Wat moet je echt doen, lezen, beluisteren of zien? Om je te helpen geven leden van de Hard//hoofd-redactie iedere week antwoord op één simpele vraag: 'wat maakt je blij?'.
GLOW: De vrijheid van verschoppelingen
✩✩✩✩✩
Simone Peek
'In één week keek ik een seizoen van Stranger Things, Orange is the New Black en GLOW: Gorgeous Ladies of Wrestling. Ze hebben iets gemeen: Stranger Things en GLOW spelen in de jaren tachtig. Orange en GLOW hebben een bijna volledig vrouwelijke cast, met enkele rollen voor mannen (de gevangenisdirecteur, de regisseur). De laatste twee zijn van dezelfde makers.
De nieuwe GLOW heeft een redelijk onsmakelijk seksistische vrouwenworstelshow uit 1985 feministisch weten te portretteren. De spotlight staat op de vrouwen achter de schermen. Net als Orange maakt GLOW gebruik van de dramatische kracht van onvolmaaktheid. Maar het biedt vooral een lekkere beleving van de vrijheid van verschoppelingen. Saamhorigheid in een donkere trainingsloods onder de Californische zon. Een theatrale reductie van wereldproblemen tot worstelwedstrijdjes (de zwarte Welfare-Queen versus de blonde Liberty-belle versus Soviet ‘Zoya the Destroya’). En synthesizer-pop en -rock uit de eighties. Die regisseur wordt gespeeld door Marc Maron: ‘I don’t like you. Take that in. Hold on to it. Try not giving a fuck. There is a lot of power in that.’ Ik kijk uit naar seizoen twee.'
De Toren: Intellectuelen achter het IJzeren Gordijn
✩✩✩✩✩
Daan Steinebach
'Het fijne aan literatuur is dat je af en toe in een andere wereld kunt zijn, al is het maar voor even. Eén van de fijnste, maar ook meest complexe werelden die ik daarin ben tegengekomen is die uit De Toren van Uwe Tellkamp. Het gaat over de bewoners van de gelijknamige wijk in Dresden, in het laatste decennium van de DDR. De bewoners zijn, zonder veel omhaal, intellectuelen – artsen, literair redacteuren. Maar hoewel ze leven in het Land der Dichter und Denker en zich daar uiterst bewust van zijn, leven ze ook in het land van het real existierender Sozialismus, waar denken een moeilijke bezigheid was.
Tellkamp neemt de tijd. Ik lees er al jaren af en toe in, moet moeite doen om de over achthonderdzoveel pagina’s verspreidde meanderende zinsconstructies – of beter nog: constructen, van ingenieuze structuur en, soms, indrukwekkende lengte – te verteren. Maar het leert je hoe diep een totalitaire staat kan doordringen in het denken, ook van de denkenden. Of is al dat intellectualisme, het gedweep met Schumann en Goethe, een romantische vlucht van de werkelijkheid van dat echt bestaande socialisme?'
Happy Valley: Jeukende handen
✩✩✩✩✩
Dorien Vrieling
Een klein, grauw stadje in Noord-Engeland, waar de mensen arm zijn en de meeste jongeren verslaafd. Knap om in zo’n deprimerende setting een serie neer te zetten die niet alleen realistisch aanvoelt, maar ook bloedstollend en geestig is.
Dat dat de makers van Happy Valley gelukt is komt doordat het verhaal origineel is en goed in elkaar zit, maar het is vooral de kracht van de hoofdrolspeler. Sarah Lancashire kreeg volkomen terecht een BAFTA voor haar rol als politiechef Catherine Cawood. Politievrouwen in series zijn vaak wat stuurs en bonkig - Sarah Lund, Saga Loren -, maar Catherine is sterk en kwetsbaar. Ze mept om zich heen als het moet, maar snottert ook heel wat af. Zonder dat het irritant wordt. De ellende en het geweld zijn niet van de lucht in Happy Valley. En toch gloort er steeds ook weer hoop. Hoeveel klappen haar ook toegebracht worden, en hoe vindingrijk haar nemesis Tommy Lee Royce ook is – ook een erg goede rol, van James Norton, je handen gaan ervan jeuken - Catherine krabbelt steeds weer op.'