In de middeleeuwen stierven mensen als ratten en kwamen kwakzalvers aan de deur met wondermiddelen tegen ziektes en geheimzinnige flesjes met levenselixer.
Tegenwoordig worden we zo oud dat we niet meer willen leven en komt de kwakzalver aan de deur met wondermiddelen om er tussenuit te piepen. Dat gebeurt, zoals onlangs getoond in een reportage van Nieuwsuur, in de persoon van Gert R. van de Coöperatie Laatste Wil.
We zagen Gert R.; een wat gezette oudere man, witte manen rond de kalende top van zijn schedel, ketting om de nek en gekleed in een ongestreken beige overhemd. Hij zat licht voorovergebogen en hield een doorzichtig kokertje met een witte substantie wervend omhoog voor zijn toehoorder, een oude mevrouw.
Deze man had iets in de aanbieding.
In de middeleeuwen zou hij een marskramer geweest zijn, maar dan met een grote hoed, een bruine cape met daaronder een smoezelig boezeroen. Hij zou zeggen dat hij het eeuwige leven verkocht.
De man van de Coöperatie Laatste Wil deed het omgekeerde, hij verkocht de dood. Een eenvoudig, legaal conserveringsmiddel; neem het in met wat water en u geraakt vanzelf in een dodelijke coma, enige bijwerking wellicht wat hoofdpijn.
Het was een even grandioos als dodelijk pr-moment. Grandioos omdat ongetwijfeld velen, net als ik met open mond voor de tv zaten: volle aandacht. Dodelijk omdat de indruk was: enge man, net even te enthousiast.
Van welk merk het middel was wilde de coöperatie op tv overigens niet onthullen, dat detail is voorbehouden aan de enkele duizenden coöperatieleden. Evengoed kwam er via internet een run op conserveringsmiddelen, maar op de verkeerde, zo legde een arts uit in een latere uitzending van Nieuwsuur: men kocht middelen die tot een pijnlijke en spastische doodstrijd zouden voeren.
Of en hoeveel mensen met de verkeerde conserveringsmiddelen na het optreden van Ger R. een nare dood zijn gestorven weten we niet. Hoe dan ook: hij heeft zijn minute of fame gehad.
Voor de duidelijkheid meld ik even dat ik vind dat mensen zelf mogen beslissen over hun eigen dood. Ik ben dus voor euthanasie en voor het verschaffen van goede middelen aan oude mensen die zonder terminale ziekte eruit willen stappen.
Maar om de middelen nu zo voor het grijpen te leggen - de Coöperatie Laatste Wil streeft naar een dood zonder bemoeienis of begeleiding van derden - ging mij opeens wat ver. Misschien ben ik momenteel wat al te gespitst op oude mensen en dood; een goede vriendin tobt met een dementerende moeder die dood wil, maar ook weer niet.
Zelf denk ik dat een beetje meekijken geen kwaad kan. Al is het maar om een al te eenzaam vertrek te voorkomen, of verkeerd gebruik van medicatie en complicaties tegen te gaan.
Ik kan mij voorstellen dat als het zover is, je een vertrouwd persoon bij je wilt hebben en vooral een betrouwbaar middel tot je beschikking.
Bij Gert R. met zijn doorzichtige kokertje - voor een zogenoemd vlot en proper einde - zou ik argwanend zijn. En ik zou bovendien eerst het tafelzilver opbergen.
Loes de Fauwe is journalist en oud-verslaggever van Het Parool. Ze publiceerde twee boeken, Kasba Holland (met Arthur van Amerongen) en Een moeilijke jeugd. Sinds Loes afscheid nam van de krant verheugt ze zich in haar bestaan als gepensioneerde. Zonder plichten, zonder wekker, maar nog steeds met een nieuwsgierige blik op de wereld.
Daphne Prochowski is een illustrator uit Groningen. Haar werk is te omschrijven als kleurrijk en verhalend.