Promovenda Harriët Bergman voelt niet de vrijheid om zich écht kritisch uit te laten over machthebbers. De oorverdovende stilte op rechts na het ontslag van universitair hoofddocent Susanne Täuber bewijst voor haar eens te meer: veel hoeders van het vrije woord geven alleen om de status quo.
“En wat is het andere uiterste van dat spectrum van klimaatverzet?” Ik word geïnterviewd voor een podcast, in aanloop naar een ‘moreel beraad’ in een debatcentrum in Amsterdam. Het gesprek gaat over mijn onderzoek naar klimaatrechtvaardigheid en sociale verandering: ik promoveer in de filosofie over klimaatontwrichting, politieke emoties, privilege en activisme. Niet zo lang geleden leerde ik dat het ‘moreel goedkeuren van strafbare feiten’ officieel als opruiing geldt. En aangezien er recent nog klimaatactivisten uit hun bed werden gelicht door het oproepen om – strikt geweldloos, zo benadrukken ze steeds – op en rond een snelweg te hangen, leek het me niet zo handig de logische consequenties van mijn onderzoek zelf uit te spellen. De avond, die had moeten gaan over de noodzaak en morele rechtvaardiging van potentieel gewelddadig klimaatactivisme, werd een paar dagen na het interview afgelast.
Academische vrijheid wordt over het algemeen als belangrijk gezien, maar ik voel die vrijheid niet. Met tegenzin durf ik antwoord te geven op de vraag van de podcast-interviewer. Enkele weken later hoor ik dat expert sociale veiligheid en universitair hoofddocent Susanne Täuber haar baan aan de RUG verloor in de nasleep van de publicatie van een artikel (2019) waarin ze kritiek uitte op een loopbaantraject haar eigen universiteit: dat zou vrouwen moeten emanciperen, maar werkt hen in de praktijk juist tegen, stelde Täuber. Kort daarvoor had Täuber nog een prijs gewonnen, die in het teken stond van academische vrijheid.
Susanne Täuber weigerde te buigen voor academische repressie
Täuber is overigens niet alleen expert sociale veiligheid en associate professor bij de Rijksuniversiteit Groningen – dankzij de RUG is ze ook ervaringsdeskundige. Voor haar eerste kritische artikel putte ze onder meer uit haar eigen ervaringen. Ze had uit eerste hand meegemaakt hoe het loopbaanprogramma tegen haar kon worden gebruikt: had ze haar eigen functie nou gekregen vanwege haar kunde, of alleen omdat ze vrouw was, klonk het. Täuber schreef ook mee aan het rapport ‘Harassment at the University of Groningen’. De universiteit scheen haar te kritisch te vinden en wilde overgaan tot ontslag, tenzij Täuber zou beloven nooit meer iets over haar eigen ervaringen te publiceren. Täuber weigerde te buigen voor academische repressie. Nota bene op internationale vrouwendag kreeg ze te horen dat ze haar baan kwijt was – dat mocht, oordeelde een rechter later.
Nauwelijks steun
Een deel van de academische gemeenschap sprak zich verbijsterd uit tegen Täubers behandeling en ontslag. Er kwam een hashtag (#AmINext) en een petitie tegen haar ontslag, die ruim 3500 keer werd ondertekend. Op woensdag 22 maart bezetten studenten uit protest de trappen van het academiegebouw van de RUG. Van één kant blijft het echter oorverdovend stil rond het ontslag van Täuber: terwijl ‘rechts’ normaliter het vrije woord verdedigt – alles moet bespreekbaar zijn, van het zogenaamde ‘Marokkanenprobleem’ tot het ‘wegsnoeien’ van ‘dor hout’ – heb ik geen enkele steunbetuiging van hun kant zien komen.
De gevestigde macht maakt zich alleen zorgen om academische vrijheid wanneer dat haar belangen ten goede komt
De discussie rond academische vrijheid werd dit jaar juist vooral gevoerd door een docent die de zogenaamde ‘woke-cultuur’ bestrijdt. Hij zegt zich zorgen te maken om academische vrijheid en cancel culture. Dat laatste begrip wordt van stal gehaald om de emancipatoire progressieve strijd belachelijk te maken. Diezelfde hoeders van het vrije woord schuiven academische vrijheid weer aan de kant wanneer het gaat om sociale veiligheid of een leefbare planeet. Dat is geen paradox: de gevestigde macht maakt zich alleen zorgen om academische vrijheid en cancel culture wanneer dat haar belangen ten goede komt.
Liet me even gaan. #Rutte #KIESPIJN pic.twitter.com/cftkQAPUXe
— Diederik Ebbinge (@diederikebbinge) March 5, 2023
Selectieve verontwaardiging is niet raar voor mensen die het goed hebben en pas piepen als hun eigenbelang in gevaar komt. Het verbaast me dus niet dat het vanaf rechts relatief stil is omtrent de zaak-Täuber. Dat geeft me geen vertrouwen dat er veel ondersteuning zal zijn vanuit de academie wanneer mijn onderzoeksresultaten de gevestigde macht onwelgevallig zijn of tegenspreken. ‘Door een probleem te benoemen, word je het probleem’, aldus feministisch icoon en killjoy Sara Ahmed.
Als geweldloos verzet faalt
Sociale verandering is niet het resultaat van ideeënstrijd, maar van machtsstrijd. Die strijd wordt niet gevoerd omwille van de feiten, maar omwille van het beschermen van eigenbelang. Daarom moeten problemen niet alleen benoemd, maar soms ook gecreëerd worden. Voor sociale verandering is het niet genoeg om aandacht te vragen en informatie te delen. Ook als je weet dat iets slecht is, is verandering niet aannemelijk als het moeite of offers vraagt om te veranderen. De kracht van een goed argument weegt niet per definitie zwaarder dan de kracht van militaire politie of een miljoenenlobby.
Zo ook in de klimaatstrijd. Om binnen de grenzen van 1,5 graad opwarming te blijven die bij het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 als streefgetal werd vastgesteld, dient er geen nieuwe fossiele infrastructuur meer bij te komen. Dit klinkklare feit uitspellen in rapporten heeft tot nu toe niet geleid tot noemenswaardige beleidsverandering. In How to Blow Up a Pipeline (2021, vertaald als Eco-sabotage) schrijft ecoloog en politiek activist Andreas Malm daarom dat als overheden en het bedrijfsleven niet zelf een moratorium op verdere uitbereiding van de fossiele industrie leggen, de mensen die klimaatontwrichting serieus nemen het dan maar zelf af zullen moeten dwingen.
Wie verdedigt mijn academische vrijheid als ik me kritisch uitlaat over de status quo?
Dat is wat klimaatactivisten proberen, vooralsnog geweldloos, geïnspireerd door historische geweldloze verzetsbewegingen. Het ANC, de partij van Nelson Mandela, die jarenlang als terrorist werd weggezet, besloot pas na vijftig jaar strikte geweldloosheid om te escaleren. Ook Martin Luther King noemde geweldloosheid overigens een middel, geen doel op zich. Klimaatontwrichting heeft dankzij gevaarlijke feedbackloops niet de tijd om nog vijftig jaar een tot nu toe falende tactiek in te zetten. Klimaatactivisten moeten misschien ook niet alleen maar oproepen tot het ‘vertellen van de waarheid,’ en het uitroepen van de noodtoestand, maar het moeilijker maken voor de fossiele industrie/gevestigde macht om door te gaan op dit destructieve pad.
Bovenstaande korte analyse is voor mij gevaarlijk om uit te schrijven en uit te spreken, zelfs al ben ik net als Malm expliciet tegen geweld tegen personen. Wie verdedigt mijn academische vrijheid tegen een conservatieve backlash, als ik in hun ogen te kritisch ben op de status quo? Als de interviewer mij vraagt naar het andere uiterste van klimaatverzet, aarzel ik even. “Let’s blow up some pipelines!” lacht zij. Ik antwoord: “Dat zijn jouw woorden.”
Headerbeeld: Justitia (Gerechtigheid), Meissener Porzellan Manufaktur, ca. 1779 - ca. 1800, via Rijksstudio.