De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Tommy de Bruijn denkt dat gescheiden internetsferen, zoals het algoritme achter je Facebook-newsfeed, online haat in de hand werkt.
De Uitzwaaidag Sylvana Simons, het meest besproken Facebook-evenement van de afgelopen week, is offline. De reacties op de pagina varieerden van absurd tot tenenkrommend. Het zijn teksten die vroeger alleen in de beschutting van een woonkamer, bruincafé of schoolkantine werden uitgesproken.
Hoewel ik het fantastisch vind dat het internet minuscule subculturen een plek geeft om in alle rust over My Little Pony te fantaseren, hebben ook minder onschuldige groepen mensen elkaar gevonden. Racisten die Taylor Swift als Arisch ideaal verafgoden. Mannenrechtenactivisten die geloven dat het juist mánnen zijn die onderdrukt worden. Voor ieder buitenbeentje is er wel een thread op reddit of een ander duister hoekje van het internet voorhanden.
Door de relatieve anonimiteit van een zelfverzonnen gebruikersnaam en de gezichtsloosheid van de ander is het schaamteloos bekvechten. Haat met haat vergelden lijkt haast de standaard omgangsvorm. Een beschaafde discussie voeren online is daardoor moeilijk. Iemand lijnrecht tegenover me zal toch niet naar rede luisteren, denk je. Voor je tegenstander ben je net zo kortzichtig en eigenwijs.
Geen discussie zou moeten beginnen en eindigen met beide partijen compleet onveranderd van mening. Maar op internet is het makkelijk om je slechts in te laten met mensen die je mening delen. Op internet wordt iedereen ingedeeld in twee partijen, links en rechts, de één en de ander, en langzamerhand verdwijnt alle ruimte voor nuance. Bijvoorbeeld de gepersonaliseerde tijdlijn van Facebook, waarop algoritmes bepalen wat je voorgeschoteld krijgt. Dit draagt onbedoeld bij aan het creëren van de galmkamers waar het internet uit lijkt te bestaan. Wanneer de leunstoelracist zijn of haar uitgesproken mening continu bevestigd ziet kan dat niet anders dan een normaliserende werking hebben. In het licht van de andere berichten in zijn feed is zijn geplaatste reactie “Sylvana Simons Terug naar apenland” wellicht een gematigde opmerking, of op z’n minst acceptabel.
Er wordt een hoop geroepen over het tegengaan van racisme en haat – het is immers in strijd met de richtlijnen van sociale media – maar voor iedere neergehaalde pagina duiken drie nieuwe op. ‘Ik doe GEEN aangifte’, één van de haatpagina’s die eerder dit jaar werd verwijderd van Facebook, leeft verder als eigen site. Haat baart haat, en één forum hiervoor wegnemen lost het probleem niet op.
‘Over dit onderwerp moet een publiek debat worden gevoerd’, zegt hoogleraar immigratierecht Peter Rodrigues over de Uitzwaaidag in Volkskrant. En: ‘Het debat over racisme krijgt hiermee een impuls.’
Dat laatste wens ik te betwijfelen. Een debat wordt gevoerd in wandelgangen, op televisie, in de krant en desnoods op straat. Een debat is een gesprek, waar twee partijen elkaar tegemoet treden. Op internet is er geen ruimte voor debat. Alleen voor geschreeuw in de leegte, als het al tot confrontatie komt. Op het internet krijgt ieder buitenbeentje de ruimte om bezwaarlijke meningen een eigen galmkamer vol echo’s in te schreeuwen.
Een tegengeluid is er gelukkig ook. Dare to be Grey, een nieuwe beweging die ook op Facebook te vinden is, pleit voor nuance en voor het bewandelen van de middenweg.