Asset 14

Bericht vanaf de Biënnale van Venetië

Bericht vanaf de Biënnale van Venetië

Afgelopen woensdag opende het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië. Onze chef kunst Jorne Vriens zag hoe kunstenaar Renzo Martens in huilen uitbarstte toen hij sprak over zijn samenwerking met zijn Congolese medekunstenaars.

Tijdens de openingsceremonie van het Nederlands paviljoen in Venetië op woensdag brak kunstenaar Renzo Martens tot twee keer toe in tranen uit. Dat gebeurde wanneer hij het had over het vertrouwen dat hij heeft gekregen van de leden van het kunstenaarscollectief Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise (CATPC). Een coöperatie uit het Congolese Lusanga die met klei beelden maakt die vervolgens als replica’s worden verkocht. Een vergelijkbaar emotioneel moment was bij Martens te zien in de film White Cube uit 2020, wanneer de kunstenaar door een vertegenwoordiger van een multinational wordt verboden om nog langer met een Congolese gemeenschap te werken waarmee hij net is gestart om kunstwerken te maken die verkocht kunnen worden.

Een grote groep is komen opdagen om naar de openingsceremonie te komen kijken. Als we daar staan is het voor mij duidelijk dat een nieuwe fase is aangebroken in de carrière van wat ongetwijfeld een van de meest interessante Nederlandse kunstenaars is. Die carrière telt ruwweg drie cruciale momenten: in 2008 weet Martens de aandacht op zichzelf te vestigen met de film Episode 3: Enjoy Poverty. Martens gebruikt daarin een shock-doc-tactiek door als witte man een koloniale rol te acteren, specifiek wanneer hij bij arme Congolezen langsgaat en hen adviseert om zichzelf uit te buiten, zodat niet anderen maar zijzelf kunnen verdienen aan bijvoorbeeld foto’s van schrijnende armoede.

Diezelfde figuur, nog altijd gestoken in wit overhemd en nette pantalon ondanks tropische hitte, zien we terug in de eerdergenoemde film White Cube. Ook op die beelden blijft de kunstenaar deels ongrijpbaar. Wederom komt dat door de koloniale karikatuur die Martens opvoert. Ook hier schuilt er iets cynisch in de methode die de kunstenaar voorstelt aan de mensen die op een voormalige plantage niets te makken hebben: door deel te nemen aan het internationale kunstcircuit, waar het geld tegen de plinten klotst, kunnen zij de geldstromen van een kapitalistisch systeem naar zichzelf buigen. Toen ik deze film uit 2020 recent weer zag, viel me op dat de sfeer van White Cube halverwege omslaat. Wanneer er daadwerkelijk werk wordt verkocht en het plan zijn uitwerking begint te krijgen, is er niet alleen maar sprake van een performance van de Nederlandse kunstenaar. Martens en de gemeenschap zijn op meer dan alleen artistieke manier met elkaar verbonden. Datzelfde sentiment was afgelopen woensdag merkbaar op de trappen van het Nederlands Paviljoen.

De vlag van CATCP werd woensdag gehesen boven het paviljoen, waarmee de ceremonie ten einde kwam. In het paviljoen staan ruim twintig sculpturen, waarvan sommige herkenbaar zijn uit White Cube. Maar sinds die film vier jaar geleden uitkwam is er veel veranderd. Het plan om geld te verdienen door die te verkopen op de internationale kunstmarkt is een succes gebleken en leverde inmiddels al driehonderdduizend dollar op dat wordt gebruikt om hectares grond terug te kopen. Maar wat opvalt in vergelijking met de twee hierboven genoemde films is de afwezigheid van Martens: hij neemt deze ruimte op het internationale kunstpodium niet zelf in, maar geeft deze aan de coöperatie.

Bij deze Nederlandse inzending staat het idee van de band met het Congolese dorp Lusanga en de mensen die er wonen centraal. Tijdens de openingstoespraak wordt regelmatig gezegd dat het streven is om toe te werken naar een post-plantage samenleving. Nu is de invloed van de het plantagesysteem nog overal zichtbaar in Lusanga. Dat blijkt al uit de voormalige naam van het dorpje, Leverville, een verwijzing naar het bedrijf dat nu Unilever is. De palmolie die het bedrijf daar won werd gebruikt om onder andere zeep en margarine te maken. Van de loodzware en vaak levensgevaarlijke arbeid zagen de plantagewerkers weinig terug. Toen Unilever de plantage in 2009 verliet en de grond verkocht aan een Canadees bedrijf bleef de gemeenschap zonder geld en met door monocultuur uitgeputte grond achter.

Indrukwekkend aan deze presentatie in Venetië is dat de extractie van voedingstoffen uit de grond en energie uit mensen in Congo in verband is gebracht met de internationale kunstwereld. Het geld dat werd verdiend op de plantages bekostigde bijvoorbeeld de Lady Lever Art Gallery in Liverpool. In de catalogus die bij de tentoonstelling verscheen, wordt benadrukt dat ook Nederlandse musea met plantagegeld zijn gesticht binnen een koloniaal systeem, zoals het Van Abbemuseum (tabak) of het Stedelijk Museum in Amsterdam (gefinancierd met geld van de familie Van Eeghen, zoals Martens beschreef in een opiniestuk afgelopen zomer). Hoewel het moderne kunstmuseum met zijn voorkomen als een white cube een toonbeeld van verfijning lijkt, kennen ze veelal een op z’n zachtst gezegd een controversiële onstaansgeschiedenis. De Biënnale van Venetië waar de hele kunstwereld op afkomt is daarmee het ideale podium voor dit project.

In de tentoonstelling is de wens om de extractie ongedaan te maken te zien in een sculptuur van de hand van CATCP-lid Blaise Mandefu die een vogelachtig figuur maakte die met zijn bek white cubes verorbert om de ‘energie’ die in die vormen besloten ligt te bevrijden en via een penis weer terug te geven aan de grond.

De beelden zijn stuk voor stuk mooi. Al voel ik me als een bakvis als ik dat opschrijf: want zo zijn de beelden in eerste instantie niet bedoeld. Om te beginnen is het handelswaar – bedoeld om te verkopen aan kunstverzamelaars en musea om land terug te kunnen kopen. Niet per se als autonoom object waarvan in comfortabele ruimtes genoten kan worden. Bovendien zijn het replica’s gemaakt naar originelen van klei die in Lusanga zijn gebleven. De beelden zijn ingescand en in de typische plantageproducten, cacao, suiker en palmolie in drie dimensies geprint. Het paviljoen ruikt er zoetig door. Het lijkt alsof er moedwillig wat naden en andere onvolkomenheden zichtbaar zijn gelaten, om te benadrukken dat het origineel niet beschikbaar is.

Toen ik en mijn studenten van de opleiding Cultureel Erfgoed de film White Cube aan het nabespreken waren, viel regelmatig dat het misschien wel onmogelijk is om binnen een systeem van uitbuiting, een kapitalistisch systeem, het ethische project van restitutie en herstel uit te voeren. Er zit iets heel pragmatisch in de aanpak: als het spel zo wordt gespeeld, dan volgen we de regels om te winnen. Omdat het als kunstproject daarmee vragen kan oproepen zonder dat daarop direct antwoord hoeft te komen, kan er – zo zou je kunnen stellen – even wat minder op de ethiek gelet worden.

Om de tentoonstelling te kunnen vatten is de conceptuele laag belangrijker dan het kijken naar en lezen over de sculpturen. De idee komt tot uitdrukking in de videoschermen aan weerszijden van het paviljoen. Aan de ene kant is een livestream met Lusanga te zien. Een aantal van de originele beelden is daar opgesteld voor het White Cube museum dat door de sterarchitecten van OMA is ontworpen voor dit lastig bereikbare dorpje. Af en toe loopt er iemand voorbij. Omgekeerd is ook in Lusanga een livestream te zien van wat er in het Nederlands Paviljoen gebeurt. Tijdens de opening werd er enthousiast over en weer gezwaaid. Ook is Balot te zien, een beeld dat in de jaren 30 van de vorige eeuw werd gemaakt en moest lijken op de gehate (en later vermoordde) koloniaal bestuurder Maximilien Balot. Het beeld is gedurende de duur van de tentoonstelling in bruikleen gegeven door eigenaar Virginia Museum of Fine Art. In de catalogus staat dat het beeld is gemaakt ‘…to harness the territorial agent’s malevolent spirit…’ zodat het de gemeenschap en de omgeving kan beschermen.

Wie naar de livestream van het beeld en het dorpje kijkt, hoeft maar even langs de schermen heen te kijken om het paviljoen van België te zien. De relatie met deze voormalig kolonisator is natuurlijk significant. Het tweede dat valt te zeggen over de plaatsing van de videoschermen, is dat ze aan de buitenzijde van de ruiten van het paviljoen zijn opgesteld. De monitors waarop vier videos en de livestreams worden getoond houden Lusanga buiten het paviljoen. Net zoals bij andere onderdelen is soms onduidelijk waar de symboliek ophoudt en waar praktische keuzes zijn gemaakt.

De relatie tussen de strakke museale ruimte die Gerrit Rietveld als Nederlands paviljoen ontwierp voordat het begrip white cube in zwang raakte, en plantagearbeid is verbeeld door de witte gevel en de binnenmuren met palmolie te besmeuren. Hier vallen die hele tastbare elementen zoals de sculpturen of de slierten geharde palmolie samen met de conceptuele laag. Maar die connectie is niet overal even duidelijk. Het project is mogelijk te ambitieus om helemaal binnen de vorm van een tentoonstelling te passen. Dat komt ongetwijfeld omdat het project kunst als een middel inzet en het daarmee de kunstwereld aan het overstijgen is.

Het lijkt erop dat de vraag voor de volgende fase gaat zijn: kan het project dat door CATCP is uitgevoerd als een blauwdruk gebruikt worden voor andere gemeenschappen?

De Biënnale van Venetië en de Nederlandse inzending ‘The International Celebration of Blasphemy and the Sacred’ is tot 26 november dit jaar te zien.

Mail

Jorne Vriens (Eindhoven 1991, hij/hem) is kunsthistoricus en schrijft graag over kunst. Als je dat ook doet, moet je zeker een mail sturen naar jorne@hardhoofd.com. Ook is hij docent aan de Reinwardt Academie in Amsterdam.

CATPC (Blaise Mandefu), Mvuyu Liberator, 2023. Foto: Peter Tijhuis.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

De rode draad 1

De rode draad? Dat zijn wij, voor elkaar

Jihane Chaara is geen determinist, maar vraagt zich toch af of sommige ontmoetingen in het leven wel echt toeval zijn. Wat als we allemaal volgens een rode draad met elkaar verbonden zijn, zowel in ons huidige netwerk, als ook met degenen die op magische wijze ons leven in komen? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

:Oproep: Hard//hoofd Biechtlijn

Luister de collectieve biecht uit 'Ssst'!

Voor Hard//hoofd magazine 'Ssst' verzamelden we biechten; de collectieve audiobiecht luister je hier! Lees meer

Met deze column kan ik de wereldvernietigen

Met deze column kan ik de wereld vernietigen

‘Maar als ik die column nu verder schrijf’ zegt Marthe van Bronkhorst, ‘dan komt deze informatie online, en kan ik die AI op ideeën brengen.' Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Lieve Yas 1

Lieve Yas

'Ik ben langzamerhand gaan inzien dat voor mij de scheidslijn tussen absolute vrijheid en eenzaamheid vaag is.' Mischa Daanen schrijft een brief aan zijn ex-date, die na een lange relatie vooral toe was aan vrijblijvendheid. Kan iets wel echte liefde zijn, als je beide andere voorwaarden stelt aan een relatie? Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Een ode aan de pornofilm 2

Een ode aan de pornofilm: Het Porn Film Festival Amsterdam

Porno is meer dan wat Pornhub en andere grote platforms ons voorschotelen. Het Porn Film Festival Amsterdam laat deze donderdag tot en met zondag zien, dat porno kwetsbaarder, artistieker en vrijer is dan velen verwachten. Emma Zuiderveen spreekt met organisatoren Erik ter Veld en Franka Bauwens. Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer