. Toch heeft het vage en onduidelijke begrip ‘duurzame ontwikkeling’, sinds haar geboorte twintig jaar geleden, een sterk instrumentele invulling gekregen. Van roof top gardening in New York tot afvalberg in Tel Aviv, van recycling als niche in Parijs tot mainstream in Amsterdam: de door ons beschreven projecten zijn allemaal pogingen om verschillende milieuproblemen aan te pakken op lokaal niveau. In het laatste deel van de serie neemt Annabel Londen onder de loep.
30-Apr-2011 11:10:12 Yo Pete, fancy a swim? x Annabel
30-Apr-2011 11:10:13 Yes! Fancy a picknick? x P
30-Apr-2011 11:10:16 Yes! Buying some ham at the Giggly Pig stand as we speak. Better enjoy it, farmer’s market is madly expensive.. A
30-Apr-2011 11:10:18 Are you off your trolly? I’m talking free picknick here. Hunter-gathering in a skip outside Marks and Spencer right this minute. P
30-Apr-2011 11:10:19 You’re a freeganist now?? A’bel
30-Apr-2011 11:10:23 Just a little light shoplifting with the uplifting, slightly smug satisfaction of having made a protest against one of the grosser evils of the modern retail system. P
30-Apr-2011 11:10:24 Whatevs. See you at the fresh water pond up in Hampstead. A
30-Apr-2011 11:10:24 Don’t be a tit. The one with the ducks?
30-Apr-2011 11:10:25 Yeah
Een lang weekend in Londen. Terwijl miljoenen burgers in de file staan (op weg naar de kust) en de roetnevels over de stad trekken, nemen Pete, James en Waseem een duikje in het verswatermeertje, eten de meisjes in hotpants zeewiersalade in het gras, beatboxen de Ghetto Boyz in de schaduw van een ruisende paardekastanje en gooit een punker in bikini een frisbee naar haar teckel. Met een beetje mazzel sjokt er ook nog een kudde herten voorbij. Afgezien van de longkanker is het op hete lentedagen goed vertoeven in Londen. Je kiest een park of bos (van paleistuin-chique tot Peter-Rabbit-idyllisch of achterbuurt-vuig, afhankelijk van je stemming) en daar hang je dan de hele dag tot de Britse regering het smogalarm weer heeft uitgezet. Dat is pas leven.
‘Duurzame ontwikkeling’ gaat in essentie over het behoud van ‘kwaliteit van leven’. Maar wat betekent dat eigenlijk? De Brit vindt het leven bijvoorbeeld al van kwalitatief hoog niveau als ze met hun mates op een vrije maandagmiddag lauw bier mogen drinken en een eekhoorn fijn op hun schoot komt zitten. Is dat nu sustainable? Hardhoofd’s duurzaamheidserie van de afgelopen weken liet onder andere zien hoe lastig het is uit te leggen wat een stad ‘duurzaam’ maakt of wat ‘duurzame ontwikkeling’ is. Hoe groen is de Britse hoofdstad, het multiculturele hart en financieel handelscentrum van Europa dat even veel inwoners telt als de staat Israel en het winkelwalhalla is voor de rijke consument? Een startpunt om de houding van een stad jegens duurzame ontwikkeling te begrijpen, is te kijken naar het grootste probleem. En dan kom je al snel uit bij het kernprobleem van iedere metropool: overschot.
Street art van Bansky in Londen
Overschot betekend simpel gezegd, dat er té veel is. Té veel mensen, té veel auto’s, té veel uitlaatgassen (en dus te veel longkanker, wat op zich het bevolkingsoverschot weer tegengaat, waarmee ik niet wil zeggen dat dit een handige oplossing is – of in ieder geval verre van ideaal) en tenslotte: te veel productie. Noem het ‘overproductie’, noem het ‘onderconsumptie’, in dit deel van de aardbol is er eenvoudigweg te veel. Te veel voor weinig en te weinig voor veel. ‘Denk aan de kinderen in Afrika!’ zei mijn oma altijd als ik mijn bord niet leeg at. Maar onlangs kwam ik eracht dat dat eten helemaal niet naar Afrika ging! Het ging in de prullenbak. Overschot zorgt namelijk voor waste en dat laatste Engelse woord is het kernbegrip van duurzame ontwikkelingprojecten in consumentistische steden als Londen. Waste laat zich niet zomaar vertalen naar het simpele woord ‘afval’. Waste verwijst zowel naar materiaal dat onbruikbaar is (of geworden is), als naar overtolligheid, verkwisting en verwoesting.
Nu is dat iets dat de ‘Londenaar’ steeds meer tegen probeert te gaan. Sterker nog, bewust leven of ‘groen zijn’ is inmiddels van niche uitgegroeid tot trend tot vanzelfsprekendheid. De manier waarop mensen daar invulling aangeven, verschilt wel aanzienlijk en is met name afhankelijk van monetaire middelen.
Refill Groceries, Happy Cow, Wormery
Allereerst heeft de welvarende Londenaar het er allemaal erg druk mee. Neem bijvoorbeeld de Refill Grocery in de betere wijk. In deze bijvulsupermarkten schept de bewuste Brit, met de dikke muffinderrières fier in de lucht, yoghurt uit een grote bak in een zelf meegenomen plastic bakje, waar volgens het label ooit olijven in hebben gezeten. Van waspoeder tot prikwater, alles kan je er bijvullen. Daarnaast is het woord 'plastic tas' volstrekt archaïsch (‘Plestik zekje? You mean ‘canvas’ bag?’), is het vreemd om je afval niet te scheiden en is de farmer’s market met zijn Happy Cow-kraam of Giggly Pig voor velen op zaterdag een vaste prik (geheimtip: de leukste boerenmarkt vind je op een begraafplaats achter een sjofel kerkje tegenover Oval tube station, Lambeth South). De Happy Cow burger wordt uiteraard in recyclebaar papiertje verpakt.
Maar ook in een onvermogend stadsdeel als Hackney kunnen haar inwoners bewust leven. Het stadsdeel subsidieert ‘wormeries’ om haar inwoners te helpen hun bio-afval op een groene manier af te breken. Juist ja, door het door wormen in een vat op te laten eten. En ze lusten alles, die wormen. Zelfs kippenbotten. En als de wormen het afval na een paar dagen verteerd hebben, poepen ze het uit. Een soort geel drabje. Deze vloeibare feces kan je ‘tappen’ (zelfde ervaring als een Heineken tapvat, maar nét anders) en daarmee je planten mesten. Van kip tot worm tot mest tot bloem.
Freeganism & Skip Diving
Freeganism was een tijd lang alleen in alternatieve kringen te vinden, maar inmiddels neemt het aan populariteit toe en groeit het bewustzijn dat veel bruikbaar voedsel wordt weggegooid. Freeganists halen hun eten uit afvalbakken van grote concerns door middel van ‘skip diving’ – ook bekend als dumpster diving (VS). Een freeganist eet geen vlees, behalve als het in de prullenbak gevonden is. (Dit is overigens laatst strafbaar gebleken.) Het is een vorm van anti-consumentisme, waarbij ernaar gestreefd wordt buiten de conventionele economie te leven. Je hoeft je niet per se een freeganist te zijn om toch in afvalbakken te duiken. Skip diven is er in vele soorten en maten. Sommigen nemen het zelfs heel letterlijk en verzinnen manieren om de afvalcontainers als ‘urban space’ een nieuwe invulling te geven. Bijvoorbeeld als urban pingpong tafel, skaters-ramp of zwembad.
Londen is dus, met uitzondering van alle CO2-uitstoot, behoorlijk groen. Alleen helaas niet voor lang, want de nieuwe Britse regering heeft hun departement voor Sustainable Development kort geleden flink bijgesnoeid (toegeven, het ging ook wel bijna té goed). Toch jammer, want juist voor een regering is ‘duurzame ontwikkeling’ zo makkelijk: met je korte termijnbeleid de wereld zo min mogelijk proberen te trashen, op de lange termijn. Met het korten van juist dit departement, ligt de druk meer dan ooit op particuliere initiatieven. En het motto van al die initiatieven lijkt te zijn: zero waste. Dat klinkt allemaal heel mooi, maar boks maar eens tegen het systeem op. Zijn deze anti-consumentisme-projecten niet uiteindelijk gewoon een waste of time? Of in de woorden van Sir Winston Churchill: “However beautiful the strategy, you should occasionally look at the results.” En die resultaten zijn op lokaal niveau veelbelovend. Behalve die longkanker dan. Het leven moet potverdorie wel een beetje zwartgallig blijven.
Illustratie: Gemma Pauwels