De moeder van Vivian Mac Gillavry heeft zo’n dertig jaar gewerkt als psychotherapeut en relatietherapeut. In dit interview gaat Vivian met haar moeder in gesprek over ruzies, relaties en (opnieuw) verbinden met elkaar. 'Je open durven stellen en je kwetsbare kanten tonen kan alleen als je je veilig voelt.' Dit gesprek is onderdeel van een twee-delige serie over geluk, verandering, loslaten en relaties. Deel 1 van deze serie, over verandering, kun je hier teruglezen.
Het leven is niet altijd even gemakkelijk. We lopen allemaal weleens tegen bepaalde vragen aan of hebben behoefte aan iemand die ons ondersteunt bij het vinden van antwoorden. Omdat niet iedereen een psycholoog in de familie heeft, of drie, in mijn geval, vroeg ik mijn moeder om wat tips and tricks te delen. Mijn moeder begon als pedagoog en volgde daarna de opleiding tot relatie- en gezinstherapeut met een specialisatie in echtscheidingsproblematiek. In de jaren daarna volgde ze de opleiding tot psychotherapeut. De afgelopen 30 jaar heeft ze als psychotherapeut gewerkt.
Ik ging met haar in gesprek over het belang van ruzies in relaties en hoe het komt dat alle drie de relatietherapeuten in mijn familie gescheiden zijn.
Bestaat er zoiets als een ‘goede of gezonde’ manier van ruziemaken?
Je kunt in ruzies grofweg drie ongezonde interactiepatronen onderscheiden: 1. Een doorlopend patroon van verwijten over en weer; 2. Een ‘verstijf en vlucht’ patroon en 3. Een patroon van aanvallen en terugtrekken (waarbij verdedigen ook weer aanvallen is).
Een gezonde manier van ruziemaken houdt vooral in dat je voorkomt dat je in zo'n (macht)strijd terechtkomt. Want zodra je in een machtsstrijd verzeild raakt, ben je niet zo snel bereid iets aan jezelf te veranderen. Dan vind je vooral dat de ruzie door de ander komt en dat die dus moet veranderen.
Waarom komen mensen in zo’n strijd terecht?
Als partners in een van deze drie ineffectieve patronen verzeild raken, zeggen ze eigenlijk tegen elkaar: ik laat me niet door jou kwetsen, ik wil meer aandacht, ik wil dat je er voor mij bent. Ik ben bang voor verwijdering tussen ons en ik ben bang de verbinding tussen ons te verliezen.
Die patronen tijdens een ruzie zijn ineffectieve pogingen om toenemende verwijdering tegen te gaan. Als je het gevoel hebt dat je niet gezien of gehoord wordt door de ander, ga je je wapenen.
Zodra je in een machtsstrijd verzeild raakt, ben je niet zo snel bereid iets aan jezelf te veranderen.
Als je je niet veilig voelt in de relatie, blijf je in die patronen vastzitten. Als partners bij mij in therapie komen, onderzoeken we gezamenlijk wat er eigenlijk onderliggend bij beiden gebeurt. Ik kijk dan naar wat beide partners aan de buitenkant laten zien (je uitstraling en gedrag) en wat er tegelijkertijd aan de binnenkant gebeurt (je gevoelens en gedachten). Zo gaan we na in welk ineffectief patroon zij verzeild zijn geraakt.
Vaak blijkt het te gaan om achterliggende, niet vervulde en/of niet uitgesproken verlangens en verwachtingen jegens de ander. Zo kan een van de partners behoefte hebben aan meer nabijheid, om begrepen te worden, om zich gewaardeerd en geliefd te voelen, maar dit niet direct durven te uiten. Wat ik ook vaak zie is dat het gaat om onderliggende angsten: de angst om verlaten te worden, om niet gewaardeerd te worden. Angst dat je de verbondenheid met je partner verliest. Iedereen heeft zo zijn eigen strategieën om zich te beschermen tegen de angst: vastklampen, aandringen of juist terugtrekken. Helaas temperen deze strategieën slechts tijdelijk je angst, maar de afstand tussen twee partners wordt uiteindelijk zo groot dat geen van beiden zich nog veilig en geborgen voelt in de relatie.
Wat kun je zelf doen als je in zo’n strijd terechtkomt?
Het is dan belangrijk dat je samen een uitweg uit de vicieuze cirkel van negatieve interacties vindt en een nieuwe veilige basis creëert. Ziet je partner alleen je (re)acties aan de buitenkant en niet je pijn en verlangens van binnen? Dan kun je een veiligere situatie creëren door bijvoorbeeld iets te delen over je dieperliggende gevoelens en gedachten en hoe die zich vertalen naar de buitenkant, dus naar je gedrag.
Bijvoorbeeld: ik bijt van me af – dat is dus gedrag - omdat ik me bedreigd voel. Maar van binnen ben ik bang je te verliezen en niet begrepen te worden. Ik leer mensen die onderliggende gevoelens te uiten, in plaats van alleen maar naar de ander te wijzen. Om weer emotioneel bereikbaar te zijn voor elkaar en op elkaar af te kunnen stemmen (qua verlangens, behoeften, verwachtingen) en samen te werken in plaats van elkaar tegen te werken, is het belangrijk dat je je veilig voelt bij elkaar. Er moet sprake zijn van onderling vertrouwen. Want je open durven stellen en je kwetsbare kanten tonen kan alleen als je je veilig voelt.
Hoe helpt een relatietherapeut daarbij?
Bijvoorbeeld door het geven van uitleg over hoe je negatieve interactiepatronen kunt doorbreken en de verbinding weer kan herstellen. Het gaat daarbij ook soms ‘gewoon’ om het uitspreken van kleine woorden. Bijvoorbeeld het uitspreken van wat je waardeert aan je partner, en om gebaren, rituelen en dingen doen samen, waardoor je je relatie kunt verzorgen en verdiepen. Ik vraag mijn cliënten soms: hoe laat je merken, horen en voelen dat je graag bij hem/haar/hen wilt zijn? Ik nodig ze uit om elkaar de ruimte geven en te leren om wensen en grenzen uit te spreken en tegengas te geven op een effectieve wijze.
Ook al zijn we therapeut, uiteindelijk zijn we ook maar gewoon mensen, met onze eigen blinde vlekken.
Het uitspreken van wensen en grenzen is belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan je wensen en grenzen op seksueel gebied. Sue Johnson, relatietherapeut, spreekt bijvoorbeeld van een TOB gesprek: ben je Toegankelijk voor de ander? Ontvankelijk voor de ander? Betrokken bij de ander? Als je in een terugkerende conflictsituatie terechtkomt gaat het erom sensitief en met aandacht op elkaar te reageren. Natuurlijk kan dat niet op elk moment en dat hoeft ook niet. En soms wil de één wel praten en de ander niet. Dat is niet erg. Als je dan maar een moment afspreekt dat je wél met elkaar gaat praten. Zonder mobiel, tv, en andere stoorzenders.
Zowel jij als mijn tante en vader zijn alle drie relatietherapeut en allemaal gescheiden. Hoe kan dat?
Tja… Dat is een lastige vraag om zo even te beantwoorden, los van te persoonlijke redenen waarom het uiteindelijk niet meer ging. In ons geval is er een langdurig en pijnlijk proces aan vooraf gegaan. In het algemeen gaan stellen niet snel, gemakkelijk of ‘zomaar’ uit elkaar. Het is vaak een worsteling ín jezelf en met elkaar. Je vader en ik zijn trouwens ook in relatietherapie gegaan omdat wij hier hulp bij nodig hadden. Ook al zijn we therapeut, uiteindelijk zijn we ook maar gewoon mensen, met onze eigen blinde vlekken.
Soms ontdek je tijdens zo’n therapie dat het juist béter kan zijn om niet bij elkaar te blijven. Op een gegeven moment voelden we dat het ‘omwille van de kinderen bij elkaar blijven’ juist ten koste van jullie als kinderen zou gaan. Soms is scheiden dus weliswaar een pijnlijke en intens verdrietige beslissing, maar toch de beste optie.
Toen jullie gingen scheiden hoorde ik mijzelf op het schoolplein verontschuldigen met: “Als cardioloog kun je ook een hartaanval krijgen.”
Haha, dat is waar ja. Voor kinderen is het over het algemeen natuurlijk ontzettend verdrietig als je ouders uit elkaar gaan. Het kan je ook heel boos maken. Als kind ben je namelijk gewoon afhankelijk van je ouders, je hebt geen keuze, het overkomt je. Maar als kinderen onder voortdurende spanning leven door ouders die continu ruzie hebben - of elkaar negeren - kun je je afvragen wat er nou slechter is voor kinderen.
Het gaat erom dat je je verbonden voelt, je elkaar kunt vertrouwen, dat je je veilig voelt en voelt dat je van elkaar houdt, wat dat ‘houden van’ dan ook maar inhoudt.
Het is bijvoorbeeld slecht voor de emotionele ontwikkeling van kinderen als ouders vóór, tijdens of na de scheiding slecht over elkaar praten. Of als ouders niet het onderscheid kunnen maken tussen ex-partners zijn en betrouwbare ouders voor de kinderen blijven. Dat kan veel psychische schade veroorzaken. Dat is dan ook een van de eerste thema’s die ik bespreek met scheidende ouders wanneer ze bij mij in therapie komen.
Hoe weet je of je relatie goed is? Zit je in een verkeerde relatie als je (vaak) ruzie hebt, frictie of irritatie?
Nee, je hoeft niet in een verkeerde relatie te zitten als je vaak frictie hebt in de vorm van ruzie of irritatie. Het gaat erom dat je samen op een adequate manier om kunt gaan met gevoelens en conflicten. We hebben hier eigenlijk net uitvoerig bij stilgestaan. Het gaat erom dat je je verbonden voelt, je elkaar kunt vertrouwen, dat je je veilig voelt en voelt dat je van elkaar houdt, wat dat ‘houden van’ dan ook maar inhoudt. Dat kan immers voor ieder een andere inhoud en betekenis hebben.
Wij relatietherapeuten hebben vaak wel een rijtje in ons hoofd om een relatie als ‘goed’ in te schatten. Is er bijvoorbeeld sprake van relationele gelijkwaardigheid (het aan elkaar gewaagd zijn en elkaar ook kunnen aanvullen)? Is er sprake van ‘autonomie binnen de verbondenheid?’ Dus, is er sprake van niet alleen ‘wij’ – als partners en als gezin - maar ook ‘ik’. Is er tevredenheid over de onderlinge verdeling van tijd? Is er sprake van emotionele en communicatieve gelijkwaardigheid? Ben je tevreden over de onderlinge intimiteit en seksualiteit en over de afstemming tussen jou en je partner met betrekking tot jullie individuele behoeften op seksueel gebied? En last but not least: is er een taakverdeling met betrekking tot huishouden, kinderen, etc die jullie beiden tot tevredenheid stemt?
Als mensen nu zelf aan de slag willen met deze thema’s, welke boeken raad je aan?
Het boek Houd me vast van Sue Johnson raad ik vaak aan. Daarin worden met name relatiekwesties besproken. Het boek Liefdesbang van Hannah Cuppen kan inzicht geven in welke stappen je kunt zetten richting meer eigenwaarde en verbinding.
Beeldcredits: Chaise longue, anoniem, naar Victor Léon Michel Quétin, 1878 - in of na 1904.