Ecologisch besef is hip, maar inmiddels ontkent zelfs de grootste scepticus niet meer dat het ook broodnodig is om te kunnen blijven leven op een overbevolkte aardkloot met beperkte fossiele brandstoffen. Hoe pakken we dat aan? Hard//hoofd stuurde vijf redacteuren naar vijf steden voor een reportage over duurzaamheid: Parijs, Amsterdam, New York, Tel Aviv en Londen. Deel drie van deze serie beschrijft de problematiek van afvalrecycling in Tel Aviv.
“Die stinkberg bedoel je?” Dat is de reactie die je krijgt als je de gemiddelde Israëli naar de Hiriya vraagt. Maar wat decennia lang de vuilstortplaats was van Tel Aviv en omgeving, is sinds een aantal jaar een baken van ecologische vernieuwing. Een pareltje, een paradijsvogelbloem die zich voedt en bloeit op een grote berg ellende. Typisch voor Israël eigenlijk.
Tegenstellingen
Israël is een land met gigantische tegenstellingen en spanningen. Rijk en arm, religieus en seculier, Oost en West, modern en traditioneel. Die grote tegenstellingen maken de maatschappelijke discussie moeilijk. Immers, als we zoveel van elkaar verschillen, hoe definiëren we dan ons gemeenschappelijk belang? Hoe praat je over modernisering en duurzaamheid met iemand die leeft alsof hij in de 18e eeuw is blijven steken; hoe met iemand die nooit geleerd heeft dat je afval niet op straat moet gooien?
Daarnaast is Israël maar een klein landje, maar half zo groot als Nederland, en meer dan de helft van haar oppervlakte wordt ingenomen door woestijn. De rest, een gebied kleiner dan Groningen, Friesland en Drenthe bij elkaar, wordt bewoond door 90% van de 7,5 miljoen inwoners. Dat zijn relatief veel mensen op een relatief klein stuk land en zo komen we snel bij de kernvraag terecht: hoe kunnen die mensen op een duurzame manier onderdeel uitmaken van hun natuurlijke omgeving, zonder de natuur volledig uit te buiten en hopen onverwerkbaar afval te produceren?
De natuur wordt in Israël beleefd als groot goed: in het weekend en met feestdagen trekt iedereen er op uit om te wandelen en van het diverse landschap te genieten. Maar een echt breed bewustzijn met betrekking tot duurzaamheid ontbreekt. De buurman scheidt misschien zijn afval op het balkon, maar in de buurtsuper op de hoek wordt je raar aangekeken als je zegt dat je geen plastic zakje wil. De liefde voor de natuur staat dus op gespannen voet met de mogelijkheden die men heeft om daar op een verantwoordelijke manier mee om te gaan. Bovendien is Israël aanzienlijk armer dan een land als Nederland en een aanhoudende watercrisis maakt alles alleen nog maar erger. Een ecologisch zwaard van Damokles hangt ons boven het hoofd.
Wat men nodig heeft zijn heel veel druppels op een gloeiende plaat. Zo voert de overheid al jaren campagne om waterconsumptie te verminderen. En alhoewel het waterpeil van het Kinneret-meer, de belangrijkste zoetwaterbron, zich al jaren meters onder de rode lijn bevindt, helpt dat wel. Een ander typisch voorbeeld van duurzaamheidsbeleid zijn de grote gele kooien op straat voor het recyclen van plastic flessen. Juist omdat ze zo’n standaard onderdeel uitmaken van het straatbeeld, wijzen ze de voorbijganger ook op de noodzaak om te recyclen. Maar voor echte verandering moet je slimmer zijn.
Zonnepanelen
Als er iets is waar Israël een overvloed aan heeft, dan is het wel zonlicht. Al in de jaren ’50 begreep men dat de zon een potentiële oplossing bood voor het dreigende energietekort en dus werd er geëxperimenteerd met allerhande manieren om de zon zo efficiënt mogelijk te exploiteren. Een Israëlische ingenieur ontwikkelde simpele panelen, die door de warmte van de zon water verwarmen en zo de elektrische boiler werk uit handen neemt. In 1980 (na de energiecrisis, die in Nederland tot de autovrije zondag leidde) werd een wet aangenomen die stelt dat op elk nieuw huis dergelijke zonnepanelen geïnstalleerd moeten worden, waardoor nu meer dan 90% van alle huishoudens door deze simpele technologie worden voorzien van warm water. Als je over de daken van een willekeurige stad of dorp heen kijkt, ziet het er soms wat knullig uit, maar het maakt Israël wel de grootste per capita gebruiker van zonne-energie.
Wereldleider in gebruik van zonne-energie klinkt natuurlijk heel indrukwekkend, maar in feite neemt die energie van de zon nauwelijks meer dan 4% van het totale energieverbruik in. Het is dus lang niet genoeg en daarmee blijft Israëls ecologische status vergelijkbaar met die van een fermenterend hoopje afval. Maar ja, zoals iedereen weet (en niemand echt begrijpt), blijkt pure ellende maar al te vaak een vruchtbare voedingsbodem voor creatieve en vernieuwende ideeën. Het is juist hier in Tel Aviv dat men deze bizarre natuurwet in actie kan zien.
Ontkennen én oplossen
Israëli’s hebben het vaak over ‘de staat Tel Aviv’. Tel Aviv is een bubble, een losgekoppeld stukje Israël dat zich het liefst zo min mogelijk aantrekt van de uitzichtloze ellende die zich als een klam deken op een hete zomernacht over de rest van het land heeft uitgestrekt. In Tel Aviv bruist het leven door, alsof er geen raketten vallen of bommen ontploffen, en de bezetting nooit bestaan heeft. Maar tegelijkertijd is Tel Aviv ook de plek waar men onvermoeibaar doorgaat met experimenteren, met het zoeken naar creatieve oplossingen voor complexe problemen. Juist daarom is de Hiriya (zeg Chiríja) zo typisch voor de stad, en zelfs voor Israël.
Ten zuidoosten van Tel Aviv, langs de snelweg, ligt een berg. Een berg van 60 meter hoog en een oppervlakte van bijna 500.000 vierkante meter. Over een aantal jaar is het de locatie van een prachtig openbaar park, waar jonge ouders hun kinderwagen voor zich uit duwen en hun hond achter een afgeknaagde tennisbal aan laten rennen. Maar zelfs dat gelukzalige toekomstbeeld zal niet ongedaan maken dat de berg helemaal geen berg is, maar een vuilnisbelt.
De Hiriya was de vuilstortplaats van een groot deel van de agglomeratie Tel Aviv, een stedelijk gebied met 3,5 miljoen inwoners. Totdat men in 1998 realiseerde dat de 3000 ton afval die daar per dag gestort werd tot ernstige vervuiling van het grondwater en het milieu in het algemeen leidde, en de site na 50 jaar gesloten werd. In de afgelopen jaren is de Hiriya echter de locatie geworden van een gigantische afvalverwerkingscentrale en de focus van ambities om vernieuwende en duurzame manieren van afvalverwerking te ontwikkelen.
Voorbeeld
Door een nieuw ontwikkelde methode van afvalscheiding is de centrale in staat direct een deel van het afval te recyclen of gericht door te sturen naar gespecialiseerde recyclingcentrales. Zo wordt bouwafval verwerkt tot zand en gravel dat gebruikt wordt bij onder andere de aanleg van wegen en wordt organisch afval gebruikt om biobrandstof te produceren. Het meest indrukwekkende zijn misschien wel de zeventig gasputten die over de berg verspreid zijn: het gas dat in die putten verzameld wordt, voorziet de gehele centrale van energie, en wat overblijft wordt verkocht aan het elektriciteitsnetwerk.
Inmiddels wordt de Hiriya bezocht door schoolklassen en met bedrijfsuitjes, en leren mensen hoe je toch nuttig gebruik kunt maken van spullen die anders in de afvalbak zouden belanden. Of zo’n huis-tuin-en-keukenaanpak nou echt altijd nuttig is weet ik niet, maar goed, de bezoekers worden op een creatieve manier geconfronteerd met consumptie en afvalproductie en dat geeft stof tot nadenken. Wat dat betreft is de potentiële publieke functie van de Hiriya en alles waar het voor staat niet te onderschatten. Het is een lichtend voorbeeld van duurzaamheid en dat soort voorbeelden heeft men hier broodnodig, want het lijkt soms wel dat hoe hoger de urgentie, hoe moeizamer het gaat.
Het is vijf voor twaalf in Israël. Een verandering van de mentaliteit en concrete oplossingen voor grote ecologische problemen zijn vereist. Maar om heel eerlijk te zijn: het is al een tijdje vijf voor twaalf en een gebrek aan duurzaamheid is niet het enige probleem dat de vorming van een gezonde samenleving in Israël op de lange termijn bedreigt. Of zelfs maar op de korte termijn. En dat begrijpen ze in Tel Aviv ook.
Daarom zoekt men naar creatieve oplossingen. Oplossingen die de potentie hebben om een reactie te ontketenen, om het vereiste zetje te geven dat de mentaliteit kan doen veranderen. De Hiriya is zo’n potentiële oplossing. Het is een bloem op een berg ellende. Een bloem wiens wortels op een dag zo groot zullen zijn, dat ze de berg van binnenuit kapot kunnen maken.