Hard//hoofd heeft een nieuwe columnist! Na het open einde van Kasper van Royen hebben we eindelijk een geschikte opvolger gevonden. Wij verwelkomen dichter, (toneel-)schrijver, winnaar van de Lowlands Schrijfwedstrijd 2016 en docent Duits Iduna Paalman. Om de woensdag zal zij haar woorden laten dansen op onze website, met illustraties van Tsjisse Talesma.
In een kledingwinkel waar hemdjes met drie glitters erin geweven zestig euro kosten sta ik een velours broek te passen. Buiten het pashokje kneedt de verkoopster haar opdringerigheid in leuke vormpjes voor het moment dat ik naar buiten zal komen. ‘En daarna ben ik nog even alle ellende van me af gaan skaten,’ zegt mijn broertje door de telefoon. ‘Luister je nog?’
Mijn broertje laat soms weken niets van zich horen en dan moet er opeens gebeld worden, vaak op onhandige momenten. ‘Idoen kunnen we bellen,’ appt hij dan nadat hij me al vier keer gebeld heeft zonder dat ik heb opgenomen. Als ik de gemiste oproepen zie blijf ik schrikken. Hij heeft per ongeluk een overdosis drugs genomen terwijl hij dacht dat het vitaminepillen waren, hij ligt als puree onder een vrachtwagen, zijn wandelende tak is eindelijk overleden, of erger: zijn wietplantje, hij heeft me nodig, NU.
‘Maar dat hielp niet echt want bij de backside heelflip is m’n deck ook nog gebroken. Kijk weet je, ze heeft niet eens gezegd waaróm,’ zegt hij. Ik prop mijn hemdje in de broek. De knoop duwt in mijn buik, ik voel me een oud gestoffeerd meubelstuk.
‘Zit ie goed?’ hoor ik het verkoopmeisje zeggen. ‘Ik heb hier ook een maat s hoor voor als ‘ie te groot valt. O ik ben ZO benieuwd!’
Mijn plan was een chique broek aan te schaffen waar ik mij tijdens de feestelijkheden van de laatste helft van deze maand af en toe subtiel in kan verstoppen en juist toen ik een uitdagend exemplaar zag hangen – een soort combi tussen een gordijn en een Siamese korthaar – belde mijn broertje met problemen: er was een meisje dat geen tweede date met hem wilde.
‘Wacht even,’ zeg ik tegen hem. Ik loop het pashokje uit. De broek wappert prettig rond mijn benen. Het voelt alsof ik geaaid word.
‘En en en, hoe valt ie?’ vraagt de verkoopster.
‘Ja dat ga ik nu bekijken hè,’ zeg ik. Ik werp een eerste blik in de wandspiegel.
‘Prachtig,' zegt het meisje, ‘je benen lijken wolkenkrabbers zo lang!’ Ze straalt. Volgens mij meent ze het. Ik kijk weer naar mijn onderlijf.
‘Ik zou het doen,’ zegt ze.
‘Idoen wat moet ik nou doen zeg even,’ jengelt mijn broertje door de telefoon.
Eén seconde lang wordt de winkel een waaierig veld en veranderen alle stemmen in kleine insecten die cirkelen en zoemen. Ik haal diep adem. Dan glimlach ik breed naar de verkoopster, zeg dat ik mij de feestdagen zonder deze broek niet voor kan stellen, vertel mijn broertje in een bondig stappenplan dat meisjes soms achterbakse honden zijn en hoe hij ze moet benaderen en maak nadat ik de broek heb afgerekend als klap op de vuurpijl een praatje met een vrolijke Parooljongen die buiten de winkel in de regen staat.
De wereld is mooi door opdringerige mensen, ik doe fijne dingen door opdringerige mensen, zonder opdringerige mensen zou ik een saai en mul zandpad zijn waar nooit eens iemand overheen liep. Laten we opdringerige mensen eren, denk ik als ik naar huis fiets. Laten we ze knuffelen en wikkelen in lappen velours.
Iduna Paalman (1991) is al bijna vier jaar columnist voor Hard//hoofd. Haar poëziedebuut ‘De grom uit de hond halen’ verscheen in het najaar van 2019 bij Querido. Ze won er de Poëziedebuutprijs 2020 mee. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Revisor, De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad.
Tsjisse Talsma gaat het liefst met zijn schetsboek de wereld rond.