‘‘Met z’n allen aan tafel, het zorgt ervoor dat de maaltijd niet uitsluitend brandstof voor het lichaam is.’’ De pedagoog spreekt de kromme zin vol overtuiging uit. We zappen snel verder naar een volgend kanaal, terwijl de borden onze schoten verwarmen.
‘‘Is het al tijd voor deeweedeedee?’’ vraag ik.
‘‘Eerst nog even boulevard,’’ zegt mijn bankgenote.
Vanuit haar kinderstoel katapulteert onze dochter een klodder hutspot naar het scherm.
‘‘Niet met je eten spelen,’’ zeg ik afwezig. De rode smurrie druipt langs het gezicht van Badr Hari.
‘‘Vind ik niet lekker,’’ verklaart Annika haar daden.
Omdat ze de ‘r’ nog goed niet uit kan spreken, klinkt het extra verwend.
‘‘Je hebt nog geen hap geproefd,’’ vermaant haar moeder.
‘‘Kinderen in Afrika zouden het van Badrs gezicht aflikken,’’ doe ik leuk.
‘‘Hij heeft natuurlijk wel gelijk,’’ wordt mijn grap genegeerd.
‘‘Wie? Badr?’’
‘‘Nee, die man op Nederland 1. We kunnen het niet meer maken om voor de buis te schranzen. We zijn toch geen aso’s? Het is niet goed voor Annika’s ontwikkeling. Ze speelt met haar eten, omdat het eten hier niet serieus genomen wordt. En eten is een serieuze zaak. Het is toch te zot voor woorden: we hebben een prachtige tafel en zitten er nooit aan.’’
‘‘Omdat hij vol ligt met papieren.’’
‘‘Die kunnen opgeruimd worden. Het leven is minder ingewikkeld dan je denkt.’’
We zwijgen onze borden leeg, terwijl John van den Heuvel een onsamenhangend verhaal vertelt dat Albert aangrijpend lijkt te vinden. Naast ons wordt om warme melk geschreeuwd en om ons heen raakt de huiskamer gedecoreerd met platgestampte wortels.
Wanneer alle papieren in lades zijn opgeborgen, blijkt de tafel gigantisch te zijn. Ik heb gedekt, met servetten en placemats en kaarsen.
‘‘Ben je bang dat de elektriciteit uit gaat vallen?’’ vraagt mijn eega wantrouwend. Ze is net thuisgekomen van haar werk.
‘‘Het is ook nooit goed. Ik heb de hele dag staan opruimen en koken, omdat jij zonodig iets te lang moest blijven hangen op Nederland 1.’’
‘‘Sorry, liefste. Het is gewoon een hele overgang, ik moet daar ook aan wennen. Maar dit is precies wat ik wilde. Dit is wat het beste is voor ons gezin.’’
‘‘Wat is dat?’’ vraagt Annika. Ze is net opgehaald uit de crèche.
‘‘Wat?’’ vragen haar ouders in koor.
‘‘Dat,’’ ze wijst naar de tafel.
‘‘Dat is...’’ ik kijk om mij heen, alsof we afgeluisterd zouden kunnen worden. En dan fluister ik: ‘‘dat is onze tafel.’’
Ik heb een spinazietaart met spekjes gemaakt, omdat iedereen in dit huis daar gelukkig van wordt.
Annika eet opvallend geconcentreerd en netjes. Ze kijkt bij elke hap alsof ze alle smaken tot zich door laat dringen.
‘‘Hoe was jouw dag vandaag?’’ vraag ik aan mijn vrouw, terwijl ik haar glas bijschenk.
‘‘Och, ja. Wel prima eigenlijk. Dat vraag je anders nooit. Ik vind dit lastig hoor.’’
‘‘We moeten het toch ergens over hebben.’’
Twee minuten lang is het doodstil in huis.
Dan kijkt Annika haar tafelheer en -dame triomfantelijk aan en zegt: ‘‘Dit is... De Wereld Draait Doorrrrrrrrr.’’ Het is de perfecte imitatie van een Matthijs van Nieuwkerk die nog op zijn ‘r’ moet oefenen.
Omdat Kaspers vaste illustrator Gino Bud Hoiting deze week per abuis op Art Basel in Miami is beland, staat op de voorpagina een beeld van Kasper, Kaspers tafel en de staart van Muis uit de onvolprezen Verfilmde SMS.