Ik zit op de bank een video te kijken van mensen die onder luid gejuich het geslacht van hun ongeboren kind kenbaar maken door een doos te openen waar roze heliumballonnen uit omhoog schieten, een zogenaamde gender reveal party, als Margreet belt. Het is de vierde keer dat ze belt in een half uur, het grinniken is me inmiddels vergaan. Vier keer is niet goed. Vier keer is te veel.
Een week geleden stuurde ik Margreet een kaart. Ik vroeg haar hoe het ging, en omdat er daarna nog veel ruimte over was op de kaart begon ik een monoloog over mezelf. Ik sloot af met dat ik nog regelmatig aan haar dacht (wat zo is), en dat ik haar soms wel een beetje miste (wat niet zo is).
Een paar dagen later stond ze op mijn voicemail. Ze bedankte voor de mooie kaart, vertelde dat haar zoon die aan haar had voorgelezen. Haar ogen gingen rap achteruit. Ze zou nog wel weer eens bellen, zei ze.
‘Ha Idoen!’ zegt ze nu triomfantelijk. ‘Ik heb je te pakken! Eindelijk!’
‘Ha Greet,’ zeg ik.
‘Zeg, bedankt voor jouw prachtige kaart! Die zonnebloemen. Schitterend.’
‘Geen dank, ik moest aan je denken.’
‘Ja, werkelijk geweldig. Vertel kind, hoe issie.’
‘Eh nou, Greet. Wij hebben elkaar net al gesproken.’
‘Nee?’
‘Jawel, wij hebben net met elkaar gebeld, en we hebben toen ook een afspraak gemaakt. Om koffie te drinken. Maandagochtend over twee weken.’
‘Echt? Och lieffie ja ik ben wat warrig soms. Gut wat stom. Sorry.’
‘Dat geeft helemaal niets. Maar maandag dus! De vierde.’
‘Maandag de vierde, maandag de vierde. Dat zou ik dan in de agenda moeten hebben geschreven.’
‘Kijk maar even.’
‘De zevende, de zesde, oh ja kijk, hier staat het. Maandag de vierde. Iduna Paalman.’
‘Zo heet ik ja.’
‘Ja zo heet jij ja. Hahaha, ja. Zo heet jij.’
In de tijd dat Margreet mijn hospita was, had ze een spannender leven dan ik. Ze bezocht Franse muziekfestivals, rookte joints op woonboten van haar vriendinnen en bleef altijd veel te lang weg op de avond van haar naaktschildercursus. Elke dinsdagavond dronken we met z’n tweeën een fles wijn leeg en vroeg ze naar mijn liefdesleven. ‘Vrouwen zijn niet vrij,’ zei ze vaak. ‘Vrouwen zijn niet vrij. Pas maar op. Voor je het weet vergeet je hoe je moet nadenken, doet de man het voor je.’
De eerste keer dat ik een jongen mee naar huis wilde nemen was Margreet goddank op een pianolafestival in de Spaanse Pyreneeën. Toen ze weer thuiskwam en vroeg of er nog ontwikkelingen waren zei ik: ‘Er is iemand.’
‘Oei,’ zei ze.
‘Ja,’ zei ik.
‘Waar is ‘ie?’ Ze keek rond alsof de jongen zich in de koelkast had verstopt en nu tevoorschijn mocht komen. Toen begon ze hard te lachen. ‘En nu wil je mij zeker vertellen dat ik mij moet gaan voorbereiden op wekelijks herenbezoek.’ Ik keek haar aan, stil. Het was haar huis, waar ik te gast was. Zo voelde dat toch. ‘Kind wat leuk. Maar ik hoop één ding. Dat ‘ie je nooit gaat vertellen wat het beste voor je is.’
Als ik het telefoongesprek beëindig gaat op mijn telefoon automatisch de gender reveal party door waar hij was gestopt. De roze ballonnen vliegen naar het plafond en stoten daar hun kop. Een meisje begint te juichen, haar jongere broertje zet het op een krijsen. ‘It’s a giiiiiiiirl, a giiiiiiiiiirl!’ roept een vrouw. ‘O my god a giiirl I can’t beliieeeeeve it!’ Ineens mis ik Margreet wel echt.
Na tien minuten (er zijn inmiddels nieuwe gender reveal-filmpjes gestart, ik blijf er wezenloos naar staren) gaat mijn telefoon weer.
‘Ha Idoen!’ klinkt het. ‘Ik heb je te pakken! Eindelijk!’
‘Ha Greet,’ zeg ik.
‘Zeg, bedankt voor die mooie kaart! Zo schitterend, die zonnebloemen.’
‘Geen dank, ik moest aan je denken.’
‘Ja, daar heb je me echt blij mee gemaakt. Vertel kind, hoe issie.’
‘Eh nou, Greet. Wij hebben elkaar net al gesproken.’
‘Nee?’
Iduna Paalman (1991) is al bijna vier jaar columnist voor Hard//hoofd. Haar poëziedebuut ‘De grom uit de hond halen’ verscheen in het najaar van 2019 bij Querido. Ze won er de Poëziedebuutprijs 2020 mee. Ze publiceerde onder meer in De Gids, De Revisor, De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad.
Kalle Wolters (1993) is een illustrator uit Groningen. Geïnspireerd door de Klare Lijn en affiches van de Russische Avant-garde ontwerpt hij posters, verpakkingen en maakt hij illustraties bij artikelen. Daarnaast maakt hij deel uit van het illustratiecollectief Knetterijs.