Mijn vrijgezelle status is een tijdelijke toestand. Althans, als het aan mijn omgeving, de maatschappij en God ligt tenminste. Behalve een eindige, is single zijn tevens een behoorlijk schizofrene conditie. Want ook al is het hele universum erop gebrand om mij zo snel mogelijk in een twee-eenheid te veranderen, zolang ik alleen ben, moet ik vooral genieten. Ik mag allerminst bezig zijn met een liefje vinden: te veel druk werkt averechts. ‘Zodra je het loslaat, komt het vanzelf’ (u mag gillen, beste lezer) is het holklinkende devies. Ermee bezig zijn zonder ermee bezig te zijn: knap staaltje mindfulness van degene die dat voor mekaar krijgt.
Tegelijkertijd wordt van mij en mijn soortgenoten (of beter gezegd, lotgenoten) verwacht dat we altijd iets kunnen vertellen over de voortgang in ons liefdesleven. Vol verwachting gissen mijn toehoorders naar verhalen: “En hoe gaat het nou met de liefde?” (gillen mag nog steeds). Natuurlijk kan ik hem of haar vertellen dat ik de dag ervoor nog teleurgesteld en verdrietig naar huis fietste nadat ‘het gewoon niet ging werken’ met jongen nummer zoveel. Of dat het vooral irritant is om aan de kant te worden gezet door iemand die je zelf niet eens echt leuk vindt.
Illustratie: Aart-Jan Venema
Idealiter zou mijn liefdesleven in de tijd zonder relatie er als volgt uitzien: Leuke Jongen dient zich aan. Ik: “Hé, ik leuk, jij leuk, wij leuk: zullen we een maand of drie met elkaar naar de film, uit eten en seksen?”. Waarna ik de manspersoon in kwestie – wanneer hij erachter is gekomen hoe eloquent en intelligent ik werkelijk ben – zonder al te veel genade gedesillusioneerd achterlaat en doorga naar een volgend project. Zo zou ik optimaal gebruikmaken van mijn ongebondenheid, en behalve mijzelf ook de mensen om mij heen tevreden stellen. Maar de praktijk loopt meestal anders: de beste man heeft het na drie dates wel gezien, of verwart mijn vraag om mee uit eten te gaan met een huwelijksaanzoek, waarna hij vliegensvlug rechtsomkeert maakt. Of zijn vloer ligt bezaaid met pizzadozen – inclusief schimmelende, half aangevreten inhoud – en computerspelletjes, waarna ik besluit dat de leeftijdsgrens van mijn scharrels toch echt een stuk omhoog moet.
Hoe ongelukkig en alleen je je kan voelen door dit soort frustrerende scenario’s, blijkt niet het materiaal waarop de (gebonden) mensen zitten te wachten. De meelijwekkende blikken die ik met deze ongezellige waarheid heb mogen ontvangen, waren niet te versmaden. Of nog erger: ik krijg de totaal nutteloze opmerking ‘hoe kan dat nou, zo’n leuk meisje als jij zonder vriendje?’ naar mijn hoofd geslingerd. In plaats daarvan hang ik dus de (heeft u uw keel nog niet schor gegild?) Happy Single uit, ondanks de afloop van mijn recente ‘avonturen’. Niets treuriger dan een Unhappy Single.
De laatste impasse van de spagaat: mocht er zich een potentiële kandidaat aandienen voor de lange termijn, eentje die met liefde elke avond je voeten masseert, kopjes kruidenthee zet en zich met jou in zijn armen aan een liaan de slaapkamer in zwiept, schakel dan direct al je emoties uit. Verwachtingen of een voorzichtig hoopvolle blik op een e-ven-tu-ele gezamenlijke toekomst benauwen alleen maar, je moet het spel spelen, anders valt er niks te veroveren.
Oh, maar wees vooral wel jezelf. Dan ben je het aantrekkelijkst.

Noor Spanjer (Amsterdam, 1982) is freelance journaliste en mediawetenschapper. Als nieuwerwetse minstreel is zij altijd op zoek naar persoonlijke verhalen en daarnaast is ze ideologisch inzetbaar voor feministische zaken en andere nature-nurture kwesties.

Aart-Jan Venema is freelance illustrator en verhalenverteller. Hij werkt onder andere voor NRC.next, de Groene Amsterdammer en hard/hoofd.