Wat moet je echt doen, lezen, beluisteren of zien in het Van Gogh Museum? Kom op vrijdag 22 februari naar Vincent op Vrijdag (19:00-22:00). Hard//hoofd brengt hier sterke gesprekken en verhalen, geïnspireerd op het leven en werk van Vincent van Gogh. Verwacht zinderende, kolkende performances, en intieme, kwetsbare voordrachten. De sterren hieronder zijn een voorproefje op Alles Vijf Sterren XXL, een non-stop recensieshow van Hard//hoofds beste schrijversvolk: van museumbankjes tot zelfportretten, van aardappelvreters tot selfiemuren, Hard//hoofd tipt het Van Gogh Museum op geheel unieke wijze.
Zoek het oudste werk
✩✩✩✩✩
Naomí Combrink
'Van Gogh was 27 toen hij besloot schilder te worden. Ik vind dat inspirerend. In een maatschappij waarin het jong talent je om de oren vliegt, we elkaar door middel van social media meer dan ooit in de gaten houden en we precies weten wat onze oude klasgenoten allemaal bereikt hebben, vormt een bezoek aan het Van Gogh een gigantisch hart onder de riem. Vincent besloot op zijn 27e schilder te worden en ging achter dit doel aan met een determinatie waar je U tegen zegt.
Nu zouden we kunnen denken dat van Gogh een freak-of-nature was; een waar genie. We kunnen denken dat van Gogh zo’n unieke en baanbrekende schilder kon worden omdat hij blijkbaar uitzonderlijk getalenteerd was. Maar ik heb liever een andere kijk. Ik denk liever: als je maar genoeg eigenzinnigheid, creativiteit, en vooral doorzettingsvermogen hebt, dan kan je op élke leeftijd nog bedenken wat je later wilt worden, of je nou 15 of 85 bent.
Dit vertrouwen kan je alleen in het museum soms een beetje verliezen. Want ondanks de wetenschap dat hij relatief laat begonnen was, kan je toch flink geïntimideerd raken door de schoonheid en briljantie van van Gogh’s werk. Daarom raad ik je aan om óók even op zoek te gaan naar het oudste werk van de getoonde museumcollectie: De tekening Man met een zak hout uit 1881. van Gogh had toen nog maar 1 jaar studie achter de rug. De tekening is niet af en je ziet zijn correcties nog. Je ziet dat hij aan het oefenen was.
Het is eigenlijk helemaal niet zo’n indrukwekkende tekening. Maar toch is ‘ie de moeite waard. Deze tekening vertelt je iets over tot wat jouw eigen matige schrijfsels, schetsen en deuntjes misschien ooit zouden kunnen uitgroeien, onhafhankelijk van hoe oud je bent als je er mee begint. '
Een hand zegt zoveel als een gezicht
✩✩✩✩✩
Pelumi Adejumo
'Je kan Grote Boer vanaf verschillende pointes bekijken
en je afvragen of je hem werkelijk groot vindt.
Van een afstand weet ik niet of zijn ogen open of somber staan.
Aanschouw ik hem van tegenover zijn atletisch gevormde borstkas,
zie ik de lijnen in zijn voorhoofd en venen die zijn huid uit springen, die kronkelen van zijn kaak naar zijn sleutelbeen, van zijn vinger langs zijn pols naar zijn arm.
De aarde zit in de mimiek van een boer: zijn beweging, zijn omvang
is verbonden met de cyclus van zaaien en oogsten.
Je mag zelf kiezen waar de vorm van zijn bovenarm je aan doet denken:
Aan een rots of aan zachte bolletjes?
Bij zonsondergang trekt de boer zich terug in een hut.
Boerenhutten zijn als vogelnestjes: stro, pleisters, mos; ze baren geborgenheid.
Vanaf zijn rechterkant lijkt hij haast in gêne te glimlachen
als een meisje dat je net mooi hebt genoemd.
Begeef je je links achter hem dan begint het stuk: zijn ogen vinden de jouwe.
Je danst quatre-mains, vraag het maar aan de bezoekers om je heen.
Een boer kijkt uit naar zijn bed.
Een schilder drukt kracht uit met kleur.
Soms strelen ze elkaars vingertop.'
Jo van Gogh-Bonger
✩✩✩✩✩
Marte Hoogenboom
'Achter elke succesvolle man, zo luidt het cliché, staat een onzelfzuchtige vrouw. Dat is niet anders voor Vincent van Gogh. Zonder de onuitputtelijke toewijding van zijn schoonzus Jo had Vincent na zijn dood nooit de roem kunnen verkrijgen die hij vandaag de dag geniet.
Welke jonge moeder zit, na de dood van haar man, te wachten op een kunstcollectie zo groot als die Vincent aan zijn broer had nagelaten? Wat viel er voor de weduwe Jo van Gogh-Bonger te halen?
Ze had de schilderijen natuurlijk kunnen gebruiken als inpakpapier, kladblaadjes, keukenrol (daar heeft een mens nooit te veel van). Ze had ze kunnen verkopen aan de eerste de beste handelaar, bij het oud papier kunnen zetten, met haar lokale afvalbedrijf mee kunnen geven. De brieven die haar zwager aan haar broer stuurde, hadden het juiste formaat voor in een kleine kachel. Ze had er drie winters warm bij kunnen zitten. Maar gelukkig heeft ze bovenstaande allemaal niet gedaan.
Ik stel me graag voor dat het voor Jo een uitgemaakte zaak was dat ze de nalatenschap van haar zwager onder de aandacht zou brengen van het grote publiek, een vanzelfsprekendheid en een noodzakelijkheid. Ik kan natuurlijk slechts gissen naar de daadwerkelijke drijfveren achter Jo’s onvermoeibare promotie van Vincents oeuvre, maar dat zij voor haar werk ten minste vijf sterren verdient, staat voor mij buiten kijf.'