Sinds de zomer van antiracismedemonstraties, staat James Baldwin op ieder must-read lijstje. Volgens Roel Meijvis helemaal terecht. Het werk van Baldwin leert ons wat het betekent om mens te zijn, vrij van door onszelf en anderen opgelegde betekenissen en labels, en daarmee vrij om je steeds opnieuw af te vragen wie je bent en wat het goede is.
Het is begin zomer 2020 en in een filmhuis in Amsterdam wordt jaren na verschijning de documentairefilm I Am Not Your Negro (2016) opnieuw vertoond. Reden hiervoor zijn de wereldwijde BLM-demonstraties. Ook op de Dam vindt, ondanks de coronabezwaren, een grote demonstratie plaats. Te midden van de maatschappelijke hitte en klamme benauwdheid die rondom deze demonstratie in Nederland heerst, zit ik in een gekoelde filmzaal en bekijk ik de documentaire die ik mijzelf verplicht heb te gaan zien vanwege mijn afwezigheid op de Dam.
Het is hier dat ik voor het eerst pas echt in aanraking kom met het werk van James Baldwin (1924 – 1987). De documentaire maakt een diepe indruk op mij, evenals de essays waar ik meteen na het zien van deze film in duik. Hoofdthema in Baldwins werk is het diepgewortelde racisme in Amerika en Europa, waarbij hij zijn persoonlijke ervaringen en observaties weet om te zetten naar scherpe analyses en kritieken. Hierin is hij confronterend en gevoelig, kwetsbaar en erudiet, pijnlijk en bij vlagen zelfs grappig. Bovenal heeft zijn voorkomen in mediaoptredens en teksten voor mij iets onmiskenbaar menselijks.
Maar wat betekent dat: mens zijn? Ik probeer die vraag te beantwoorden aan de hand van het werk van Baldwin zelf. Mijn interpretatie is sterk beïnvloed door het existentialistische en fenomenologische denken van o.a. De Beauvoir, Sartre, Merleau-Ponty en Camus; niet alleen vanwege de willekeurige reden dat ik mij tijdens mijn studie filosofie vooral met deze auteurs heb beziggehouden of omdat Baldwin tijdens zijn eerste jaar in Parijs omging met deze filosofen, maar vooral omdat deze ‘existentialisten’ de mens zagen als een wezen zonder essentie.
Wat is de mens?
Baldwin is geen filosoof. Tenminste, niet in de academische betekenis van het woord. Hij is geen systematisch denker zoals Kant of Hegel, wiens werk grotendeels bestaat uit het stelselmatig uitwerken van wat het betekent om mens te zijn. Het mensbeeld van Baldwin maakt het juist onmogelijk om systematisch over de mens te spreken. Zo schrijft hij in Niemand kent mijn naam (1961): 'Het grote probleem is hoe men – in de beste betekenis van dat caleidoscopische woord – mens moet zijn.' Als de betekenis van het woord ‘mens’ al niet eenduidig is, dan is het antwoord op de vraag ‘hoe nu mens te zijn?’ dat al helemaal niet.
Of ik nou mijzelf een identiteit opleg of de ander dat doet, in beide gevallen ontneemt het mij van mijn vrijheid
In het existentialisme wordt de mens gezien als wezen zonder essentie. Dat wil zeggen dat het geen eigenschap of bundel kenmerken heeft waar het volledig mee samenvalt, zoals een steen dat wel heeft. De mens kan daarom, in tegenstelling tot de steen die gewoon steen is, zich anders voordoen dan die is, anders willen zijn of van de ander iets maken wat die niet is. Precies omdat ik een ‘openheid’ of 'onbepaald niets' ben, is het altijd problematisch wanneer de ander - een concrete ander of de maatschappij - iets van mij maakt. Dat geldt ook wanneer ik dit zelf doe door mij te vereenzelvigen met en te verschuilen achter een identiteit. Of ik nou mijzelf deze identiteit opleg of de ander dat doet, in beide gevallen ontneemt het mij van iets wezenlijks: mijn vrijheid.
Sensueel-zijn
In de teksten van Baldwin verschijnt de mens, net als in het existentialisme, als een openheid. Deze openheid komt ook bij Baldwin voort uit onze vrijheid. Omdat we vrij zijn kunnen we ons op een vrije manier tot de wereld verhouden en zijn wij het zelf die de wereld van betekenis voorzien. Daardoor kan een ander mens voor mij meer zijn dan slechts iemand om de soort mee voort te planten en kan een appel meer zijn dan alleen maar iets om mijn honger mee te stillen.
Omdat we vrij zijn kunnen we ons op een vrije manier tot de wereld verhouden en zijn wij het zelf die de wereld van betekenis voorzien
Deze openheid is bij Baldwin, meer nog dan bij genoemde existentialistische auteurs, ook een ervarende en voelende openheid. Deze voelende openheid noemt hij een ‘sensueel zijn’, wat in Aan de voet van het kruis (1962) de volgende betekenis krijgt: 'Sensueel zijn, denk ik, is de kracht van het leven zelf respecteren en genieten en aanwezig zijn in alles wat je doet, van de inspanning van het liefhebben tot het breken van het brood.' Baldwin is zelf een goed voorbeeld van wat dit betekent, want de oprechtheid en kwetsbaarheid waarmee hij schrijft, vooral in zijn essays, maken dat hij op en top aanwezig is in zijn teksten. Hiermee brengt hij deze ervaring ook teweeg bij degene die zijn teksten leest (en niet van steen is).
Do the right thing
Prachtig dus, die menselijke vrijheid, maar in Niemand kent mijn naam schrijft Baldwin ook: 'Menselijke vrijheid is een ingewikkeld, moeilijk – en persoonlijk – iets.' Voor Baldwin gaat de menselijke vrijheid namelijk gepaard met een verantwoordelijkheid om het goede te doen, ongeacht het handelen van de ander.
In Aan de voet van het kruis, waarin Baldwin over zijn geloofscrisis schrijft, vertelt hij dat een predikant hem opdroeg niet voor witte vrouwen op te staan in het openbaar vervoer, omdat witte mannen ook niet opstaan voor Zwarte vrouwen. Baldwin vraagt zich vervolgens af: 'Wat betekende het voor mijn eigen redding, wat had die voor zin, als ik me niet liefdevol tegenover anderen mocht gedragen, ongeacht hun gedrag tegenover mij? Wat anderen deden was hun verantwoordelijkheid, daarvoor moesten zij op de dag des oordeels rekenschap afleggen. Maar wat ikzelf deed was mijn verantwoordelijkheid en daarvoor moest ik ook rekenschap afleggen.'
Of het mogelijk is om werkelijk een moreel mens te zijn, weet Baldwin niet. Wel vindt hij dat we moeten geloven dat het mogelijk is. Ook hierin bestaat een sterke overeenkomst met het denken van Sartre, De Beauvoir en Merleau-Ponty. Omdat we een wezen zijn zonder essentie, existeren we in de wereld door onszelf een project of een doel te stellen. Wil ik in het stellen van zo’n project niet mijn vrijheid en dus mijn wezen verloochenen, dan moet dit project de vrijheid zelf als doel hebben.
Ook jezelf zuiver of een goed mens wanen, is een vorm van een identiteit aannemen en daarmee een manier om je vrijheid te ontkennen
Voor Baldwin doe ik dat door ernaar te streven een moreel mens te zijn. Deze morele houding gaat gepaard met een voortdurende zelfbevraging, die ook zijn essayistische stijl typeert. In Geen naam op de straten (1972) schrijft hij: 'Wanneer je jezelf geen vragen stelt, is het leven de moeite van het leven niet waard.' Deze zelfreflectie is voor Baldwin van absolute noodzaak omdat 'niemand gevaarlijker is dan degene die denkt dat hij zuiver is: want deze zuiverheid is per definitie onaantastbaar' (uit Niemand kent mijn naam). Ook jezelf zuiver of een goed mens wanen, is een vorm van een identiteit aannemen en daarmee een manier om je vrijheid, je mens-zijn, te ontkennen.
Mythes en waanideeën
Op een bepaalde manier is deze vermeende zuiverheid precies wat Gloria Wekker probeert bloot te leggen in Witte onschuld (2017). Hierin onderzoekt zij het Nederlandse zelfbeeld van 'kleine maar rechtvaardige, ethische natie, kleurenblind en dus vrij van racisme', een zelfbeeld dat het resultaat is van vierhonderd jaar koloniale heerschappij. Zo richt ook Baldwin zich tegen de ‘witte onschuld’ van de witte Amerikaan en de witte Europeaan, die het resultaat zijn van een mythologisering van het eigen verleden. Racisme is misschien wel het meest concrete voorbeeld van het ontnemen van vrijheid door het opleggen van een identiteit. Deze definiëring is niet gebaseerd op een feitelijkheid, maar heeft een verhaal nodig om zichzelf te rechtvaardigen.
Zulke mythes en waanideeën zijn hardnekkig en gronden zich in de manier waarop wij, al dan niet bewust, de wereld en de ander waarnemen. Ze beïnvloeden onze vrije verhouding tot de wereld. De bevrijding – voor iedereen! – bestaat erin om deze mythes bloot te leggen en te doorprikken: 'Voor onze kinderen, om hen niet met een hoge rekening op te zadelen, moeten we voorkomen dat we in waanideeën vluchten – en de waarde die aan iemand huidskleur wordt toegekend is altijd, overal, eeuwig een waanidee' (uit Aan de voet van het kruis).
Emancipatie
In die zin is het werk van Baldwin op eenzelfde manier emancipatoir als De Tweede Sekse (1949) van Simone de Beauvoir, een van de hoofdwerken van het existentialisme, dat is. Hierin probeert De Beauvoir de mythes bloot te leggen die de sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen creëert en in standhoudt. Verschillen in sekse of huidskleur zijn er wel degelijk, maar het probleem is de patriarchale of koloniale structuur die het denken over man en vrouw of wit en zwart bepaalt, en vervolgens op basis van dit bestaande verschil een verzonnen verschil rechtvaardigt (dat vervolgens weer een feitelijke onderdrukking creëert in de samenleving).
Verschillen in sekse of huidskleur zijn er wel degelijk, maar het probleem is de patriarchale of koloniale structuur die op basis van bestaande verschillen een verzonnen verschil rechtvaardigt
Voor zowel De Beauvoir als Baldwin is emancipatie de bevrijding van bepaling. Beiden richten hun pijlen daarom op de samenleving als een structuur waarin individuen worden gefixeerd en bepaald. Elke samenleving die dat doet, doet de mens per definitie te kort. Zo’n samenleving zal altijd een onvrije samenleving zijn.
Verzet
Een halve eeuw later lijken we deze les nog altijd niet geleerd te hebben. Dat maakt het werk van Baldwin nog altijd brandend relevant, evenals zijn sterke oproep om een moreel mens te zijn, om aanwezig te zijn, om open en vragend in het leven te staan, het goede te doen, onszelf kritisch te onderzoeken en onze vrijheid ('het vuur dat de illusie verbrandt') op ons te nemen zodat we niet vluchten in waanideeën over onszelf, de ander of de samenleving.
In een immorele samenleving impliceert die oproep een moreel mens te zijn noodzakelijk een houding van verzet. Zoals Baldwin schrijft: 'De wereld ligt voor u en het is niet nodig om hem vrijblijvend te accepteren zoals hij was toen u er op kwam.'
Beeld: via Wikicommons