Het was haar idee om af te spreken in het fotografiemuseum. Er zou een boeiende tentoonstelling te zien zijn.
‘Deze fotograaf toont het leven zonder opsmuk, zonder franje,’ stond in een van haar laatste Tinderberichten.
Pas wanneer ik op de fiets naar het museum zit, bedenk ik dat ik nauwelijks iets van haar weet. We hebben bijna uitsluitend uitgaanstips uitgewisseld. Dat wil zeggen, zij heeft mij tientallen tips doorgestuurd over wat ik allemaal op Terschelling kon doen.
Twee weken geleden was ik daar op vakantie met mijn ouders, tante en dochter.
‘Wat zit je toch de hele tijd op je telefoon te spelen?’ had mijn vader gevraagd.
‘Een bekende heeft suggesties over wat we hier kunnen doen,’ murmelde ik.
‘Nou, ik heb hier ook een gidsje waar dat allemaal instaat,’ zei mijn vader.
In dat gidsje was hij al dagenlang bezienswaardigheden aan het omcirkelen. Sinds we hier waren aangekomen had het aan een stuk door gestortregend, waardoor we ons huisje niet uit konden. Annika speelde op de iPad spelletjes die educatief schenen te zijn, mijn moeder en tante concentreerden zich op cryptogrammen, mijn vader had zijn gidsje, en ik had – als kersverse vrijgezel die enige weken met de gedachte had gespeeld - Tinder geïnstalleerd.
Fiona was mijn allereerste match. Ze had lang krullend haar en keek licht loensend de camera in. Haar hobby’s waren kranten lezen met goede koffie, broodjes caprese en slenteren door Berlijn.
‘Heb je het leuk op Terschelling?’ was het eerste wat zij vroeg.
‘Hé, hoe weet jij nou dat ik hier ben?’ schreef ik terug.
Een domme vraag natuurlijk, maar ik had me nog niet zo in het medium verdiept. Fiona vertelde dat ze er elk jaar kwam, dit eiland was haar baken van rust. Morgen ging ze terug naar Amsterdam en wanneer ik daar ook weer was konden we wat afspreken.
We staan nu al enkele minuten voor een portret van een mager meisje dat gehurkt zit boven een vloer vol injectienaalden.
‘Zie je hoe zelfs het zonlicht grauw is?’ vraagt Fiona met overslaande stem.
‘Ja, zelfs dat,’ zeg ik en ik leg mijn hand op haar rug, om deze meteen weer terug te trekken. Wat is het moment om fysieke toenadering te zoeken? Hoe doen mensen dit? Ik wil niet de indruk wekken dat het grauwe zonlicht voor mij enkel een excuus is.
Daarna drinken we speciaalbiertjes in het museumcafé. Fiona hoort mij uit over Terschelling.
‘Wat vond je van het wrakkenmuseum?’
‘Heel fascinerend,’ zeg ik. ‘Al die wrakken bij elkaar en zo.’
‘En wat vond je dochtertje van het ponyrijden?’
‘Ook dat was een succes, ze was niet van die pony af te slaan.’
Onze laatste dagen op Terschelling was de regen afgenomen en hadden we Fiona’s tips opgevolgd. Het kostte wat moeite mijn vader te overtuigen om ruimte te maken tussen alle opgespaarde cirkels, maar ik zette door zodat ik dan tenminste een gespreksonderwerp had bij mijn eerste date.
‘Bedank die kennis maar namens mij, hoor,’ had mijn vader gezegd. ‘Dat wrakkenmuseum had ik niet willen missen.’
Wanneer we onze fietsen hebben losgemaakt, zoenen Fiona en ik wat onhandig.
‘Nogmaals dank,’ zeg ik, nadat ik mijn mond van de hare heb losgemaakt. ‘Ook namens mijn vader.’
Daarna fietsen we elk een andere kant op.
Tinder blijkt een verslavende werking te hebben. Binnen enkele dagen heb ik meer dan dertig matches, maar zoveel verschillende gesprekken door elkaar heen voeren blijkt best lastig. Het komt voor dat ik namen door elkaar haal, waarna ik merk dat een match meestal snel wordt afgebroken.
Tijdens het swipen houd ik enkele criteria voor ogen. Meisjes die poseren met exotische dieren, skistokken of parachutes vallen af, evenals foto’s waarop ze met hun grootouders of volledige vriendinnengroep staan, of waarop ze hun onzekerheid proberen te maskeren met een al te kolderieke uitdrukking. Maar afgezien van deze eenvoudige afknappers valt lastig te zeggen waarom ik de ene persoon naar links en de andere naar rechts veeg. Het is een beslissing die steeds binnen enkele seconden gemaakt wordt, zoals ik vroeger middagen gedachteloos zappend voor de tv doorbracht. Wat ik zoek en óf ik eigenlijk wel ergens naar op zoek ben, daarvan heb ik geen idee.
Illustratie: Jesse Strikwerda
Mijn tweede date heet Andrea. Ze heeft donkere ogen, glinsterende oorbellen en is executive consultancy management coach. We hebben afgesproken op een terras bij mij op de hoek.
‘Zo, Kasper,’ zegt ze en kijkt me indringend aan. ‘Vertel eens wie jij bent.’
‘Wel,’ zeg ik, ‘ik ben dus Kasper, alhoewel dat natuurlijk slechts mijn naam is, maar ik vind het een prima naam. Je hebt ook mensen die anders hadden willen heten, maar dat heb ik niet zo.’
‘Wat ontzettend fijn om te horen!’ zegt Andrea vertederd. ‘Ook ik ben heel tevreden met mijn naam.’
‘Nou,’ zeg ik, ‘laten we dan proosten op onze namen.’
En dat doen we.
Na enkele biertjes zegt Andrea dat ik naast haar moet gaan zitten. Ik volg de instructie, terwijl ik verder praat over de voordelen van koptelefoons boven oordopjes. Midden in een zin kust Andrea mij op de mond. Na enkele minuten te hebben gezoend neemt zij een slok van haar biertje.
‘Het is natuurlijk ook gewoon beter voor je oren om te kunnen ademen,’ hervat ik mijn betoog.
‘Weet je dat jij echt totaal anders zoent dan je praat?’ vraagt Andrea.
‘Is dat zo? Nee, daar had ik geen idee van.’
‘Je praat nogal, euh, omslachtig en je zoent juist behoorlijk aandachtig.’
‘Nou ja, het zijn natuurlijk ook twee zeer verschillende activiteiten. Ik bedoel, je doet het beide weliswaar met je mond, maar...’
‘Ik ben benieuwd wat jij nog meer met je mond kan,’ onderbreekt Andrea mij met een brutaal lachje.
‘Oh, nou, even nadenken. Ik zing mijn dochter natuurlijk wel eens in slaap, maar...’
Opnieuw wordt mijn zin afgebroken door een zoen. Daarna vragen we de rekening en waggelen we naar mijn huis.
Een paar dagen later vindt mijn derde date plaats. Ik heb afgesproken op hetzelfde terras waar ik met Andrea zat. Terwijl ik plaatsneem aan hetzelfde tafeltje, vraag ik mij af of de bediening mij zal herkennen en vraagtekens zal zetten bij het feit dat ik hier steeds met een andere vrouw zit. Behoedzaam verplaats ik naar het tafeltje ernaast, hopelijk scheelt dat wat.
Leonoor laat lang op zich wachten. Deze tweedejaars studente vrijetijdskunde blijkt in het echt nog knapper dan op de foto. Ze vraagt waar ik zoal uitga.
‘Wel, eigenlijk ga ik de laatste tijd weinig de deur uit,’ leg ik uit. ‘De helft van de week ben ik natuurlijk met mijn dochter en...’
‘What the fuck, heb jij een dochter?’
‘Ja, dat staat toch ook in mijn profieltekstje.’
‘Die tekstjes leest toch helemaal niemand!’
‘Oh, dat wist ik niet. Hoe dan ook, ik ben een half jaar geleden gescheiden en...’
‘Je was getrouwd? Sorry, ik geloof dat ik nog een wijntje nodig heb, hoor. Dit moet ik even verwerken.’
Ik vermoed dat deze date tot mislukken gedoemd is, maar als ik na enkele wijntjes vraag of Leonoor nog wat bij mij komt drinken zegt ze: ‘Ja, laten we dat dan maar in godsnaam doen’.
Terwijl ik haar ontkleed, vloekt ze. Ze is op een legoblokje gaan staan.
De volgende dag ga ik dineren bij mijn ex. We hebben wat praktische zaken te bespreken, zoals de verdeling van keukengerei en het opheffen van de gezamenlijke rekening. En er scheen ook iets met luizen te zijn.
‘Ik moet je even checken hoor,’ zegt ze streng.
Waarom voelen haar handen door mijn haar zoveel intiemer dan wat ik met mijn drie dates heb meegemaakt? De handdoek op tafel vult zich met krioelende beestjes.
‘Ik zou je contacten maar even inlichten,’ oppert ze zakelijk.
Ik begrijp wat ze bedoelt. Een tijdje terug kwamen we elkaar op Tinder tegen. Gelukkig waren we beiden sportief genoeg om elkaar naar rechts te vegen.
Fiona reageert gelukkig gelaten. ‘Tja, dat is nu eenmaal het risico van een date met een papa,’ schrijft ze. Andrea merkt op dat dit een van de weinige soa’s is die ze nog niet op haar lijstje had staan. Leonoor is furieus. ‘WEET JE HOEVEEL MIJN HAAR VOOR MIJ BETEKENT?! DIE CHEMISCHE SHIT GA JIJ WEL MOOI DOKKEN.’
Ik ben wel weer even uitgedate. Het leek een onschuldige uitwisseling van zelfgecreëerde illusietjes, maar nu er vrouwen door de stad lopen met sporen van mijn dochter op hun hoofd, komt het echte leven toch net iets te dichtbij.