'Nog nooit verscheen er een roman als Het tegenovergestelde van een mens', lees ik op de flaptekst van de eerste roman van dichteres Lieke Marsman. Het is mogelijk waar, al valt dat niet te bewijzen.
Maar hoezo roman? Je noemt een eeuwenoud, in een kasjmieren colbert gestoken geraamte, de voetbeenderen rustend op een stapel filosofische boeken, ook geen mens. Zo zou dit boek er namelijk uitzien als het een menselijke gedaante had. Correcter is: een romanesk essay met gedichten en een flard toneelscript. Gewaagd, als je lezers wil; daarom zal het wel een roman heten.
Toen ik in de boekenwinkel Marsmans paarse roman zag liggen werd ik een crisis ingezogen. Meteen liep ik door en dacht: mooi niet, dat ik mijn kostbare tijd en euro’s ga vergooien aan de zoveelste gedachten van een Nederlander. Ik zoek in de boekhandel alleen nog naar de grote klassieke schrijvers die ik nog niet heb gelezen. John Steinbeck bijvoorbeeld (heb ik pas één keer een Nederlandse vertaling van gevonden, nul keer een Engels origineel, waarom eigenlijk?), William Golding of Ralph Ellison. (Van beiden hebben ze de hoofdwerken altijd in huis. Is dat goed of slecht?)
Een herinnering aan een jaar geleden kwam bij me op: ik dacht aan het plezier waarmee ik door Marsmans gedichten was getuimeld. Vertwijfeld draai ik me om, grijp de roman beet en reken af. Als mijn hoofd keihard ‘nee!’ zegt, betekent het vaak eigenlijk ‘ja’. Dat is niet dubieus, wel heel existentieel, en dit keer gaf ik eraan toe.
Vooropgesteld: dit boek maakte niet duizelig, zoals de flaptekst ook beweert, maar wel indruk. Marsman strooit met de ene na de andere nieuwsgierig makende leestip en beantwoordt terloops een paar van de belangrijke vragen van onze tijd.
Een beetje gek van verlangen denk ik: ik scheur deze, deze en die paragraaf eruit, gooi ze onder het kopieerapparaat en slijt de rest van 2017 op de straten van Maastricht, uitwijkend naar Amsterdam tot Groningen, en ik ga dit uitschreeuwen en uitdelen.
Als je Immanuel Kant niet begreep ga je hem begrijpen (na zo’n anderhalve bladzijde) en als je dat wel al deed ga je hem in een nieuw licht zien. En dan die vragen: is klimaatverandering echt? (ja), waarom dóen we dan niets? (luiheid of angst) en hoe heeft het allemaal zover kunnen komen? (Dat mag je zelf lezen. Of morgen aanhoren, tussen elf en vier, tegenover de Kruidvat binnenstad Maastricht.)
Het is misschien wat overdreven, maar ik word hier gewoon blij van. Het spaarzame beetje roman dat tussen de essays door opduikt raakt me maar af en toe, maar wordt keurig met een veelzeggende klapper afgerond, om het daarna nog even soepel af te bouwen. De laatste bladzijdes vind ik dan weer overbodig, maar goed, mij had ze al. Lézen dus, mensen. Aan haar duizelingwekkende gedichten voegt Lieke Marsman nu een gids toe voor de mens die de grote vragen te lijf wil.
Beeld: www.liekemarsman.nl