Cancel culture. We horen er te veel over vanuit rechtse hoek. Toch vindt Harriet Bergman dat we met z'n allen wat meer van Twitter af mogen en meer de actievergaderingen in. Want politiek is iets wat je doet; niet wat je etaleert.
De afgelopen tijd lazen we veel over het gevaar van woke. Er was een conferentie van een politieke partij, een woke symposium op de Universiteit Antwerpen, en verschillende boeken. Dat trok een vrij consistent homogeen publiek met een vrij bekende mening: linkse cancelculture is een gevaar voor de (academische) vrijheid. Maar wat ik nog interessanter vind, is dat er, door rechtse witte mannen als voornaamste slachtoffer te zien, gemist wordt wat er daadwerkelijk ‘gevaarlijk’ zou kunnen zijn aan cancelculture. Het staat systeemverandering in de weg.
Is politiek iets wat je doet of iets wat je hebt? In de lockdowns leek het steeds meer het laatste. Voor mensen die niet door hun baas gedwongen werden zich bloot te stellen aan het virus, was de computer hun nieuwe beste vriend. Voor werk, voor ontspanning, en ook voor activisme. Het gedwongen binnenzitten heeft zowel mensen links als rechts van het politieke spectrum geactiveerd. Met hashtags tegen de lockdown, analyses over het al dan niet bestaan van privileges en pedo-complotten, en sappige memes.
Ik houd me vooral op in de schimmige linkse krochten van de algoritmes. Doorgaans met veel plezier. Als een witte geprivilegieerde zak iets fout heeft gedaan, koop ik weliswaar geen extra spiritus voor mijn toorts, maar stretch ik wel mijn vingers om extra snel te kunnen typen. Dit zie ik als vorm van collectieve emotie uiten. Waar ook ik liever naar een voetbalstadion of rave ga, wat niet kon in de lockdown, was het tijdens het gedwongen binnen zitten mogelijk om mee te doen in een groepservaring door in caps mee te tikken op twitter.
Maar boos tweeten over mensen die iets fout hebben gedaan – zelfs al raakt het me persoonlijk – zie ik niet als activisme. Dat is therapie op het internet of scene-points binnenharken.
‘Cancelculture’ lijkt amper effectief als het gaat om machtige witte mannen. Is de dickpick-sturende Marc Overmars gecancelled? Hij zal zich hopelijk schamen, en wat uit te leggen hebben aan zijn vrouw en kinderen. Maar onder de indruk van de materiele schade die hij ondervind ben ik niet – ondertussen heeft hij ondanks publieke verontwaardiging en een lopend onderzoek een aanstelling als directeur bij FC Antwerp. Cursed cancellations, een instagram account die linkse infighting en cancelculture op de schop neemt, wijst er op dat het vooral ‘body positive gluten vrije cupcake bakkers’ zijn die gecancelled worden door links. Binnen de bubbel moet er een zuivere, pure lijn zijn. Pas als we alle ongure elementen weggejaagd hebben, kan de revolutie starten…
Mark Fishers beschrijving van neo-anarchisten, uit 2013, verklaart dit. De veelal jonge, linkse twitteraars omarmen in woord het anarchisme. In daad zijn ze vooral bezig zijn met hun toetsenbord, kortdurende bezettingen en demonstraties. Als politiek iets is wat je laat zien in plaats van wat je doet, slaat purisme snel om in performance. Dan is het makkelijker om luid van de toren te blazen dat je radicaler bent dan de rest, in plaats van de mouwen op te stropen en een beweging op te bouwen voor radicale verandering of mutual aid. Een beperkte kennis van hoe verandering in het verleden tot stand is gekomen, staat verandering van het heden in de weg.
Als je ver wilt: ga samen. Als je snel wilt: ga alleen. Dit leerde ik van Jerry Afriyie. Voor radicale verandering heb je bondgenoten nodig. Cancelculture op links als het performen van politiek is daaraan tegengesteld. Dat betekent niet dat problematisch gedrag onbesproken moet blijven, dat we niet boos mogen zijn over Overmars’ nieuwe aanstelling, of dat racistische of transfobe opmerkingen klakkeloos geaccepteerd moeten worden. Wel dat het tijd is naar buiten te gaan en die verandering teweeg te brengen. Met complexe, imperfecte bondgenoten die aangesproken kunnen worden op hun gedrag, fouten mogen maken, en daarna beter doen.
De lockdown is voorbij. Tijd om de mouwen weer op te stropen.
Beeld: "Rosie the Riveter" (ook wel bekend als de 'Westinghouse Poster') van Norman Rockwell uit 1943