Asset 14

Als het spuug ons aan de lippen staat

Als het spuug ons aan de lippen staat 1

Kun je bang worden van het water bij de Lauwersdijk dat ieder jaar een páár milimeter stijgt? Filosoof Tjesse Riemersma schrijft over nonchalance, paniek en of het mogelijk is om goed bang te zijn in tijden van klimaatverandering.

Op World Refrigeration Day, De Internationale Dag van de Koeling, is het buiten een tropische dag. Binnen blaast, onvoelbaar haast, frisse lucht de huiden koud. Vandaag viert De Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van de Koudetechniek en Luchtbehandeling feest. Nog voor het eind van het jaar installeert ze 185.000 nieuwe aircomodellen.

Naast de digitale conferentie open ik een VN-rapport. Moet ik al sparen voor zo’n apparaat? Er komen overstromingen, lees ik, delen van Europa gaan branden en drinkwater wordt schaars. De zomers worden afgrijselijk heet. Ik wrijf mijn neus goed tegen de feiten en denk te zullen zweten van angst, maar de feiten voelen koud en droog. Als een autoraam, niet wanneer je ‘s ochtends in de condens iemands naam schrijft, maar wanneer je dat ‘s middags probeert, vergeefs omdat de airco aanstaat.
Wat ik wil zeggen, is dat het rapport me nonchalant maakt. Zelfs een leesmap bij de tandarts heb ik met meer angst dichtgeslagen. Hoe komt dat? Misschien is het de taal. De VN-commissie vermeldt naast iedere verwachting een zekerheidsindex. Ze acht het heel erg zeker, dat bestaande gezondheidsproblemen gaan verergeren in de eerste helft van deze eeuw. Ze weet erg zeker dat de opwarming vooral landen met lage lonen zal treffen. De commissie vindt medium bewijs, maar hoge overeenstemming, voor het toenemende aantal vluchtelingen, waarbij mensen die te arm zijn om te vluchten meer geweld op hun dak zullen krijgen.
Ik word maar moeilijk bang van zekere, wetenschappelijke taal. Het rapport informeert zo secuur dat ik enkel lees wat er staat, er is niets meer te speculeren. Ik probeer tussen de regels door te lezen, maar vind een vacuüm. Misschien word je pas bang van het onzekere, van iets dat misschien-kan-zijn, en sterft de angst met een zekerheidsindex zijn warmtedood.

Ik scroll door nette grafiekjes van bosbranden en pandemieën

De airco-conferentie is ondertussen een kwartier onderweg. Ik scroll door nette grafiekjes van bosbranden en pandemieën als ik een zinnetje oppik. Góeie airco’s, aldus een woordvoerder met droge oksels, blijven onder de veertig decibel.
Misschien word ik wel niet bang van klimaatverandering omdat ik in Nederland woon. Kantoortuinen, in alle opzichten ons dagelijkse klimaat, zijn het hele jaar door dezelfde temperatuur. De daarvoor benodigde koeling werkt stilletjes op de achtergrond. Niet alleen het veranderde klimaat gaat grotendeels aan Nederland voorbij, zelfs de manieren waarop we ons tegen de voorlopig minieme effecten verweren zijn teruggebracht tot een zacht gebrom.
Of maakt het niet uit hoe droog je taal is of hoe stil je koeling, en word je überhaupt niet bang van zoiets groots en traags als klimaatverandering? Angst gaat over spinnetjes, altijd maar die spinnetjes. Of slangen, hoogtes, pleinen. Over dingen die een individueel persoon kan opmerken. Maar kun je bang worden van het water bij de Lauwersdijk dat ieder jaar slecht een páár milimeter stijgt? Raak je van slag als de lente ieder jaar één dag eerder komt?

*

Ik raak verveeld en surf verder tot mijn hals verkrampt. Gehaast frommel ik de nekopening van mijn trui dicht. Wat er naar binnen glippen kan? Een foto op de website van de BBC, van overstromingen in Australië. Van enorme zwermen spinnen, eveneens voor het water op de vlucht, tot een vacht over elkaar heen gebuiteld zodat je er niet een scherp in beeld krijgt. Wat naar binnen glippen kan is een foto van iets groots, traags en ver wegs maar opeens invoelbaar. Klimaatverandering is bij mij al een dichtgeknepen vuist katoen, een rilling en een sterk verhaal. Ze is al bijna angstaanjagend.

Moet je bij een ramp, hoe traag die zich ook voltrekt, het hoofd koel houden?

Ik klik de foto weg alsof ik een hete pan aanraak. Nonchalance eist op kalme toon zijn plek op. Vier eeuwen verlichte mannen fluisteren me zachtjes een handvol redenen toe om niet bang te zijn. Alles went, gekkie, en Australië is ver weg. Nederland heeft een fantastische Deltacommissie. Elon Musk verzint er tegen die tijd wel een apparaatje voor. Bill Gates verzint er tegen die tijd wel een apparaatje voor.

Moet je bij een ramp, hoe traag die zich ook voltrekt, het hoofd koel houden?
Thomas Hobbes denkt van niet. In zijn gedachte-experiment, rondom de vraag waarom je vrijwillig onder het toezicht van een staat zou leven, speelt de emotie een belangrijke rol. In een wereld zonder afspraken en staatstoezicht regeert volgens hem de angst. Diefstal, moord, slot op de koelkast. Iedere geweldpleging kan alleen beantwoord worden met meer geweld, met wraak.
Angst is voor Hobbes het begin van een geweldloze verhouding tussen mensen. De mensen zullen de constante staat van paraatheid snel zat zijn, onderling regels opstellen en ambtenaren knuppels en schilden in de handen drukken. Ze zullen een deel van hun vrijheid opgeven. De angst voor anderen brengt de mensen tot een reflexief moment, omdat die angst ze doet beseffen dat ze beter af zijn als ze zelf ook beperkingen opgelegd krijgen. Angst is dan de aanleiding voor terughoudendheid.
Nu raakt menselijke agressie tegenwoordig niet alleen nog andere mensen, maar ook planten, dieren en de samenstelling van de atmosfeer. En ook die nemen nu wraak. In Le contrat naturel stelt Michel Serres dat er daarom eenzelfde contract moet komen tussen de mens en de rest van de wereld. Ook die verhouding verdient een reflexief moment en een gezamenlijke terughoudendheid.

Als de onderhandelingen daarvoor Hobbes’ protocol volgen, is het dan niet eerst zaak dat de niet-menselijke wereld ons weer angst inboezemt?

*

Van Hollandse angst wordt niemand bang. Ze klungelt en toffelt met acht poten over het keukenblad tot ik haar tussen een envelop en een longdrinkglas over de vensterbank kiep. Ze is weg wanneer ze buiten is, achter het raam, achter de dijken, en ik de harige naweeën van mijn handen spoel.
Angst is het engst in het donker, wanneer ze kruipt en klimt maar je haar niet ziet. Bang ben je voor wat er tegelijk niet én wel is, of wat er misschien-kan-zijn, een geconstrueerde toekomst met gelijke delen wat er is en wat komen kan. Dan is de angst even uit zicht, maar voel je haar ieder moment je keel inschieten. Je hoort haar al eitjes leggen tegen je maagwand, kokhalst van de gedachte dat ze openschieten.

Slaat angst op hol dan heet ze paniek.
Paniek zet zich uit, met iedere bange gedachte iets meer, totdat er niets anders in je hoofd past. Ze is een uitdijende ballon die niet knappen wil. Eenmaal opgeblazen drukt ze je ogen dicht en verstopt ze je oren.

In How Forests Think vertelt de antropoloog Eduardo Kohn hoe hij anderhalve dag panikeert, als hij in een bus door de regenachtige Amazone wordt gereden. Even daarvoor schiet de bus over dunne wegen langs steile afgronden, maar Kohn besteedt er niet te veel aandacht aan. Misschien kijkt hij hoe de regen op het raam steeds nieuwe vormen aanneemt. Misschien frummelt hij aan het uitklaptafeltje. Dan klettert voor hem een bult modderige, dikke keien als een opengereten zak knikkers over de weg. De aardverschuiving doet de buschauffeur remmen. Achter hen vormt zich een lange sliert auto’s, totdat een tweede aardverschuiving ook daar de weg afsluit en de sliert omsingeld raakt door modder.

Kohn voelt zich opgesloten en raakt angstig. Wat als de volgende steen de bus raakt? Wat als de grond onder de wielen wegglijdt? Er schieten allerlei beelden en herinneringen door zijn hoofd. Van de keer dat een modderstroom hem een slang voor de voeten wierp. Van een brug die als een ingedeukt cola-blikje in elkaar zakte onder het gewicht van neervallende keien. Van gele krassen verf op de rand van een klif, de enige achterblijfselen van een truck die het ravijn in dook.
Kohn kijkt om zich heen. Twee Spaanse vrouwen maken grappen en lachen. De assistent van de chauffeur kijk in alle rust om zich heen. Iedereen behalve hij wacht gedachteloos tot de keien opgeruimd zullen worden. Hoe meer de wat-als-scenario's door zijn hoofd schieten, hoe meer hij zich vervreemd voelt door de reactie van de andere passagiers. Langzaam zingt hij los van hen, en hun wereld. Zijn zintuigen vertrouwt hij niet meer. Verzin ik dingen? Ben ik hier de gek?
Enkel zijn gedachten vullen de ruimte: wat zou er morgen in de krant staan?
Niets over een ongeluk. Na een paar uur zijn de keien geruimd en kan het verkeer door.
Maar de paniek is nog niet geklaard. Het duurt tot de volgende dag voordat Kohn weer in zijn schik raakt. Tijdens een ochtendwandeling hoort hij een vogeltje zingen, soms als een stuiterend balletje, dan als krakerig ijs wanneer dat vroeg in de winter nog onbeschaatst en helder is. Het geluid prikt door alle angstige gedachten heen. Kohn grijpt zijn verrekijker en vindt het vogeltje, een tangare, tussen de door de rivier gepolijste kiezels aan de rand van een dorp. Kohn landt. De tangare trekt hem uit alle gevaarlijke, in zijn hoofd opgetuigde toekomsten; terug naar het heden van vlees en gekleurde veren.

Rationele mensen doen er niet aan, paniek. Die zijn koel en nonchalant.

Want een binnenwereld vindt pas ontspanning als de buitenwereld zich naar binnen zingt. Een ballon loopt leeg wanneer de binnen-en buitenkant elkaar érgens raken, door een naald, een nagel of omdat het tuitje open schiet.

Rationele mensen doen er niet aan, paniek. Die zijn koel en nonchalant. Ze zeggen mwoah, en kanwel, en dat zien we dan wel. Die laten de ballon al ver voor knappen uit de handen glippen. Wat zit je je nou druk te maken, roept iemand terwijl de plastic ballonresten achter hem uit de bomen waaien.
Volgens de Braziliaanse antropoloog Eduardo Viveiros de Castro haalden we ergens in de zestiende eeuw onze schouders zover op, dat we ze sindsdien niet meer los hebben kunnen laten. De zielige voormoderne mensen waren, zo zeggen we dan, bang voor van alles en nog wat: voor elkaar, voor de natuur, de dood en alles wat nieuw is. De grootste belofte van de moderne wetenschap is volgens hem ons te ontdoen van al die irrationele angsten. We hoefden niets meer te vrezen, omdat we alles zouden begrijpen.
—Poef. Alsof de Verlichting aanging en er drie spinnetjes met de voorpoten en een wit vaantje omhoog onder het aanrecht vandaan kropen.

Goed bang zijn, is ‘s nachts stiekem de wolvenbuiken palperen om te kijken hoe groot hun honger is, en dan fantaseren waar de beesten het hek over springen.

Angst is een klein gaatje waardoor de wereld naar binnen glippen kan. Nonchalance plakt daar zorgvuldig, en paniek onbesuisd, een stukje tape overheen. Nonchalance doordat de wereld langzaam van je opgetrokken schouders glijdt, paniek door je enkel nog te omgeven door je zelfgegenereerde angsten. Hoe worden we weer goed bang?

*

Ik heb het nooit gekund, me bedreigd wanen door klimaatverandering. Vier eeuwen sociaal contract maakten me verwend, maar misschien kan ik er beter in worden.
Wat is goede angst? Geen paniek, of nonchalance; niet een uitdijende verzameling wat-als-scenario’s, niet een argeloos hemelwijzen van schouders. Ze is gedoseerd, wat er is en komen kan. Goed bang zijn, is ‘s nachts stiekem de wolvenbuiken palperen om te kijken hoe groot hun honger is, en dan fantaseren waar de beesten het hek over springen. Hij prikt, plakt en ruikt, goeie angst, naar zure lucht van maag en dik spuug. Hij is een ruwe vacht langs een gladgeschoren wang.

Maar wat als ik straks wakker blijf, en de echte klootzakken maar niet bang worden?

Beeld: Carolyn Crossley

Mail

Tjesse Riemersma is schrijver, journalist en filosoof. Hij studeerde kunstmatige intelligentie en filosofie, is Waddenzeecorrespondent voor Tijdschrift Noorderbreedte en doceert filosofie aan de Volksuniversiteit Zuidlaren. Journalistieke verhalen, opiniestukken of essays verschenen bij De Volkskrant, Dagblad van het Noorden, NRC Handelsblad, Filosofie Magazine, De Groene Amsterdammer, Trouw, Humo, Noorderbreedte, DeFusie en de Ukrant.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Leven in laagjes

Leven in laagjes

In dit essay geeft Dani Bouwman een intieme reflectie op identiteit, familie en het verlangen naar een plek waar hij volledig zichzelf kan zijn. Lees meer

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

Reinout Bongers schreef een nabeschouwing van de Zomergasten-aflevering met Pierre Bokma als gast of, moeten we zeggen, hoofdrol? "Therapie heeft hij wel geprobeerd, maar dat leverde hem - naar eigen zeggen - vooral een lege bankrekening op." Lees meer

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Toen zijn stiefmoeder Pieta stierf, voelde het voor Jelle Havermans alsof hij werd bevrijd van een van zijn grootste onderdrukkers. Voor ons Sorry-magazine schreef hij dit essay waarin hij jaren later toegeeft dat de vrouw die hem en zijn zusje het leven zuur maakte, ook slachtoffer was van haar eigen tijdsgeest en omgeving. Lees meer

:Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

In dit persoonlijke essay ontrafelt Laura Korvinus de draden die haar met haar oma verbinden. Langs welke verhalen of assen kan verbondenheid tussen verschillende generaties ontstaan en worden vastgehouden? Deel 1. 
 Onderweg naar mijn grootouders glipt een herinnering mijn gedachten binnen. Op een oude video ben ik aan het spelen aan de rand van... Lees meer

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Aucke Paulusma ging op studiobezoek bij kunstschilder Koen van den Broek. In de hoop inspiratie op te doen voor zijn eigen kunstenaarscarrière, bespreken ze de kunst. Lees meer

:Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje? 7

Sōsaku hanga: Modernistische kippenvelkunst volgens het boekje?

Waarom blijft prachtige kunst soms onbekend? Janke Boskma kreeg kippenvel van Sōsaku hanga en dook in de Japanse kunstgeschiedenis. Lees meer

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ook boze mensen kunnen kwetsbaar zijn

Ettie reageert voor een laatste keer op een brief van Jochum, door te schrijven over verdriet, kwetsbaarheid, woede en het belang van actief luisteren. Lees meer

:'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

'Hoop is het laatste dat sterft, maar op dit moment is de situatie tamelijk hopeloos': Sana Valiulina te gast in Zomergasten

Juul Kruse bekijkt de Zomergasten-aflevering van Sana Valiulina, waarin zij bovenal probeert hoop te houden en overeind te blijven tegen de achtergrond van immer grimmig Rusland. Lees meer

Een excuus in een klein restaurant

Een excuus in een klein restaurant

Ettie schreef een brief aan Jochum, die hem ontroerde. Hij besloot een brief terug te sturen over excuses, ouders en wat het betekent om zowel een cis-man én queer te zijn. Lees meer

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Een goed passend hokje is nog steeds een hokje

Vorige week schreef Jochum een brief aan Ettie over zijn ervaring met queer-zijn, biseksualiteit en identiteit tijdens zijn jeugd. In deze brief reageert Ettie met haar eigen ervaring en vraagt ze zich af of iedereen queer zou kunnen zijn. Lees meer

De schipperende kameleon: zomergast Van der Burg is sociaal voor de mensen, maar liberaal in het beleid

De schipperende kameleon: Zomergast Van der Burg is sociaal voor de mensen, maar liberaal in het beleid

Eric van der Burg was op bezoek bij Zomergasten. Marthe van Bronkhorst geeft in dit artikel haar scherpe analyse op de aflevering. Lees meer

Briefwisseling Ettie en Jochum - Brief 2

Wie wil nou een slachtoffer zijn?

Jochum ontving een brief van Ettie over zijn nooit-verstuurde brief aan zijn jeugdliefde. Ettie vindt dat Jochum de vrijheid van de queeridenteit niet goed beschrijft. Hij besluit Ettie een brief terug te sturen en op haar kritiek in te gaan. Lees meer

Word vóór 1 februari trouwe lezer en ontvang Hard//hoofd magazine ‘Ssst’ in maart!

Hard//hoofd verschijnt weer op papier! In ‘Ssst’ verkennen we de (zelf)opgelegde stilte. Fluister je met ons mee? Word vóór 1 februari trouwe lezer voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart 120 pagina’s over de kracht, het geweld en de kwetsbaarheid van stilte op de mat. Veel leesplezier!

Word vóór 1 februari trouwe lezer