Asset 14

De vrouw met de rode haren (ILY)

De vrouw met de rode haren (ILY)

In de ochtendzon op het terras vangt Greta tussen de parfumflesjes in de etalage een glimp van haar dochter op. Een verhaal van Ida Blom over de beklemming van verlies en herinnering en het zoeken naar het verleden in het heden.

Die met krullen lijkt echt op Linde. Zoals ze aan kwam fietsen: ze boog ver voorover alsof ze de wind wilde ontwijken, en voordat ze de parfumerie instapte streek ze met platte handen over haar haren. Linde wilde toen ze klein was altijd steil haar hebben. Ze dacht dat ze het plat kon krijgen als ze maar hard genoeg trok. Vroeger vond ik rode haren in ons bed, en in de broodmand. In mijn jaszak.

Ik zit aan mijn tweede prikwater bij het café en kijk hoe ze naar binnengaan, de vrouw met krullen en drie blondines. Het is ochtend en ze kussen de lucht naast elkaars wangen, zetten nieuwe flesjes in de etalage klaar en knopen strikjes om de doppen, alsof het kleine honden zijn die erop wachten om geadopteerd te worden.

Ik heb lang niet gezocht, al moet ik zeggen dat ik elke vrouw met rode haren wel iets langer in de ogen kijk. Vijfentwintig zou ze nu zijn, mijn dochter. Ik probeer niet te veel te denken aan alle mogelijke Lindes die ik mis (een Linde die haar dromen najaagt, of een die haar idealen opgegeven heeft en om zes uur op moet staan voor haar baan bij de Belastingdienst; een die een kleine op komst heeft, of een die achterloopt op haar vrienden en zonder wortels en plannen door het leven gaat).

Toen ik die zwartharige Linde voor het eerst zag, weken geleden, kon ik niet meer nadenken. Ze was in de weer met een vaatdoek en het raam en blies plukken haar uit haar rood aangelopen gezicht. Soms stak ze het puntje van haar tong uit. Ik ging bij het café tegenover de parfumerie zitten en bestelde een koffie, kijkend hoe ze poetste, haar buik tegen het raam gedrukt.

Het is ochtend en ze kussen de lucht naast elkaars wangen, zetten nieuwe flesjes in de etalage klaar en knopen strikjes om de doppen, alsof het kleine honden zijn die erop wachten om geadopteerd te worden

Even blijf ik op de drempel van de parfumerie staan. Het ruikt er schoon en zoet, ik denk aan de meisjeskamer van Linde: aan de geurkaars die ze had laten branden terwijl ze in bad lag, en die een zwarte vlek op haar dressoir had gebrand. De geur van kersenbloesem bleef nog dagen hangen. Ik hoop weleens dat ik dat gat in val als ik voor haar spiegel sta en het gevoel probeer op te roepen dat zij op bed ligt. Dat ik alleen de dekens opzij hoef te schuiven en ze zich met een woeste beweging weer in haar bed begraaft. Dan kijk ik zo lang in de spiegel dat ik de vlek in mijn ooghoek voel groeien tot een donkere poort naar een andere wereld, een waarin ze nog wel bij ons is.
Ze deed altijd zo haar best om een meisje te zijn. Ze plukte, schoor, verfde en lakte. Bodylotion met cacaoboter en glitters. Tijdschriften met versiertips. Zo maak je hem helemaal gek. Ze leken haar te kalmeren, die handleidingen voor jonge vrouwen.

Tassen vol make-up vonden we onder haar bureau toen ze net een dag weg was. We zochten naar aanwijzingen. Ik durfde niet naar binnen te gaan, mijn man wel. Ik zat op de bank en hield mijn mok met lauw geworden thee zo stevig vast dat hij had kunnen barsten. Boven klonken voetstappen, en heel even was het alsof zij dat was. Hij kwam terug van haar kamer en stalde de vondsten uit op de koffietafel. Samen bestudeerden we de vreemde objecten. Een ronde steen met een stukje zeewier eraan vastgehecht, als kleine aderen. Een schrift met to-dolijsten. Een dagboek waarvan alleen de eerste pagina was beschreven, alsof de rest te pijnlijk was om vast te leggen.

‘Die doet het erg goed,’ hoor ik naast me. Ik kijk naar mijn hand. Ongemerkt sta ik met een tube lipgloss te frunniken. Een van de blondines pakt de gloss en zet een natte streep op de rug van mijn hand. Ze kijkt ernaar alsof ze wacht tot er een chemische reactie op zal treden. Hurkend bij een lade haalt ze een diep donkerrode lippenstift tevoorschijn. ‘Dit raden we aan voor dames van uw leeftijd.’
Zwijgend pak ik de lippenstift aan en smeer hem zo op mijn lippen. De vrouw in de spiegel kijkt vermoeid terug. Ik voel me nog altijd een kind dat haar moeders make-up heeft gevonden. Dat, of een clown.
Het meisje laat haar hand op een display rusten. Ritmisch tikken haar lange nagels op het plastic. ‘Of… zoekt u iets speciaals?’ Ze fluit mee met het nummer van Katy Perry dat in de winkel speelt. Haar vriendelijkheid zakt weg. Dit is een transactie, en ik moet betalen of wegwezen.

Vroeger probeerde ik die vriendelijkheid uit te rekken. Het werkte nog weleens tegen al dat alleen zijn, om over het weer te praten met een meisje in een winkel, zo een van bijna twintig, die haar hoofd schuin houdt en net heeft ontdekt dat ze mooi is. Zij kan niet weg en ik wil niet naar huis, en zo doen we een dans van valse vriendelijkheid. Heel even spelen we oude bekenden die niets meer te bespreken hebben. Ik kan die energie sinds een tijd niet opbrengen: nu zwijg of mompel ik, sta ik aarzelend in de hoek van de winkel en been ik weg zonder iets te kopen.

Als ze bukt om een propje op te rapen zie ik de rode uitgroei pas

Daar komt het meisje met de zwarte krullen. Linde. Ze ruikt naar appels en vanille, en heeft een zwarte riem met make-up om haar middel, voor als ze opeens iemand moet opmaken. ‘Lukt alles hier, Melissa?’ Kordaat. Rechte schouders, gepoetste schoenen. Ze legt de make-up doekjes recht en schuift een prullenbakje een paar centimeter opzij. Als ze bukt om een propje op te rapen zie ik de rode uitgroei pas.

‘Misschien kan jij me helpen,’ zeg ik en ik kijk haar per ongeluk lang aan. De lippenstift leg ik terug. Mijn hand beeft lichtjes. ‘Ik heb een feest.’
‘Daar ben ik voor,’ zegt ze. Nep-Linde. Of niet. Ze trekt haar kraag recht. ‘En voor welke vibe gaan we?’
Een meisje met lange spinnenpoten als wimpers, mond halfopen en gestift, staart me aan vanaf een poster. Het fletse licht in de winkel maakt bleke gestaltes van de andere klanten.
‘Het feest is voor mijn dochter. Ze is de bruid.’ Zodra ik de woorden heb uitgesproken krijg ik het ontzettend koud. Een oude boerderij gevuld met witte rozen, of wildbloemen. Tulpen misschien. En Linde, met rode wangen van de opwinding, die zichzelf in een witte jurk met pofmouwen hijst. Of een rood zijden geval van Valentino, omdat ze niet traditioneel wil zijn.
Het meisje kijkt me niet aan. ‘Mother of the bride!’ Ze rommelt in een witte kast en pakt een palet. ‘Blushing Pink? Deze is nieuw.’ Ze geeft me roze oogschaduw en een klein zwart kwastje aan. Met gebalde vuist smeer ik wat op mijn oogleden.

Sinds een paar jaar is mijn gezicht roder, alsof ik net binnen kom na een fietstocht in een gure regenbui. Ik had een afspraak staan met een dokter die ze kon behandelen, die tekenen van verval, rimpels en groeven, aderen die aan het oppervlak komen. Dat laten de vrouwen uit het dorp doen en dan doe ik het ook, dacht ik, maar op weg naar de kliniek nam ik een andere afslag en fietste ik heel hard de verkeerde kant op. Opeens voelde het alsof ik Linde van mijn gezicht zou wissen als ik het leed weg zou laten injecteren en er enkel een glad omhulsel over zou blijven. 

Zou Linde me herkennen? Als ze naast me zou staan bij de slager, of in de verte, op het strand? Mijn haren waren niet grijs toen ze thuis was. Mijn blik was helder, ik stapte vastberaden door het leven.
Op mijn oogleden staan twee fletse roze strepen. ‘Dit kan ik niet hebben, dit soort dingen.’ Ik zucht en laat mijn schouders vallen. Ik wil dat ze me mooi maakt en dat alles goedkomt. Ze pakt het doosje aan en zegt streng, ‘We gaan onszelf niet omlaag praten. Niet in mijn winkel.’

Wanneer Linde foto’s van zichzelf nam hield ze haar LG Chocolate schuin boven haar hoofd, sperde ze haar zwart omlijnde ogen wijd open, en tuitte ze haar lippen tot ze een verbaasde ‘o’ vormden. Ze begeleidde de foto’s op Hyves met teksten als ‘Ga ik zo weer verwijderen xx’, of ‘Oeps. Lelijk. Bye.’ Het riep een koor van meisjesstemmen op in de reacties. ‘Noem jij mijn BFF lelijk???’ schreef er een, en een ander: ‘Als jij lelijk bent wat ben ik dan, schat.’ Een meisje met twee lange vlechten schreef ‘ILYSM’ onder elke foto, soms hield ze het bij ‘ILY’. De juichende meisjes waren trouw en met velen, tot die laatste foto van Linde in Zandvoort aan Zee. De lucht kleurde haar gezicht zacht oranje, en ze keek niet in de camera maar opzij, in gedachten verzonken. Ze droeg een doorzichtige lipgloss die glansde in het laatste restje zonlicht. Op de achtergrond lag een vervallen strandtent waar we ooit een Sex on the Beach hadden gedronken. ‘Leukkk,’ schreef een oude vriendin van surfkamp onder de foto. Voor de rest bleef het stil.

Het meisje dat ze vonden was niet mijn Linde, ze werkt in een parfumerie en heeft haar haren geverfd

Het meisje veegt onzichtbaar stof van haar rok en zoekt dan tussen ronde doosjes. Ze heeft dezelfde bedachtzame blik als mijn dochter. Ze reikt me een klein zwart doosje aan. ‘Is deze met gouden glans iets voor u?’
Ik kijk naar haar hand en zeg niets. De nagel van haar duim is lang en egaal gelakt. Linde kauwde altijd afwezig op haar nagel, waardoor er nooit meer dan een stompje overbleef. ‘Wat jij mooi vindt,’ zeg ik. Het meisje legt twee doosjes oogschaduw in mijn hand, zilver en goud, en laat haar hand even op de mijne rusten.

Ik reken de doosjes oogschaduw af van elk veertig euro. Terwijl ze de prijs noemt probeer ik neutraal te kijken. Als ik mijn pincode heb ingetoetst blijf ik bij de kassa staan en probeer de naam te lezen die ze om haar nek heeft hangen. Het kunnen niet meer dan drie letters zijn, maar mijn ogen zijn slecht. Zou ze met een nieuwe naam door het leven gaan?

Ze stopt de make-up in een papieren tasje en kijkt toe hoe ik die voorzichtig in mijn schoudertas schuif. ‘En nog een heel fijne dag.’
Ik knik. ‘Jij ook.’ Er valt een stilte. Ik wiebel met mijn voeten. Achter mij begint zich een rij te vormen.

Ik slik. Ik weet niets te zeggen, maar ik wil nog niet vertrekken. Mijn telefoon pak ik uit mijn zak en ik doe alsof ik iets opzoek.

Het meisje wacht. Haar ogen zijn leeg. Ze draait zich om naar de volgende klant, een grijze vrouw met een trillende chihuahua in haar tas.

Ik moet haar uitnodigen. Ze moet terug naar huis komen. Het meisje dat ze vonden was niet mijn Linde, ze werkt in een parfumerie en heeft haar haren geverfd. Ze is het huis niet uit geslopen zonder jas aan terwijl het maart was, ze heeft een opleiding gevolgd tot visagist, om nu een parfumerie te leiden met drie blondines. Ze is niet naar het water gelopen, het water dat al vele mensen had opgeslokt, ze heeft haar naam veranderd en haar haren geverfd met haarverf van de Etos. Nu bewerkt ze vrouwen met een kwast. Onzekere en zekere vrouwen, oude en jonge vrouwen, vreemde vrouwen en vrouwen die ze kent. Ik probeer haar gezicht op het hoofd van het meisje te plakken, maar het voelt alsof ze me steeds meer ontglipt, en als ik daaraan denk wil ik mezelf opsluiten in een kelder zodat mijn hersenen niets nieuws te verwerken hebben. Dan zijn we alleen, mijn flarden van Linde en ik.

Met mijn handen houd ik me vast aan de balie. ‘Ik woon twee straten verderop,’ zeg ik, ik probeer het nonchalant te laten klinken. ‘Dus ik kom wel vaker langs.’
Ze loopt om de kassa heen en staat opeens dicht naast me. ‘Hoe heet je?’ vraagt ze vriendelijk, haar ogen groot en niet de kleur van Linde.
‘Greta.’
‘Ik heet Lia. Kom gauw nog eens, oké?’ Ze kijkt alsof ze het tegen een kind heeft.

Nu kan ik haar ketting lezen. I-L-Y.

Het lijkt alsof ze haar hand op mijn schouder wil leggen, maar ze stopt hem in haar zak en loopt terug naar haar plek achter de kassa. ‘Volgende klant,’ zingt ze.
Ik loop de winkel uit. Mijn schouder brandt.

Als ik omkijk zie ik haar mijn handafdrukken wegpoetsen met een spuitfles en een gele doek.

Mail

Ida Blom (1993) is schrijver en vertaler. Haar werk verscheen op DIG, Papieren Helden en in nY. Ze is altijd eerlijk.

Cheyenne Goudswaard richt haar aandacht op het vuil in de hoek en de buurman die niemand wil. Ze gluurt voorbij de voordeur om te ontdekken wat er in de achtertuin verborgen ligt. Haar fascinatie voor het menselijk gedrag en hoe we ons verhouden tot de wereld, komen tot uiting in zachte, intieme en soms ongemakkelijke illustraties en animaties.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Herkauwen

Herkauwen

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tussen ongemak en walging in dicht Moni Zwitserloot over zowel baren als geboren worden: 'je kruipt uit je dode vel / naar buiten / de broeierige nacht in'. Lees meer

Podiumgeil

Podiumgeil

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Birsu Tamer schreef een tekst voor een acteur die als het monster van Frankenstein diens publiek bespeelt. Lees meer

Handleiding

Handleiding

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In 'Handleiding' schrijft Ettie Edens over eenzaamheid, identiteit en gezien willen worden - en over iemand die een muur van haar kamer verft en daar zo in doorslaat dat ze in de kamer verdwijnt. Lees meer

De serre

De serre

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Johanna Loman schreef een verhaal over een jonge vrouw op een klimaatprotest: Wat als je wel moreel besef hebt, maar liever je kop in het zand steekt? Lees meer

Hertenkalf 2

Hertenkalf

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tessa van Rooijen dicht in dit vierluik over het aangaan van verbindingen en het dragen van een dood hertenkalf: 'jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?' Lees meer

De tondeuse

De tondeuse

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Jana Flekken legt in fragmenten de band en rolverdeling tussen ouders en hun kind vast, en hoe die verandert wanneer een van de ouders ziek wordt. Lees meer

Mijn huid een rekbare grens (Frontaal)

Mijn huid een rekbare grens

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In dit drieluik bevraagt Isa/Isa Bob van Rooy de kaders die er gesteld zijn rondom onze natuurlijke wereld. Bestaat er eigenlijk wel een verschil tussen zelf en natuur, of tussen plant en organisme? Lees meer

Whisper Heart, The Movie

Whisper Heart: the movie

Hoe ver ga jij voor De Ware? Anne Sikma onderzoekt in dit bloedstollende verhaal de grenzen op tussen fictie en realiteit. Ben je er klaar voor? Lees meer

Voorland

Voorland

Hoe ga je om met de grote kans dat je, net als vele vrouwen in je familie, jongdementie zal krijgen? Yanaika Zomer bereidt zich voor in de vorm van een gedicht. Lees meer

Doorlaatbaar 1

Doorlaatbaar

Een jonge vrouw is mantelzorger voor haar moeder. Dit verhaal van Siska van Daele beschrijft de grens tussen hun binnen- en buitenwereld: binnen lijkt de tijd stil te staan, terwijl buiten alles doorraast. Lees meer

Lieselot 1

bloedbanen

‘Jij bént geen lijf, je hébt er een,’ stelt de therapeut in het buurthuis. Kan de ik-persoon geholpen worden? Met ‘bloedbanen’ won Sandro van der Leeuw de juryprijs van Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Lieselot

Lieselot

Twee vrouwen in een verzorgingstehuis hebben een afspraakje - maar zal de ander wel komen? Met ‘Lieselot’ won Sanne Otten Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Ondergang / Opkomst

Ondergang / Opkomst

Wat als Pangea opnieuw ontstaat en de wereld weer één land wordt? In haar beeldende gedichten fantaseert Sanne Lolkema over nieuwe en oude werelden, systemen en cirkels. Lees meer

misschien is dat waarom ik een tussenvorm bleek - gedichten

Misschien is dat waarom ik een tussenvorm bleek - gedichten

De tedere poëzie van Hilde Onis meandert langs beeldhouwers, honden met mannen-angst en verse gedachtestreepjes, en mondt uit in een zee van beelden, waarin ook de vergankelijkheid niet ongezien blijft. 'dat het beest zich meteen op me wierp / zie ik als bewijsvoering / voor dat wat uitblijft' Lees meer

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën

"Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën" is een driedelige reeks gedichten van Trijntje van de Wouw die op een humoristische manier zwaardere thema's aan weet te snijden. Lees meer

Niet aan denken

Niet aan denken

Aan de feesttafel zoekt Aafke van Pelt tussen de koetjes en kalfjes naar het contrast, de diepere laag in het banale. Lees meer

Galatea 1

Galatea

Een bezoek aan een Airbnb aan zee blijkt ook een bezoek aan asfalt, beton en een cementfabriek te betekenen. Andrea Koll plaatst dit beeld in dit door haar zelf geïllustreerde, tweestemmige gedicht tegenover het beeld van de door Pygmalion uit ivoor gemaakte Galatea. Lees meer

Steun Hard//hoofd en verzamel kunst!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe schrijvers en kunstenaars. We zijn al veertien jaar gratis toegankelijk en advertentievrij. Zo’n vrije ruimte is harder nodig dan ooit. Steun de makers van de toekomst; sluit je vóór 1 januari aan als kunstverzamelaar en ontvang in januari je eerste kunstwerk!

Word kunstverzamelaar