De populaire intellectueel Shoshana Zuboff meent dat de westerse mens door techgiganten wordt uitgeknepen. Een pijnlijke bewering als je beseft wie er echt worden uitgeknepen, vindt Sjors Roeters.
De nieuwe hype onder intellectuelen heet Shoshana Zuboff. Voor sommigen gingen de vergelijkingen met de wereldberoemde journalist en activist Naomi Klein, en de Franse econoom Thomas Piketty nog niet ver genoeg. Nee, zij willen Zuboffs meest recente werk graag vergelijken met dat van Karl Marx. Met haar bejubelde boek The Age of Surveillance Capitalism is Zuboff, hoogleraar aan de Harvard Business School, de intellectuele superster van het moment.
Zuboff stelt dat door de samensmelting van het kapitalisme met Big Tech, wij, internetgebruikers en daarmee dataproducenten, worden uitgebuit. Big Data is de olie van de eenentwintigste eeuw. Databedrijven als Google, Amazon, Facebook, en Talpa persen data uit ons waar wij hard voor gewerkt hebben. Wij zijn de arbeiders van het platformkapitalisme, waarin wij de miljardenwinsten van de surveillancekapitalisten mogelijk maken zonder daar een cent van terug te zien. Wij worden uitgebuit, zoals fabrieksarbeiders tijdens de negentiende eeuw dat werden. Nog meer dan de vuistregel ‘als je er niet voor betaalt, ben je het product’, zijn we niet alleen het product, maar ‘het verlaten karkas’, aldus Zuboff.
Het magistrale onthaal van Zuboff in de intellectuele gemeenschap, in alle prestigieuze publicaties, maakt de gigantische blinde vlek van hen die zichzelf graag beschouwen als het denkende deel van de samenleving pijnlijk duidelijk. De ironie van het feit dat zij de westerling als slachtoffer van ons economisch systeem willen beschouwen, wordt aardig goed gevangen in Zuboffs metafoor van de uitgebuite westerse consument (de vijf procent rijksten van de wereldbevolking) als ‘verlaten karkas.’
Wij betalen doorgaans geen cent voor de diensten die we gebruiken.
Want wat wordt de westerse mens toch uitgebuit, inderdaad. Wat eist de data-arbeid toch een waanzinnig zware tol als na die achturige werkdag (waar we vooral over Facebook en Instagram scrollen, schoongemaakt van schokkende beelden als onthoofdingen en kinderporno door zwaar onderbetaalde arbeiders op de Filipijnen) we nog snel even boodschappen doen bij de Albert Heijn (waar Oost-Europeanen in de distributiecentra worden uitgefoeterd en uitgebuit). Eenmaal thuis bakken we ofwel dat visje (gevangen in Zuidoost-Azië onder omstandigheden van moderne slavernij), ofwel die biefstuk op (van koeien grootgebracht op illegaal ontboste Amazonegrond, waarvoor inheemse gemeenschappen tot op de dag van vandaag worden uitgemoord).
Voordat we Netflix aanzetten op onze tablet of laptop (gemaakt onder erbarmelijke omstandigheden in een Chinese fabriek waar zoveel werknemers van de daken springen dat het bedrijf antizelfmoordnetten moest monteren) bestellen we nog even nieuwe sneakers (geproduceerd in sweat shops in Bangladesh waar mensen voor een zestienurige werkdag minder verdienen dan wij in een kwartier op onze bureaustoel shoppend op Asos, in een comfortabel kantoor, zonder kans op het instorten van het dak met meer dan duizend doden tot gevolg), want die oude sneakers kunnen écht niet meer, ze hebben immers afgelopen zomer iets van vijf of zes (want wie houdt de tel nog bij?) festivals gezien.
Plotsklaps zijn intellectuelen verontwaardigd over uitbuiting – maar dan vooral die van de westerling.
De miljardenwinsten van onlineplatformen komen niet van ons, internetgebruikers; wij betalen doorgaans geen cent voor de diensten die we gebruiken. Het geld komt rechtstreeks van adverteerders. De adverterende bedrijven verdienen dus genoeg geld om niet alleen hun eigen aandeelhouders, maar ook die van techgiganten van riante winsten te voorzien.
De wereldwijd meest gangbare manier om zo veel geld bijeen te harken: de uitbuiting van arbeiders in landen die al eeuwen door het wereldeconomisch systeem gekoloniseerd en uitgebuit worden, zoals de Filippijnen, Bangladesh en Mexico – nu onder de noemer ‘globalisering’. Geheel en al onttrokken aan het zicht van de westerse consument, die zich uitgebuit zou moeten voelen om de data-arbeid die hij verricht met de kliks op zijn smartphone, tablet en laptop.
Voor alle duidelijkheid: ik ben het eens met de kritiek die Zuboff geeft op de techgiganten en het hedendaags kapitalisme. Hoe de mens van alle kanten op slinkse wijze wordt gemanipuleerd en daarmee ons toekomstig handelen meer en meer wordt bepaald door Big Tech. Het moord en brand schreeuwen is waar het scheef gaat lopen: plotsklaps zijn intellectuelen verontwaardigd over uitbuiting – maar dan vooral die van de westerling.
Wat is het voor westerse intellectuelen fijn dat er na eeuwen te hebben voorzien in de rationalisering van de onderwerping van de wereld aan het geweld en de uitbuiting van het kolonialisme (lees: onze “Gouden Eeuw”), nu eindelijk een intellectueel fundament voor de westerling is om in de slachtofferrol te kruipen.