Het is verkiezingstijd, de campagnemolen draait op volle toeren. We kennen de gezichten van de lijsttrekkers en aan hun versierpogingen valt niet te ontsnappen. Maar achter Mark, Jesse en Kees schuilt nog een andere wereld: die van de ‘chef online’, de ‘medewerker cluster strategie’ en de ‘adviseur lokale afdelingen’. Wie zijn de mensen achter deze onmogelijke functietitels, en waarom zijn ze belangrijk? Deel I: Leon Boelens (1988), grassrootsmanager bij GroenLinks.</p class> Een grassrootsmanager, wat moet je je daarbij voorstellen? De term grassroots komt uit de sociologie en slaat terug op politieke processen die aan de basis worden ontwikkeld. Beleid vanuit de grassroots is beleid dat door burgers in plaats van beleidsmakers wordt bedacht en ontwikkeld. Ook politiek activisme vanuit gemeenschappen valt onder het begrip grassroots. De functie 'grassrootsmanager' klinkt dus nogal tegenstrijdig: het managen van processen die juist spontaan en vanuit de burgers zelf zouden moeten ontspruiten. Hoe zit dat precies? Ik bel de manager in kwestie voor opheldering.
Leon Boelens werd in de lente van 2015 lid van GroenLinks. Hij was een actief lid: in Utrecht ging hij langs de deuren. Vanwege zijn ideeën voor de campagnestrategieën van de partij, werd hij gevraagd fulltime voor GroenLinks te komen werken. Als grassrootsmanager dus.
‘Officieel ben ik communitymanager', vertelt Leon aan de telefoon. 'Maar eigenlijk zou je me meer ‘chef activatie’ kunnen noemen. Dat houdt in dat ik verantwoordelijk ben voor het op gang houden van de campagne door vrijwilligers. De vraag waar ik me mee bezig houd is: hoe krijg je mensen die bijvoorbeeld de GroenLinks-facebook pagina liken ook echt de straat op? We willen van onderaf een beweging mobiliseren en je moet het mensen daarbij zo makkelijk mogelijk maken zich in te zetten. Er zijn heel veel mensen die mee willen doen met de GroenLinks-campagne dit jaar, maar je moet ze wel zover krijgen dat ze ook echt actie gaan ondernemen.’
De spontane actie proberen te managen, dus eigenlijk. Maar hoe gaat dat in z'n werk? Stel, ik like de GroenLinks-pagina op facebook. Hoe zorg jij als grassrootsmanager dan dat ik langs de deuren ga?.
Leon: ‘We kunnen proberen om gewoon op facebook te posten: oké, leuk dat je GroenLinks steunt, ga de straat op. Maar zo werkt het niet. Je moet de juiste momenten aangrijpen. Bijvoorbeeld: Trump komt met de muslim ban, Jesse spreekt er schande van in een post en onderaan zetten we: “Doe mee”, met een link naar de website erbij. We spelen in op het gevoel van “we moeten iets doen” dat veel mensen hebben bij het horen en zien van nieuws over Wilders of Trump.’
De straten op, met mensen in gesprek gaan, Leon is een echte activist. Dat direct contact het beste werkt leerde hij van zijn reiservaringen en toen hij meedeed aan de door-to-door campagne van de Democratic Party in de Verenigde Staten tijdens de midterm-verkiezingen van 2014. Dat de GroenLinks-campagne nu veel jonge vrijwilligers op de been weet te brengen ontroert hem soms, vertelt hij.
Leon: ‘Ik zou dit werk niet emotieloos kunnen doen. Maar soms word ik wel een beetje teruggefloten door collega’s. Als ik bijvoorbeeld boos word om een tweet van een politicus kan ik wel een misplaatst gevoel hebben van goed willen doen, het recht willen zetten. Dan kunnen collega’s wel zeggen: ho ho, rustig, hij of zij wil alleen maar provoceren. De politiek is echt zo’n moddergooibende.’
Als grassrootsmanager moet je het soms ook uit de eigen gelederen ontgelden. ‘Ik heb voor de campagne bijvoorbeeld het Apptivist-concept bedacht', zo vertelt Leon. 'Je kunt je via Whatsapp aanmelden als Apptivist en dan krijg je van ons af en toe leuke links of filmpjes toegestuurd. Toen dat concept net gelanceerd was, noemde een diehard GroenLinkser dat voor de camera een "gênante term".’
Wie betrokken vrijwilligers wil, kan betrokken vrijwilligers krijgen.
Beeld: Verkiezingsposters plakken in 1933, Wikipedia Commons