Fotografie: Guido van Eijck

Kosovo riep in 2008 de onafhankelijkheid uit, en wordt sindsdien overspoeld door 'internationals'. Niet iedereen is blij met deze buitenlanders." />

Fotografie: Guido van Eijck

Kosovo riep in 2008 de onafhankelijkheid uit, en wordt sindsdien overspoeld door 'internationals'. Niet iedereen is blij met deze buitenlanders." />
Asset 14

Café Charlie

Kosovo riep in 2008 de onafhankelijkheid uit. Vier jaar na dato willen de Serven daar nog altijd niets van weten. Het is het zoveelste hoofdstuk in een roerige Balkangeschiedenis. Guido van Eijck doet voor Hardhoofd verslag uit Kosovo.

Café Charlie. Zuid-Mitrovica, Noord-Kosovo. Het café ligt ten zuiden van de rivier de Ibar, vlakbij de hoofdbrug die het Servische noorden van de stad Mitrovica met het Albanese zuiden verbindt. De brug was de afgelopen jaren vaak het decor van confrontaties tussen beide bevolkingsgroepen. Toen etnisch geweld in Noord-Kosovo eind juli 2011 een agent het leven kostte, stuurde de NAVO dan ook direct extra troepen van haar KFOR-missie in Kosovo naar de regio.

De brug vormt zo de strikte scheidslijn tussen twee werelden. Serviërs komen niet of nauwelijks in het zuiden en veel Albanezen durven evenmin over te steken. Toen de Kosovaarse overheid half september in samenwerking met EULEX (de Rule of Law Mission van de Europese Unie) politie-eenheden naar de grens stuurde om controle over de eigen grensposten te verkrijgen, was de reactie van Servische zijde dan ook duidelijk: onder luid gejuich reden zij hun vrachtauto’s vol puin naar de brug om daar de doorgang te blokkeren. Voor hen bestaat er immers geen grens, en is Kosovo nog altijd een Servische provincie die zich buiten de Verenigde Naties om onafhankelijk verklaarde. De hopen zand en beton – reikend van de brug tot aan de grens dertig kilometer verderop – maken die scheiding tussen Noord en Zuid sindsdien tastbaarder dan ooit.

En vlakbij de grootste van die barricades, aan Albanese zijde van de brug, vinden we dus café Charlie. De ironie van deze naam kan weinigen ontgaan; de vergelijking met die andere ‘Charlie’ is immers snel gemaakt. Maar, waar het in het Berlijn van de Koude Oorlog Checkpoint Charlie was waar besloten werd wie de Muur mocht passeren, daar is café Charlie vooral een verzamelplaats voor ‘internationals’.

Fotografie: Guido van Eijck

Internationals

Wie in Kosovo verblijft, kan niet om de internationals heen. Voor sommigen is elke buitenlander een international: van buitenlandse strijdkrachten, overheidsfunctionarissen en medewerkers van de vele ngo’s, tot de mensen die simpelweg naar Kosovo verhuisd zijn. Anderen zijn specifieker, en hebben het vooral over medewerkers van overheden of daaraan gelieerde organisaties als de Verenigde Naties of EULEX en KFOR.

KFOR bewaart de vrede en doet dat met een waaier aan nationaliteiten, waaronder veel Duitsers en Amerikanen. Maar ook de missies van de Italiaanse carabinieri en Franse gendarmerie zijn goed zichtbaar. Net als de grote terreinwagens van de VN en EULEX, de medewerkers van organisaties als OSCE (Organization for Security and Co-operation in Europe), ICO (International Civilian Office), en het oerwoud aan ngo’s met hun projecten door het hele land. Dan is er ook nog het Amerikaanse leger dat de grond onder haar Camp Bondsteel voor negenennegentig jaar heeft vastgelegd en dat als grootste Amerikaanse legerbasis in de Balkan meer is dan uitvalsbasis voor de Amerikaanse KFOR missie. Ruim veertienhonderd soldaten worden er momenteel vermaakt met een bioscoop (naast Kino ABC in Pristina de enige in heel Kosovo) en een Burger King (eveneens de enige).

Geliefd

De nadrukkelijke aanwezigheid van de internationale gemeenschap in Kosovo bepaalt ook het straatbeeld van de hoofdstad Pristina. Letterlijk, in de zin dat Bill Clinton er zijn eigen straat en standbeeld heeft, maar ook indirect in de aanwezigheid van een bruisend nachtleven vol flitsende clubs en exclusieve restaurants. En dat in een van de armste landen van Europa. Recentelijk voorspelde het IMF zelfs dat Kosovo in 2012 de snelstgroeiende economie van Europa zal zijn. Al is het de vraag hoe duurzaam deze groei werkelijk is, aangezien al die clubs, bars en restaurants – net als veel andere delen van de Kosovaarse economie – vooral draaien op de salarissen van internationals.

De internationals zijn voor velen zodoende graag geziene gasten. Niet alleen omdat ze geld uitgeven, maar ook omdat de internationale gemeenschap eind jaren negentig openlijk stelling koos voor de Kosovaarse zaak en tegen het Joegoslavië van Milosevic. Vandaar dus die lachende Bill Clinton op de Bulevardi Bill Klinton. "Amerikanen zijn sympathiek", lichtte de drieëntwintigjarige geneeskundestudente Arjeta toe, terwijl we in een rammelbusje op weg waren van Pristina naar Mitrovica. Zelf gaf ze aan Kosovo na haar studie zo snel mogelijk te willen verlaten, terwijl ze haast gegeneerd en weemoedig naar het voorbijtrekkende landschap keek.

Zo geliefd als Amerikanen en andere internationals in het grootste deel van Kosovo zijn, zo gewantrouwd worden zij in Noord-Kosovo. Begrijpelijk, aangezien de Servische bevolking zich daar vastklampt aan Servië en niets wil weten van dat onafhankelijke Kosovo waar Bill Clinton en de NAVO in 1999 hun hoofdstad Belgrado voor bombardeerden. In een café herhaalde een kennis voor mij daarom verontwaardigd de minachtende antwoorden van een hoge Amerikaanse militair op vragen van Servische politici tijdens die gebeurtenissen. "Wat doen jullie als ik weiger te capituleren?" zou één van hen gevraagd hebben, waarop de Amerikaanse militair een blanco A4'tje pakte en zei "dan zal Belgrado er zo uitzien."

En nog steeds ziet het merendeel van de lokale bevolking een internationale gemeenschap die er vooral ten behoeve van de Kosovaren is. "Iedereen is tegen ons", hoorde ik iemand de teneur eens pakkend samenvatten. Hij was dronken van de rakija, maar daarom niet minder eerlijk. Van de bevrijders van Kosovo worden EULEX en KFOR in het Noorden dus bezettingsmachten. Een gang door de straten van Noord-Mitrovica is zo een vervreemdende kennismaking met graffititeksten als 'EULEX go home' (een hakenkruis voor de X), 'Serbia (L) Kosovo’ en een doorgestreepte ‘EU’.

Fotografie: Guido van Eijck

‘Cutie’

Toch stuit de dominante aanwezigheid van de internationale gemeenschap ook elders in in Kosovo op weerzin. Op muren in Pristina en andere steden zijn daarom eveneens politieke teksten te lezen die wantrouwen jegens de internationals verraden. Veel gezien is bijvoorbeeld de tekst ‘Euleksperiment’, waaruit ‘KS’ (Kosovo) met vette zwarte letters naar voren springt. De woordspeling is afkomstig van activist Albin Kurti en zijn radicaal nationalistische partij Vetëvendosj!, wat ‘zelfbeschikking’ betekent. Hun verwijt aan het adres van EULEX en het ‘Internationale Protectoraat’ in Kosovo, is dat zij niet werken aan de duurzame ontwikkeling van Kosovo en haar rechtssysteem. In een pamflet was Vetëvendosje! hier helder over: "The European Union has transformed Kosova into an experimental police polygon. They train themselves. Upon us. In Kosova, they experiment with their future strength: European security policy. Their security policy is a policy for their security. And for our insecurity. Here, anything can be tried out. We’re far from the countries they come from."

De kritiek is dat de EU juristen en politiemensen naar Kosovo zou zenden om de rechtstaat te ontwikkelen, maar dat deze ‘crisismanagers’ enkel oog hebben voor stabiliteit en veiligheid op de korte termijn. Kortom, geen reden om uit een crisissituatie te komen zolang deze onder controle is. Ondertussen zijn die Europese functionarissen, net als hun families, onschendbaar voor de wet, terwijl zij de bevolking van Kosovo willen uitleggen hoe het wetboek werkt. Veel Kosovaren zijn dan ook van mening dat al die internationals vooral uit eigenbelang in Kosovo verblijven, of zelfs corrupt zijn. Ze genieten er van het goedkope leven, terwijl zij met hun salarissen – een veelvoud van de lokale standaard – de huren en prijzen in horeca en winkels opstuwen.

Dan zijn er op een plaats waar mensen van uiteenlopende afkomst met elkaar in aanraking komen natuurlijk nog de interculturele misverstanden. Zo vertelde de Kosovaarse Qendresa mij in Paddy O’Brien ("Kosovo's only real Irish Pub") dat zij in Pristina liever naar cafés gaat die door minder internationals bezocht worden. Niet dat ze iets tegen internationals had, maar het EULEX en KFOR personeel dat naar de pub komt, kon volgens haar zo lomp zijn. Toen een Amerikaanse KFOR militair haar om haar naam had gevraagd, antwoordde hij bij wederhoor met een karakteristiek Amerikaanse tongval, “your name is way too long… I think I’ll just call you cutie”.

Krediet

In café Charlie is het gelukkig altijd rustig. "Waarom komen al die internationals zo graag hierheen?", vraag ik de barman. "Wij zijn vriendelijk voor hen en we zien ze graag komen", luidt zijn antwoord. Of hij het over zijn eigen klandizie of over de staat van zijn land heeft, is mij niet helemaal duidelijk; maar wel dat Kosovo de internationale gemeenschap nodig heeft en er in veel gevallen zelfs afhankelijk van is geworden. En ook dat het Westen hier in het recente oorlogsverleden krediet heeft opgebouwd. Maar uit de reacties op de internationals in heel Kosovo blijkt dat die schoen soms wringt. Dat geen vriendschap onvoorwaardelijk is, en dat afhankelijkheid zomaar kan omslaan in afkeer.

Guido van Eijck studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, waar hij schreef voor Aanzet. Momenteel woont en werkt Guido in Noord-Mitrovica, Kosovo.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Oproep: Stouten Stift en het Rode Oor 2025 1

De Stoute Stift en Het Rode Oor 2025

De jaarlijkse erotische schrijfwedstrijd Het Rode Oor en de daaraan gekoppelde illustratiewedstrijd De Stoute Stift staan weer open voor inzendingen! We zijn op zoek naar de beste erotische verhalen om naar te luisteren en vier Nederlandse en vier Vlaamse illustratoren die een beeld willen maken bij de beste verhalen van de erotische schrijfwedstrijd. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Lieve Yas 1

Lieve Yas

'Ik ben langzamerhand gaan inzien dat voor mij de scheidslijn tussen absolute vrijheid en eenzaamheid vaag is.' Mischa Daanen schrijft een brief aan zijn ex-date, die na een lange relatie vooral toe was aan vrijblijvendheid. Kan iets wel echte liefde zijn, als je beide andere voorwaarden stelt aan een relatie? Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer