Anna van Leeuwen schrijft elke maand een kort verhaal aan de hand van een oproep in de Albert Heijn. Doe je mee? Mail haar een duidelijke foto van een bijzondere oproep en wie weet verwerkt zij hem in een van haar verhalen.
Iedere dag zwol Sonja's buik. Rob durfde niet te zeggen dat hij bang was dat ze zou ontploffen. Ze wreef er graag over met beide handen en dan glimlachte ze naar hem. Ze smeerde haar buik in met de babylotion die hij had gekocht. Hij zorgde gauw voor extra flacons.
Terwijl Sonja groeide, leek Rob steeds kleiner en kleiner te worden. Hij lachte lauwtjes naar de collega's die hem feliciteerden. Zijn hoofd zat vol met lijstjes, Rob was zwanger van boodschappenlijstjes. Toen aan alle babydingen was gedacht, dacht hij aan peuterdingen en daarna dacht hij aan kleuterdingen, kinderdingen en zelfs aan puberdingen. Hij had Clearasil aangeschaft; de behandelingscrèmes, de scrubs en de huidreinigers: ze stonden op een plankje in de babykamer. Ze zouden goed van pas komen. Dit gezwel dat zijn vrouw deed ontploffen, dit babyjongetje wilde hij goed voorbereid tegemoet treden. Het mocht niks tekortkomen. Sokken kocht hij, en stevige wandelschoenen ook alvast. Een zakmes. Als hij met dikke ogen op zijn werk kwam, grapten zijn collega's dat hij maar beter goed moest slapen nu het nog kon. Maar 's nachts vouwde hij de babykleertjes: hij telde ze, sorteerde ze en als hij vieze handen had, waste hij de kleertjes tot ze al hun kleur verloren hadden. Zorgvuldig legde hij ze in de kast, naast de iPad en de zonnebril, onder de dozen met Scrabble en Stratego.
Het gaf Sonja niks dat hij zich zo druk maakte en dat hij zich in details verloor ontroerde haar. De babykamer was voor haar verboden terrein en als ze haar vriendinnen mocht geloven, bofte ze daar mee. Iedere dag kwam Rob thuis met boodschappentassen die hij naar de babykamer sjouwde. De plastic tassen verdwenen daarna leeg in hun verzameling onder het aanrecht.
Pas in de 35ste week eiste Sonja de babykamer te zien. “Hoe kan het niet af zijn, je werkt er dag en nacht aan!” schreeuwde zij. “Er komt meer bij kijken dan je denkt,” had Rob gezegd. Er kwam steeds meer bij kijken. Veel van de spullen die Rob aanschafte bleken om andere spullen te vragen. Zo leidde de iPod tot een koptelefoon, zo’n strak ding zodat je met je iPod om je bovenarm kunt hardlopen, een hardloperstenue (Rob had altijd al willen hardlopen en dat gold voor zijn zoon vast ook), een verbanddoos, een bidon, een fiets om de bidon in te zetten, een kilometerteller, een dik boek over de Tour de France, een woordenboek Nederlands-Frans-Frans-Nederlands, schriften, pennen, een rekenmachine, een geodriehoek, een liniaal, drie gummen (in een voordeelverpakking want een kind krijgen was veel duurder dan Rob dacht), Pritt, kleurpotloden, een kleurboek, een schetsblok, een kwast, terpentine... De lijstjes breidden zich in zijn hoofd uit naar onderen en naar boven en kronkelden rond als rollen wc-papier op het voetbalveld. De deur van de babykamer ging op slot.
In de 37ste week huilde Sonja veel. Rob was bang dat als hij de deur van de babykamer zou openen alle spullen uit het kamertje zouden vallen. “Voorlopig kunnen we de babykamer niet meer gebruiken,” verklaarde hij en timmerde de kamer dicht. Sonja huilde nog harder. Hij was bang dat ze de baby van streek zou maken. In de huiskamer installeerde hij om haar op te vrolijken de discobol die toch niet meer in het kamertje paste. “Voor als hij dertien wordt.” Sonja begreep het niet. Zij had niet in de klas gezeten bij Peter van Vliet die met zijn magische discobol alle meisjes om zijn vingers wond, terwijl hij flaporen had. “Al zijn vriendjes en vriendinnetjes mogen komen,” legde Rob uit, terwijl hij keek naar de lichtjes die door de kamer draaiden. “Ik word er misselijk van, ik heb honger,” zei Sonja. “We kunnen gaan tafelgrillen,” zei Rob, “dat doen we op zijn tiende verjaardag voor het eerst. En dan elk jaar op zijn verjaardag en op speciale gelegenheden. Het wordt een echte vleeseter.” Rob werd rustig van de draaiing van de discobol: het bracht hem terug naar de smaak van cola, de smaak van Passoã, de tinteling die hij voelde toen Peter van Vliet hem over zijn rug streek en zei hoe blij hij was dat Rob naar zijn feestje was gekomen. Hoe hij thuis had overgegeven.
“Het is koopavond,” verklaarde Rob en hij ging snel de deur uit.