Ze mocht best laat thuiskomen, maar niet te laat. Na talrijke overtredingen in haar vroegste discojaren besloot Laura beter te gaan plannen. Nu leeft ze in een woud van snoozende reminders.
CPB’tje word ik soms genoemd, vanwege mijn ziekelijke neiging tot plannen. Als je het optimistischer wilt omschrijven kun je zeggen dat ik veel met de toekomst bezig ben. Weer wat minder aantrekkelijk: controledwang. In strijd met de constante chaos in mijn hoofd probeer ik alles wat daar rondtolt vast te spijkeren. Met agendapunten, lijstjes en overzichten. Als ik mijn ogen sluit zie ik een blokkenschema van mijn dagen, dat er ongeveer zo uitziet:
Horror vacui regeert mijn hoofd, angst voor de leegte. Niet dat ik bang ben voor rust en stilte, integendeel, onder die omstandigheden gedij ik vaak het best, maar ín dat hoofd gebeurt hetzelfde als op een vaas uit de Geometrische Tijd in het oude Griekenland. Ieder ongebruikt stukje wordt beklad. Het was een groots moment van herkenning toen ik tijdens mijn studie oog in oog kwam te staan met het toonbeeld van dit stijlkenmerk, de Dipylon-amfoor.
Dat de kaarten zo geschud zijn heb ik regelrecht te danken aan mijn ouders. Niet alleen vanwege hun genetisch materiaal, maar meer nog door het feit dat ze in mijn pubertijd nogal rigide waren, vooral waar het uitgaan betrof.
Ik mocht heus uit, ik mocht zelfs behoorlijk laat thuiskomen: zaterdagnacht om half vijf. Maar wee mijn broze gebeente als dat acht over half vijf werd. Dan stond mijn vader in zijn verwassen groene badjas naast de bijkeuken te wachten met een donderattaque rechtstreeks uit de hel (ongeacht het bijzijn van vrienden).
Dat nooit meer, besloot ik na talrijke overtredingen in mijn vroegste discojaren. Maar, ik wilde ook weer niets missen van de nacht, waarin elke seconde van levensbelang was. Daarom ontwikkelde ik noodgedwongen steeds verfijndere technieken om die nacht maar tot het maximum te rekken en tóch op tijd af te kloppen op de slaapkamerdeur van mijn lieve ouders, die met gespitste oren lagen te wachten op het piepende tuinhek, de krakende traptrede, de zo nuchter mogelijk uitgevoerde bonk op de deur. Het vereiste een complex intern organisatievermogen om dat op tijd klaar te spelen, zeker na een bezoek aan het grootst mogelijke aantal etablissementen dat op één avond waar te maken was, de langdradige maar broodnodige afscheidsrituelen onderweg en dan nog de keuze uit de verschillende manieren om me zo snel mogelijk van de laatste zuipschuur naar de overloop van mijn ouderlijk huis te begeven. Voor het eerst in mijn bestaan ontdekte ik werkelijk het nut en de noodzaak van plannen en daaruit voortvloeiend de uitstekende functie ervan als tijdverdrijf.
De aanzet voor een verslaving was geboren (overigens niet de enige uit die periode). Ik durf trouwens te zweren dat heel veel mensen ongewenst verslaafd zijn aan plannen en ik durf ook een klein beetje te zweren dat de meesten dat niet eens doorhebben. Volgens het horror vacui-principe dat zich naast de kunst en de natuurkunde (het was Aristoteles die ontdekte dat lege ruimtes in de natuur steevast als vanzelf weer werden ingevuld) ook in de filosofie heeft genesteld, komt dit voort uit een existentiële angst voor de leegte, waarbij de leegte 'het onbekende' is en de dood daarvan natuurlijk weer het meest afschrikkende voorbeeld. Om de angsten die daaruit voortkomen te beheersen is de mens volgens deze weinig opbeurende theorie voortdurend bezig zekerheid te creëren: benoemend en invullend slaat hij zich door het leven. Onze hersenen zijn zelfs al zo ver geëvolueerd dat ze dit constant én automatisch doen.
Die dwangmatige werking van mijn eigen hersenen ontdekte ik tijdens een poging tot mediteren. Bedoeld, meende ik, om dan in ieder geval wat rustiger te worden. Het kwam er echter op neer dat ik ging zitten, gefocust op mijn ademhaling met het voornemen alle langskomende gedachten te bezien en vervolgens los te laten maar shit! Wat een parade! Ik kon niet eens uitademen zonder te denken aan het uitsterven van de blauwvintonijn, mijn lekkende dak, de boekenbon en wie daar ook alweer op afgebeeld stond en hoeveel geld bij dat hoofd hoorde en of Harry Mulisch ook op de tientjesboekenbon zou kunnen staan of dat die hele bon alweer ouderwets was want heb je tegenwoordig geen pasjes en straks korianderzaadjes kopen bij Yammie Yammie de groenteboer die er ook precies uitziet als een Yammie Yammie hij begint veel vroeger met werken dan ik en kut die e-mail!
In 2,4 seconden.
Sinds dat mediteren is het een gemeen zware last om me verzekerd te weten van het denkgeweld dat zich overal tussendoor perst. Ooit was het nog slechts achtergrondrumoer, redelijk draaglijk, maar sinds mijn aandacht er als een schijnwerper langs scheerde, zie ik mijn gedachten constant in hun ware lelijkheid voorbijspringen. Samen met mijn telefoon probeer ik deze gedrochten nu te bestrijden door apps als things, notes, 2Days en agendapunten en vernuftige alarmsystemen in te zetten (dit uiteraard toegejuicht door mijn planmanie). Mijn lievelingsstrijdwapens hierbij zijn de reminders die je op een bepaalde tijd en vooral locatie kunt laten afgaan. Maar ondanks de aantrekkelijke interface die orde en rust belooft, werkt het volgens hetzelfde principe als de muur die ik ooit met schoolbordverf beschilderde (in de veronderstelling dat mijn leven meer gestroomlijnd zou verlopen als ik daar iedere dag op kon schrijven en vooral wegstrepen).
Het treurige resultaat destijds was dat ik allereerst wekenlang bij thuiskomst herinnerd werd aan de dingen die ik dus nog stééds niet had gedaan (Spaans leren, afstuderen). Niet veel later was mijn goede voornemen verworden tot een dofgrijze veegwand. Gek genoeg paste ik het zo geliefde horror vacui-principe hier nou eens níet toe en bleef de muur tot ik verhuisde effen vuilgrijs. Jammer voor je, Aristoteles, met je "elke leegte wordt opgevuld".
Alhoewel, sporadisch verscheen er toch een lief krijtbericht van een bezoeker. Precies zoals nu op mijn telefoon eigenlijk. In het woud van snoozende reminders (vooral de locatiereminders zijn funest, want die zie ik meestal pas als ik in volle vaart langs de betreffende locatie ben geracet) blijf ik de opdrachten aan mijzelf gedachteloos wegvegen, wegvegen, wegvegen. Met goddank af en toe een lief berichtje tussendoor.
Overigens is dit jaar de eerste vrouwelijke directeur van het CPB aangetreden. Laura heet ze.