Ja, de aarde warmt in een benauwend tempo op en ja, de maatschappij komt veel te langzaam in beweging om er iets aan te doen. Toch ziet Max Beijneveld een reden voor hoop: voor sociale verandering heb je uiteindelijk niet zo veel mensen nodig.
Er zijn weinig beelden angstaanjagender dan een koraalrif aangetast door de opwarming van het zeewater. Een ecosysteem vol van leven en in alle kleuren van de regenboog verworden tot een witte dode woestijn op de oceaanbodem. Het is een van de bekende kantelpunten als gevolg van klimaatverandering, een kritieke drempel waarbij een (relatief) kleine verstoring het evenwicht van verschillende ecosystemen ingrijpend verandert. Het meeste recente IPCC rapport voorspelde dat de kans op dit soort kantelpunten in de wereld alleen maar toeneemt. Een Amazone zonder bomen. Een Noordpool zonder ijs. Zucht.
Je kan er in een hoekje van gaan zitten treuren. Klimaatdepressie bestaat en ik wimpel dat niet weg. Je kan ook met de vinger wijzen naar het systeem met machtige “climiclowns” zoals Shell-CEO Ben van Beurden, die ondanks de Urgenda-uitspraak zegt door te gaan met olie oppompen en verkopen. Maar deze tweede optie dreigt te vervallen in wat Rutger Bregman de linkse aflaat noemt: het systeem de schuld geven om jezelf vrij te pleiten van je eigen vervuilende keuzes. Gelukkig biedt de sociaalwetenschap een uitweg, want kantelpunten zijn niet alleen voorbehouden aan het klimaat.
In 2011 publiceerde het Rensselaer Polytechnic Institute een baanbrekende paper, die stelde dat zodra 10 procent van de samenleving zeer sterk gelooft in iets, dat de overige meerderheid hier zijn mening op zal aanpassen. Een belangrijke verklaring voor dit inzicht is dat de mens een sociaal dier is en dat onenigheid door de meeste mensen uit de weg wordt gegaan. Deze theorie sterkt mij wanneer ik Rutte na een onmiskenbare klimaatramp op zijn tenenkrommende enthousiaste wijze hoor uitroepen: “We moeten niet doorslaan met het klimaat, we moeten lekker kunnen blijven barbecuen.”
Als deze trend zich doorzet zal de Nederlandse vleeseter al sneller dan gedacht een fossiel uit het verleden worden.
Want we naderen juist nu precies zo’n kantelpunt. In 2020 at 3.9% Nederlanders elke dag vegetarisch dat is een stijging van 150% in afgelopen twee jaar en bij de jongere generatie onder 39 is dat al 6.9%. Als deze cijfers in de toekomst stabiliseren zullen we dus eeuwig sateetjes blijven draaien, maar als deze trend zich doorzet zal de Nederlandse vleeseter al sneller dan gedacht een fossiel uit het verleden worden.
Geldt die 10 procent dan ook voor onjuiste ideeën? Helaas wel. En die blijken verdomde hardnekkig, zoals ook een recent artikel in de Correspondent liet zien. Een goed voorbeeld hiervan is dat de energiebesparing van elektrische auto’s niet zou opwegen tegen de milieukosten van de productieketen. Ik kom deze fel verdedigde onjuiste mening overal tegen: van jong tot oud, van man tot vrouw, van hoog tot laag opgeleid. Een idee dat overigens al meerdere malen ontkracht is. Gelukkig lijken dit soort ideeën niet zo sterk te zijn als het vertrouwen in duurzaam vervoer groot is, zoals blijkt uit de de opmars van de elektrische bolides.
Dus de volgende keer dat je bij schoonouders zit en je bezwaard voelt om je uit wil spreken over die bloedende biefstuk op tafel. Doe het toch, want klimaatdrammen werkt.
Beeld via Unsplash.