De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Tot tevredenheid van velen maakte Rutte vorige week Donny Bonsink uit voor gladiool. Jens Bezemer denkt dat hij niet verder kijkt dan zijn neus lang is.
“Denk je nou werkelijk dat ik bij iedere gladiool in dit land, die totaal mataglap is, langsga om aan die man of vrouw aandacht te besteden?” Met deze beeldende woorden nam Mark Rutte afgelopen vrijdag, in zijn wekelijkse persconferentie, afstand van de bedenker van de Sylvana Simons uitzwaaidag. Spijtig genoeg neemt onze premier hiermee ook afstand van iets veel groters.
Iets groters dat onlangs tot uiting kwam in het Brabantse dorp Heesch. Een dorp waar ik geboren en getogen ben. Een dorp wat nergens om bekend stond, waar nooit iets gebeurde en juist daarom zo gemoedelijk en fijn was. Tot op een dag een varken aan een boom hing en een stormvloed aan xenofobe razernij het dorp overnam. ‘Nee tegen AZC’ pamfletten vielen op de deurmat van mijn ouderlijk huis met het dringende verzoek deze op het raam te plakken. Niemand had ooit van Heesch gehoord. Nu haalde het dorp het NOS-journaal.
Heesch staat niet op zichzelf. Een groot deel van de Nederlanders slaat uit angst en verwarring spastisch om zich heen. Volledig gefixeerd op een individualistisch nationalisme en een persoonlijke veiligheidscrisis die op fantoompijn lijkt, zijn ze bang geworden voor alles wat vreemd is. Bang voor jihadisten verkleed als immigranten. Bang voor een alles ontnemende superstaat verkleed als Europa. Bang voor elk minuscuul detail dat zich op een andere manier ontvouwt dan in hun uitgekiende leven op het programmaboekje staat.Een uitzwaaidag voor Sylvana Simons lijkt alleen te gaan over anoniem en infantiel racisme in de krochten van het internet, maar het toont een diepgewortelde en lege angst. Je mag van een premier verwachten dat hij het vuur voelt wat uit deze angst voortkomt. De tekens leest in een tijdsgeest en aanvoelt dat er iets broeit. Iets wat het sociale fundament aan het wankelen brengt van een zogenaamd tolerant land waar hij, volgens zijn functieomschrijving, ambtelijke leiding aan geeft. In plaats daarvan kijkt Rutte naar een steeds groter wordend gezwel op zijn arm en weigert de huisarts te bellen. Het gaat vanzelf wel weg.
Het negeren van het probleem maakt het probleem echter alleen maar groter. Zo ontstaan er twee kampen. Zij die angst hebben voor alles dat vreemd is en zo nu en dan geweld en racisme toepassen om deze gevoelens te uiten. En zij die de angst hebben dat er niemand opstaat met een verhaal dat de angst van het eerste kamp kan temperen. Ondertussen verdwijnt elk vormideaal en hebben we geen flauw idee meer wat het woord ‘samenleving’ betekent.
De crux ligt niet bij een ‘gladiool’. Of 30.000 ‘gladiolen’ op een Facebook-evenement. Het gaat om een sentiment dat honderdduizenden mensen in vervoering brengt. Aangewakkerd en opgehitst door de Limburgse politicus die op het baantje van de premier aast. Waar blijft het verhaal dat dit sentiment tempert en in goede banen leidt? Bij Mark Rutte hoeven we blijkbaar niet aan te kloppen.