Illustratie: Sandra Kaas
Laatst had ik een heftige discussie met iemand over de schoonheid van de film “La Vita è Bella”. De discussie betrof niet het acteerwerk, de verhaallijn of de decorbouw, maar het gebruik van humor. Mijn discussiepartner was van mening dat het, gezien de ernst en afgrijselijkheid van het onderwerp, niet gepast was humor te gebruiken in de film. Met zulk onmetelijk leed mag immers geen spot
gedreven worden, noch is het volgens hem gepast daar grappen over te maken.
Mijn opvatting is dat de beste man de film totaal verkeerd begrepen heeft. De schets van het oorlogsleven is waarschijnlijk veel accurater dan gedacht wordt. Een leven zonder humor is namelijk niet mogelijk. En een leven dat in extreme moeilijkheden verkeert doet juist een beroep op humor om voort te kunnen blijven bestaan. Humor is een krachtig middel om zaken te relativeren en pijn te verdragen. Het werkt als oppepper en is in staat na één ferme lachbui je visie op dingen enorm te verhelderen. “Lachen is een compensatiemiddel van de armoede”, aldus wijlen cabaratier Max Tailleur. Kortom, het is niet onwaarschijnlijk dat het gebruik van humor ervoor gezorgd heeft dat sommige mensen zulke gruwelijkheden hebben overleefd. Het is niet toevallig dat juist het vaak vervolgde Joodse volk zo’n uitvoerige en karakteristieke humor eigen is.
Iedereen heeft wel ervaring met de heilzame werking van humor op korte termijn. Niets verlost je sneller en beter van je chagrijnigheid dan een zware lachstuip, waarin je je eigen onvolkomenheden ineens enorm grappig vindt, en je gekluns je eerder opvrolijkt dan bezwaart. Je wordt in staat gesteld met een andere bril naar jezelf te kijken en met één zwaai wuif je al je problemen weg. Je voelt je letterlijk opgelucht. Maar in hoeverre verlicht die lachstuip, dat vleugje verkwikkende humor, nou ook op biologische gronden je smart? Is humor daadwerkelijk een lichaamseigen pijnstiller?
Wanneer mensen naar gesproken grappen luisteren worden meerdere hersendelen actief. Het ontcijferen van de cognitieve kant van humor, het begrijpen van woordgrappen bijvoorbeeld, wordt opgepikt door de temporale kwab, waar de taalgebieden zich bevinden. Daarnaast wordt er voornamelijk activiteit gevonden in de mediaal prefrontale cortex. Dit gebied, dat zich direct achter je voorhoofd bevindt, houdt zich bezig met de controle van emoties. Waarschijnlijk verwerkt dit deel van de hersens voornamelijk de emotionele kant van humor. Interessant is, dat in dit gebied veel wegen uitkomen die de neurotransmitter dopamine vervoeren. Dopamine speelt een grote rol in het belonings-circuit, en tijdens beloning is dit hersengebied ook inderdaad actief. Humor zou in deze dus gekoppeld zijn aan het gevoel van beloning.
Dat lachen gezond is lijkt weliswaar nog steeds een mantra dat eerder voortkomt uit het aura van meditatie-goeroes dan uit de mond van een huisarts; er zit wel een kern van waarheid in. Hoewel sommige studies elkaar tegenspreken is er in onderzoeken aangetoond dat humor goed werkt tegen stress. Er worden onder invloed van de lach drie voorname stoffen geproduceerd, die allen heilzame effecten op het lichaam hebben. Ten eerste komt er adrenaline vrij, het hormoon dat je hartslag en zuurstofopname verhoogt. Dit resulteert in een hogere alertheid. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat er endorfines vrijkomen, stoffen die, zoals de naam al doet vermoeden, familie zijn van morfine, en als zodanig ook pijnstillend werken. Dit zijn dezelfde stoffen die vrijkomen bij zeer intensief sporten, waardoor je lichaam lichtelijk verdoofd wordt voor de pijnen die het zich op de hals haalt. Bovendien worden er ook immunoglobulines afgescheiden, stoffen die werkzaam zijn in het immuunsysteem en bacteriën bestrijden.
Naast de geestelijke beloningscomponent – we voelen ons daadwerkelijk blij en tevreden als we gelachen hebben -, zorgt humor dus ook nog voor een aantal belangrijke fysieke veranderingen die positief zijn voor onze gezondheid. In tijden van stress of extreme moeilijkheden is het dus zeer raadzaam vooral de lol van het alles in te blijven zien. Een dag niet geleefd, is een dag niet gelachen. Met dank aan Roberto Benigni (regisseur en acteur in La Vita è Bella), die ons met humor heeft laten inzien hoe monsterlijk het leven kan zijn.