Lange tijd hadden mijn vrienden en ik ongeveer evenveel geld: we studeerden en we kregen allemaal een basisbeurs, maar moesten vaak nog geld bijlenen van DUO want van de 250 euro per maand die we (toen nog) van de overheid kregen kon niemand rondkomen. K. werkte in de horeca en leende 100 euro per maand bij, P. kreeg geld van haar ouders dat ze misschien ooit nog terug zou moeten betalen, S. zette haar lening maximaal. Zelf was ik een te ijverige student voor een bijbaan dus leende ik 400 euro per maand, maar ik at vooral boterhammen met smeerkaas en woonde op een spotgoedkope kamer. Geld hadden we allemaal niet echt, en dat wisten we van elkaar.
Inmiddels zijn we tien jaar verder, en beginnen zich verschillen af te tekenen die ik (noem het naïef) niet had zien aankomen. Zo had vriend W. toen we student waren nooit ergens geld voor, en vriendin S. zei altijd: ik betaal de boodschappen wel. Inmiddels kan W. een hypotheek krijgen omdat zijn ouders geld inleggen en hij geen studieschuld heeft, terwijl S. geen vermogende ouders heeft, een baan waar ze net van kan rondkomen en bijna 50.000 euro schuld.
Waar sommige onderwerpen uit de taboesfeer worden getrokken, lijkt geld er kalmpjes in te blijven zitten.
Geld is een beetje een ongemakkelijk onderwerp, en waar sommige ongemakkelijke onderwerpen (zoals seks of ziekten of politieke voorkeur) uit de taboesfeer worden getrokken, lijkt geld er kalmpjes in te blijven zitten. Tot voor kort begreep ik niet (noem me nog eens naïef) waarom mensen niet aan anderen vertellen hoeveel ze verdienen, of hoeveel ze op hun spaarrekening hebben staan. Zo vertelde ik laatst aan mijn huisgenoot dat ik nu eindelijk een parttimebaan heb waar ik best goed mee verdien. Hij vroeg hoeveel, onthield alleen het bruto fulltime bedrag dat ik noemde, en vond mij vanaf dat moment een krent als ik zei dat ik het niet nodig vond om een nieuw koffiezetapparaat te kopen. Een blender, een stofzuiger en een vloerkleed later riep hij ‘maar jij verdient toch vet goed’ en toen heb ik die mythe rondom mijn salaris (die dus eigenlijk geen mythe is, alleen nogal relatief) met de grond gelijk gemaakt.
Met dit soort informatie gaat het principe van gelijk oversteken op. Maar ik kan niets met hem vergelijken, want ik weet niet wat hij verdient, hoeveel hij spaart. Ik weet dat hij crypto’s gekocht heeft, maar hij zegt niet hoeveel, en dat is natuurlijk zijn goed recht. Ineens voel ik me in mijn hemd staan. Alsof ik alles prijs heb gegeven, en hij naar me staat te kijken.
Mijn studieschuld is inmiddels afgelost en omdat ik in mijn eentje natuurlijk geen huis kan kopen in een stad waar ik wil wonen, huur ik wederom een goedkope kamer, dus ik heb het geluk te kunnen sparen. Met een vriendin in een soortgelijke situatie oriënteer ik me met knikkende knieën op het kopen van aandelen op de beurs. Het voelt veel te volwassen, en tegelijk praten we weer over geld zoals we tien jaar geleden deden toen we niks te besteden hadden. We weten precies hoeveel de ander heeft zodat we elkaar kunnen helpen bij het uitdenken van een zogeheten beleggingsstrategie, en we proberen niet over die bedragen te oordelen of er trots op te zijn. Zo wanen we ons bijna weer student, met als enige verschil dat we af en toe toch even ongemakkelijk stilstaan bij hoe oneerlijk de wereld verdeeld is, en bij hoe bevoorrecht we inmiddels zijn.
Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.
Dymphie Huijssen (1995) is een illustrator en animator die zich bezighoudt met het visualiseren van complexe gevoelens. Haar werk kenmerkt zich door een zekere elegantie, kwetsbaarheid en een tikkeltje melancholie.